Pano en het virus

Bij het coronavirus moeten we intussen geen tekeningetje meer maken. Het is nog steeds niet uit de media weg te slaan, ook al zou je af en toe dat wel willen. En Pano kennen we ook al een tijdje, de VRT-reportagemakers die graag de vinger leggen waar het zeer doet. De reportage "Hotel Corona" zoekt uit wat er mis ging in het begin van de crisis, en doet o.m. het verhaal van Herman en het uitblijvende bericht omtrent zijn corona-test. De reportage begint als volgt:

Heel wat van de eerste coronabesmettingen in ons land hebben het virus opgelopen op skivakantie tijdens de krokusvakantie en toch werden ze niet getest. Dat blijkt uit onderzoek van ons magazine "Pano", dat de eerste cruciale weken van de crisis in ons land reconstrueert.

De eerste zin bevat al een fout, maar het is goed mogelijk dat je dat niet gezien hebt. Lezen is een tekst opnemen en daar vervolgens betekenis aan geven. Als zich een betekenis opdringt die past in je denkkader, dan denk je niet verder na over de tekst die je gelezen hebt. Heb je hem al opnieuw bekeken, en nog niets fout gezien? Coronabesmettingen kunnen niet skiën, en ook al niet getest worden. Ze bedoelen "met corona besmette personen".

Op ongeveer dezelfde manier zien we zo dadelijk in het gerapporteerde verhaal een basale fout (nl. een foutieve procedure) in een belangrijk bericht, waar blijkbaar iedereen overheen kijkt, terwijl ze wel degelijk een rol gespeeld heeft in de initiële verspreiding van het virus in ons land. Dit gaat niet over de kwaliteit van de reportage (op een uitgebuite onduidelijkheid na), wel over een onachtzaamheid, die in alle sectoren kan voorkomen, maar wel gevaarlijk wordt als het over menselijke lijven gaat.

Als je geen bericht krijgt is het OK…?

Het is nog maar een week of vijf geleden. In mijn artikel over de Doccle-ellende, waar ik op basis van mijn e-mailadres uitzocht of ik een account had bij Doccle, kreeg ik on-line het bericht "Als we het e-mailadres herkennen, ontvang je een e-mail met je gebruikersnamen", blijkbaar implicerend "en indien niet, dan niet" of iets dergelijks. Dus als ik geen mail kreeg, had ik geen account. Maar mails hebben af en toe vertraging, dus kon ik niet weten hoe lang ik moest wachten om zeker te zijn dat er geen mail meer zou komen. Dit was duidelijk een geval van een onvolledige procedure. Nochtans was de oplossing eenvoudig: ook als er geen account is kunnen ze evengoed een mail sturen om dat te melden. Het verhaal van Herman verloopt analoog.

De corona-uitbraak

VRT Nieuws geeft een samenvatting van de reportage, waar ook een link naar de volledige reportage "Hotel Corona" te vinden is. Er wordt vooral gekeken naar de terugkeer van vakantiegangers uit de Italiaanse skigebieden. Uiteindelijk blijken daar 23 besmette personen bij geweest te zijn, waarvan 13 uit één hotel. Verschillende mensen komen in beeld, zowel toeristen (waaronder Herman) als zorgprofessionelen, en een politica met enig gewicht in de medische sector.

Als je negatief test…

Het hoogtepunt in de reportage (voor mij althans :-) zit op 21'32", waar Herman zijn verhaal doet. Na een skivakantie in Italië wordt hij getest voor het coronavirus, en de arts van het ziekenhuis zegt hem: "als ge positief zijt wordt ge binnen de 24 uur verwittigd; als ge negatief zijt wordt ge niet verwittigd". Het is niet duidelijk wat precies bedoeld werd, 24 uur na de staalname, of 24 uur na de analyse? Vermoedelijk het laatste, gezien de feiten, maar daarover later meer.

We hebben hier dus een gelijkaardig probleem als bij de Doccle-account: "als ge geen bericht krijgt is het OK". Herman wacht 24 uren, maar er komt geen bericht. Hij is er toch niet helemaal gerust op, en contacteert zijn huisarts. Die heeft echter geen extra informatie, en weet niet beter dan te concluderen dat Herman niet in quarantaine moet. Dus Herman gaat als een vrij man naar een vergadering, en op vrijdagavond naar een bruin café. 's Anderendaags krijgt hij echter een bericht van zijn huisarts: Herman is toch positief getest. Hij is kwaad omdat ze hem hadden gezegd dat hij binnen 24 uur zou verwittigd worden, terwijl het meer dan drie dagen geduurd heeft.

Even de tijd stilzetten

Hier moeten we twee aspecten uit elkaar houden. Enerzijds klaagt Herman dat hij pas na drie dagen werd verwittigd, terwijl men eerst één dag had gezegd. Als je niet krijgt wat je wordt beloofd (een bericht binnen een bepaalde tijd) mag je inderdaad ontevreden zijn. Anderzijds had hij terecht onzekerheid over zijn toestand, net omdat hij geen bericht had gekregen. En hier speelt zijn denkkader mee, dat denkt: "ik hoop dat ik niet besmet ben, want ik zou naar die vergadering moeten, en ik wil ook graag naar mijn bruin café". Zijn onzekerheid door het uitblijvend bericht wordt hier wat gekneed in de vorm van zijn kader, waarbij hij zijn huisarts nog een handje laat helpen, wat leidt tot de conclusie "ik zal wel niet besmet zijn", wat vervolgens verder leidt tot "ik kan naar de vergadering en naar het café".

Het kader op de achtergrond

Als dan na drie dagen toch de bevestiging van een besmetting komt, voelt Herman zich uiteraard bedrogen. Hij heeft mogelijk, en ongetwijfeld tegen zijn wil, meerdere mensen besmet met het virus. Op dat ogenblik komt dat over als een beschuldiging, en daartegen zoek je automatisch een verdediging. En die vindt hij uiteraard in het feit dat hij pas na drie dagen is verwittigd, in plaats van na één dag.

De invloed van zijn eigen denkkader negeert hij gemakshalve. Het is voor de meeste mensen niet evident om rekening te houden met hun eigen drijfveren. Tegelijk is het wel verleidelijk om je eigen aandeel in een probleem te negeren. Herman heeft immers besloten dat hij niet besmet was, hoewel hij ook verder had kunnen navragen tot hij zekerheid had.

Ging het ziekenhuis in de fout?

Waarom heeft Herman niet bij het ziekenhuis aangedrongen om de uitslag van de test te kennen? Da's simpel; men had hem gezegd "als ge niet besmet zijt krijgt ge geen bericht", en hij heeft geen bericht gekregen (na één dag), dus hij is niet besmet.

Stel nu eens dat het ziekenhuis had gezegd "ge moet in quarantaine blijven tot ge een bericht hebt gekregen, positief of negatief". Dan had Herman zich allicht mateloos geërgerd aan het uitblijven van een bericht, was hij mopperend thuisgebleven van de vergadering en niet naar het café geweest, en had hij de besmetting niet doorgegeven, en de schuld daarvoor niet moeten dragen.

Kijken we even naar de onderdelen van het bericht:
– "Als ge positief zijt wordt ge binnen de 24 uur verwittigd". Hier is het al gevaarlijk, omdat niet duidelijk is wanneer die 24 uur beginnen te tellen, na de staalname, of na de analyse. Een vlag-en ladingprobleem.
– "Als ge niet besmet zijt wordt ge niet verwittigd". Hier zit een onvolledigheid in de procedure. Het is immers niet uitgesloten dat de analyse niet binnen 24 uur beschikbaar is, en dat creëert een gapend gat tussen het aflopen van die 24 uur en het ogenblik van de melding van het resultaat. Er was inderdaad een periode waarin besmettingen ongehinderd zijn kunnen doorgaan; we hebben gezien wat de gevolgen zijn.
– Nog een onvolledigheid: als de test negatief is blijft de periode van onzekerheid in feite bestaan. Tot aan de 24 uur is de onzekerheid 100%, daar kan je mee leven. Daarna neemt ze geleidelijk af, maar hoe lang duurt ze? Er zijn vakantiegangers die pas na 3 weken een bericht kregen. In die periode probeert een mens uiteraard een zo normaal mogelijk leven te leiden, en dan is het begrijpelijk dat daar risico's genomen worden.

Conclusie: het ziekenhuis heeft een foutief, ineffectief bericht gegeven. Waarom valt hier niemand over?

Ook Pano heeft het niet opgemerkt

In het geschreven verslag over de "Hotel Corona" reportage wordt met geen woord gerept over de fout in het bericht van het ziekenhuis. Dat betekent dat ook de reporters er niet bij stilgestaan hebben dat een correct bericht de verspreiding van het virus had kunnen beperken. En als je nu denkt "dat virus was er toch wel geraakt", denk dan nog eens.

Gedurende drie dagen zijn er besmettingen gebeurd die hadden kunnen vermeden worden. De snelheid van de besmetting door een virus wordt uitgedrukt met een reproductiegetal. Bij een reproductiegetal 2 veroorzaakt elke besmette persoon een besmetting bij 2 andere personen. Dat getal is geen vaste waarde, maar een gemiddelde; Herman heeft in de vergadering en het café mogelijk veel meer mensen besmet. In elk geval, hoe hoger het reproductiegetal van het virus, hoe sneller het virus zich verspreidt. Omdat er veel factoren meespelen (zoals de lockdown) is het moeilijk om dit in cijfers uit te drukken. Misschien geeft het volgend rekenraadsel toch een idee.

Als in een vijver met één waterlelie het aantal waterlelies elke dag verdubbelt (wat overeenkomt met reproductiegetal 2), en de vijver vol is na 10 dagen, wanneer is de vijver dan half vol? Antwoord: na 9 dagen (en niet na 5 dagen). De verspreiding gaat in het begin traag, maar dan hoe langer hoe sneller. Als de groei van de waterlelies pas drie dagen later zou beginnen (dus op dag 4), zou op dag 10 slechts 1/8 van de vijver bedekt zijn, m.a.w. er zouden acht keer minder waterlelies zijn. Denkoefening: "als de besmette personen drie dagen in quarantaine waren gehouden, waren er 8 keer minder doden geweest"; deze redenering klopt uiteraard niet (omdat het reproductiegetal niet 2 is, omdat de analysetijd niet voor iedereen drie dagen was, omdat er maatregelen genomen zijn tegen de verspreiding, enz.) maar ze toont wel aan dat het vrij laten rondlopen van besmette personen, al is het maar drie dagen en afhankelijk van het reproductiegetal, een groot verschil kan maken. De teruggekeerde Italië-skiërs hebben de verspreiding extra vroeg in gang helpen zetten. In die eerste week heeft het virus heel wat vermijdbare kansen gekregen, en daardoor mogelijk een basis gelegd voor de hoge oversterftecijfers in België. Als er in Duitsland relatief minder gevallen waren is dat vooral te wijten aan de maatregelen in de beginperiode.

Door een basale fout in het ziekenhuis zijn mensen in gevaar gebracht, en mogelijk zelfs overleden.

En waarom dan? Efficiëntie?

In het algemeen is het bericht "als ge niks verneemt is het OK" waardeloos, absurd, gevaarlijk, absoluut te mijden, onverantwoord, en nog wat van die dingen, en dus onbegrijpelijk. Waarom geven mensen dan toch een dergelijk bericht? Allicht omwille van vermeende efficiëntieredenen. Het is uiteraard belangrijk dat een patiënt wordt verwittigd bij een positieve test, dus dat zal zeker gebeuren, maar als de test negatief is, dan is er toch geen gevaar, dus waarom dan extra moeite doen? Er zijn redenen genoeg om er dan niet aan te beginnen. Waar zijn die patiënt zijn contactgegevens nu weer, zijn die wel juist, heb ik wel een communicatiemiddel in de buurt, heb ik wel tijd hiervoor, en ik heb wel iets beter te doen dan een negatieve test te melden die geen verschil maakt…  Niet dus.

Het grote probleem: efficiëntie valt op en ligt voor de hand, effectiviteit wordt gemakshalve vergeten. Een procedure is effectief als ze het gewenste resultaat heeft. In dit geval was het gewenste resultaat dat Herman en al die andere toeristen zouden thuisblijven als ze besmet waren, en dat resultaat is niet bereikt. Hier was de procedure dus niet effectief, met alle nadelige gevolgen voor de omgeving.

Gaan we nu het ziekenhuis beschuldigen van nalatigheid? Nee toch? Efficiëntie is toch belangrijk in dergelijke omstandigheden, niet? Iedereen wil toch efficiënt werken, niet? Zeker in een ziekenhuis, dat door de overheid betaald wordt… en dat mee instaat voor de volksgezondheid…?! Is effectiviteit niet belangrijker dan efficiëntie?

Om effectief te zijn had het ziekenhuis moeten zeggen: "blijf thuis tot ge bericht krijgt". Efficiëntie zonder effectiviteit is een kanker van de maatschappij (zie ook Noels' boek "Gigantisme"). We moeten leren eerst te denken aan effectiviteit, en pas daarna aan efficiëntie.

De vertraging

Na het verhaal van Herman gaat de reportage verder met het verloop van de analyse. Het staal moest naar het referentielaboratorium van Marc Van Ranst in Leuven. Dat had op dat ogenblik te weinig capaciteit, en stuurde het staal door naar een ziekenhuis in Aalst. Het resultaat van de test werd teruggemeld aan het labo in Leuven, van daar naar het ziekenhuis in Tienen, dan naar de huisarts, om vervolgens bij Herman een donderslag te veroorzaken op een zonnige zaterdagmiddag.

Dat dit drie dagen duurde lijkt mij niet abnormaal. Het ging om een vrij nieuwe situatie, met veel onzekerheid, en veel zoeken naar de optimale processen. Het staal moest fysiek getransporteerd worden; van Tienen naar Leuven, van Leuven naar Aalst. En telkens moet dat transport georganiseerd worden. En we gaan toch niet voor één staal rijden? Trouwens, ben je al ooit van Leuven naar Aalst gereden, in de spits van toen (er was nog geen lockdown)? Dus dat vraagt tijd. In feite heb je een gelijkaardig aspect bij de informatieverwerking. Er is een laborant die instaat voor de uitvoering van de testen, en er is mogelijk iemand anders verantwoordelijk voor het doorgeven van de resultaten. Telkens waar processen in batch verlopen (dat wil zeggen dat een aantal eenheden gelijk worden getransporteerd, dan gelijk voorbereid, dan gelijk getest, dan gelijk gerapporteerd e.d.), ontstaan er wachttijden, zelfs in zeer dringende omstandigheden.

Had de analyse van het staal van Herman sneller gekund? Misschien. Het is niet zeker dat hier maximale spoed gezet is. Het labo was allicht niet op de hoogte van wat de ziekenhuisarts aan Herman had beloofd. In de labo's weet men ook wel dat alle stalen zo snel mogelijk moeten geanalyseerd worden, maar bij de verwerking van het staal van Herman in Aalst was allicht niet bekend dat de man twee dagen voordien al een bericht had verwacht.

Zal zo'n analyse in de toekomst sneller gaan? Waarschijnlijk wel, vermits men uit de huidige crisis iets zal leren, en waarschijnlijk de productie- en communicatieprocessen zal aanpassen.

Nog maar eens, voor wie hem nog niet gezien heeft, de olifant in de kamer: als men aan Herman en anderen het juiste bericht had gegeven, m.a.w. als effectiviteit had geprimeerd op efficiëntie, dan was de analysetijd van drie dagen geen probleem geweest, en waren veel besmettingen vermeden.

Een polemiek… of toch niet?

Maar door de fout in het bericht waren die drie dagen dus wel een probleem, wat in de reportage dan weer een aanleiding is voor een polemiek, met aan de ene kant prof. Goossens (heet ook Herman, vandaar die "prof." om het verschil te maken), die vond dat men zich veel te lang richtte op één laboratorium, en aan de andere kant prof. Van Ranst (ook "prof.", om even in evenwicht te blijven met Goossens), die zegt dat daar niks van aan is. Dit is natuurlijk brandstof voor een reporter: de hoofdrolspelers die het oneens zijn. Willen de heren onderling strijden? Neen, dat willen deze professionelen doorgaans niet, en al helemaal niet voor de pers. Waarom doen ze het dan?

Maar strijden ze wel? Anders gezegd, zijn ze "tegenstrijdig"? Goossens zegt dat het niet vol te houden was om alle tests in één ziekenhuis te laten doen, en dat hij begin maart de overheid over zijn standpunt geïnformeerd heeft (hopelijk niet enkel per mail, want die kan achterblijven…). Van Ranst zegt dat men al eind februari contacten had gelegd met andere ziekenhuizen om de testcapaciteit te verhogen. Het is onduidelijk hoeveel tijd er ligt tussen het "einde februari" van de ene en het "begin maart" van de andere, maar beide stellingen sluiten elkaar niet uit, dus er is hier alvast geen tegenstrijdigheid.

In de reportage komt tussen Goossens en Van Ranst ook Dr. Stroobants aan het woord, een spoedarts in Antwerpen. Hij begrijpt niet dat men de testen in één labo heeft willen houden, wetende dat er een stormloop zou kunnen zijn, en dat de testen lang zouden kunnen duren. Hij zegt letterlijk: "volgens mij is dat onlogisch". Volgens de rilling in mijn ruggegraat bedoelde hij: "dat klopt volgens mij niet". Ik denk dat hij de stelling van Pano, nl. de exclusieve bevoegdheid van het labo van Van Ranst, niet kon geloven. Wat men hem in de reportage laat zeggen kan echter op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Vervolgens gaat Pano wel met de commentaar van twee experten (!?) naar Van Ranst, om hem het vuur aan de schenen te leggen. En als er een lontje is komt er vuurwerk van, en daarvoor doen we het toch? De neiging om mediageniek nieuws te maken is een bedreiging voor waarheidsgetrouwe rapportering. Ik mag hopen dat ofwel Stroobants niet bedoelde wat ik denk dat hij bedoelde, ofwel Pano de spoedarts niet met opzet in dit onduidelijk kader heeft gepresenteerd ("geframed" als het ware). De sequentie Goossens > Stroobants > Van Ranst maakt mij in elk geval argwanend omtrent de zuivere bedoelingen van Pano, want ook die sequentie kan als "framing" gezien worden; als dat met opzet gebeurde, krijgt die kadering wel een vies bijsmaakje.

Nog een gevolg van de olifant: als een effectief bericht was gegeven, waren die drie dagen voor de analyse geen probleem geweest, en was er ook geen aanleiding geweest voor een polemiek daarover. Je wil niet weten hoeveel tijd en energie de maatschappij verliest aan problemen waarvan de oorzaken worden genegeerd.

En nog een paar van die dingen

Tot zover de kern van de zaak, over effectiviteit en efficiëntie in het algemeen, en specifiek bij de bestrijding van het corona-virus. Maar de tekst van VRT NWS bevat nog enkele interessante aspecten, o.m. betreffende de hardnekkige misverstanden dat een compromis iets goed zou zijn, en dat digitalisering de wereld gaat redden.

De gevalsdefinitie: toch weer geen compromis?

Uit de samenvatting op VRT NWS:
De (te) strenge gevalsdefinitie heeft volgens Marc Van Ranst grote gevolgen gehad. "Ik denk dat het eng houden van de gevalsdefinitie bepalend is geweest voor een heleboel dingen die beter hadden kunnen gaan in deze epidemie, zeker in de begindagen". Minister van Volksgezondheid Maggie De Block kaatst de bal terug. Zij wijst erop dat Marc Van Ranst mee aan tafel zat tijdens de discussies over de gevalsdefinitie. "Als je rond de tafel zit voor een discussie en je komt tot een compromis, dat vind ik dat je dat ook allemaal moet verdedigen".

De eeuwige ellende van het compromis, Belgisch of niet. Een compromis is enkel goed om een meningsverschil op te lossen, in dit geval omtrent de breedte van de gevalsdefinitie, maar het verandert niets aan het eigenlijke probleem, nl. het bepalen van de optimale gevalsdefinitie. Veronderstellen dat iedereen die in de vergadering zat het compromis zal volgen is iets dat misschien kan werken bij politici, maar niet bij experten. Het is niet omdat je in een vergadering tot een compromis komt, dat het compromis ineens voor iedereen OK is. Een expert hoeft zijn mening dan ook niet te wijzigen, alleen maar omdat hij in de vergadering zat. De commentaar van De Block op Van Ranst is dan ook onterecht, en getuigt van een gebrek aan wetenschappelijk inzicht (de wetenschap leeft immers van tegengestelde meningen) en groepsdruk, iets wat helaas in zeer veel organisaties schering en inslag is. De corona-crisis toont de nadelige gevolgen. En aan de oversterfte te zien, was de gevalsdefinitie duidelijk te eng. Als je de waterlelies ongemoeid laat, groeit de hele vijver vol. En compromissen zijn een pest (!) bij het oplossen van problemen.

In dit verband denk ik ook aan de uitdrukking "de wetenschap informeert, de politiek beslist" (ik houd telkens mijn hart vast). En vervolgens aan die andere die al een paar keer opgedoken is: "vroeg of laat gaan de mensen de ruiten van het parlement eens ingooien". Kan de politiek echt niet beter? Als ze nu eens effectiviteit laten primeren op efficiëntie, en basale fouten zien te vermijden, dan zijn we al een heel eind verder.

De mondmaskers

Uit de samenvatting op VRT NWS:
Er was wel een grote reserve aan mondmaskers, maar die werd in 2017 vernietigd. De voorraad werd nadien niet opnieuw aangevuld, wat achteraf gezien een grote vergissing blijkt. "We waren bezig met de uitwerking van een nieuw systeem, maar we zijn door het virus in snelheid gepakt", zegt minister van volksgezondheid Maggie De Block.

(1) Waarom waren de mondmaskers vernietigd? Dat lijkt mij niet duidelijk. Officieel omdat ze "verlopen" waren? Een artikel in Sceptr geeft meer informatie, zowel over de houdbaarheid, die overigens enkel de elastiekjes betreft, als over de vraag aan het Rode Kruis om de mondmaskers op te ruimen om plaats te maken voor vluchtelingen. Zelfs als je vragen hebt bij de betrouwbaarheid van Sceptr is dit interessante informatie. Dat De Block alleen maar wijst op de houdbaarheid is bedenkelijk.

(2) Vernietiging om gelijk welke reden zou je kunnen overwegen als je tamelijk zeker bent dat op korte termijn een nieuwe voorraad geleverd wordt. Maar dat was blijkbaar niet het geval. Nochtans was de houdbaarheid voordien al meerdere keren ruim overschreden, dus had dat nu ook nog wel gekund. Waardoor meteen het "plaats ruimen" (om eender welke reden) onderstreept wordt als reden voor de vernietiging.

(3) Over welk "nieuw systeem" gaat het? Allicht over een informatiesysteem, en anders een procedure, waar allicht ook weer een informatiesysteem aan vast hangt. En dat systeem is dan weer omwille van allerlei ICT-technische en vooral niet-technische redenen nog niet gerealiseerd… (zie ook het boek Hoe IT-projecten slagen en falen). Dat dit nog steeds een argument is om problemen te verklaren (en verantwoordelijkheden af te schuiven) is onbegrijpelijk.

Moet er nog zand zijn? Ik moet mijn voorraad eens aanvullen; nog een geluk dat zand lang houdbaar is.