The intelligence trap

Auteur:
BOE774

Rugtekst

'A startling, provocative and potently useful book' Sunday Times

What blinkered Einstein and Edison? Why did Steve Jobs and NASA make lethal errors of judgement? How might environmental disaster and social inequality be averted?

It is time for us to learn a new way of thinking.

The twenty-first century presents complex problems that require a wiser way of reasoning, one that recognises our current limitations, tolerates ambiguity and uncertainty, balances multiple perspectives, and bridges diverse areas of expertise.

Whatever our age and experience, whether a NASA scientist or a school student, we will benefit from wielding our minds with insight, precision, social sensitivity and humility.

In an exhilarating journey through current research, drawing on insight from Socrates to Benjamin Franklin and some of the world's most successful industries, award-winning science journalist David Robson shows how to build a cognitive toolkit to help us all maximise our full potential.

Bespreking

In The stupidity paradox wordt regelmatig gezegd dat intelligentie geen bescherming biedt tegen domheid, en worden processen voorgesteld om het probleem te vermijden; maar die processen vergen aandacht en tijd. Hier in de inleiding een opmerking van Descartes: "zij die vooruit gaan, maar zeer langzaam, kunnen verder komen via het juiste pad, dan zij die haast hebben en er te veel van afwijken". Veel slechte beslissingen zijn het gevolg van haast; "beter een slechte beslissing dan geen" … Alvast een overeenkomst tussen beide boeken, het ene vertrekkend van de domheid, het andere van de intelligentie.

Tussendoortje in de inleiding: Angela Duckworth van de universiteit van Pennsylvania, heeft baanbrekend werk geleverd betreffende het concept "grit", of de "volharding en passie voor lange-termijn doelen", dat verder niet in dit boek behandeld wordt, maar m.i. essentieel is (weliswaar samen met het concept "lange-termijn doel") om niet te vervallen in "functionele domheid".

Het boek geeft veel informatie over feiten en onderzoeken; de auteur onthoudt zich van het poneren van stellingen, en kritische noten worden niet geschuwd. Je kan je eigen mening vormen.

Deel 1 – The downsides of intelligence: how a high IQ, education and expertise can fuel stupidity

Hoofdstuk 1 – The rise and fall of the Termites: what intelligence is, and what it is not

Wat het ook is, het is zeker niet alles. De Binet-test was de eerste om een bepaalde vorm van intelligentie te meten, en daarna zijn er nog verschillende testen ontwikkeld. Maar er is nooit een duidelijk verband gelegd tussen dergelijke metingen en een "slaagkans in het leven". Bovendien kan de stijging van het gemiddeld IQ in de laatste decennia niet genetisch verklaard worden, dus zijn er andere factoren van invloed op de IQ-score, bv. de toegenomen blootstelling aan complexiteit van leerstof. Pogingen om andere vormen van intelligentie te definiëren (bv. emotionele) hebben uiteindelijk weinig opgeleverd. Er zijn voorbeelden genoeg van veelbelovende kinderen en adolescenten die door verkeerde omstandigheden nergens geraken, tenzij ze het geluk hebben toch nog de juiste ondersteuning te krijgen. Zoals Robert Sternberg, een intussen eminente psycholoog, die geïnspireerd door zijn eigen situatie onderzoek deed, en een theorie ontwikkelde rond analytische, creatieve en praktische intelligentie. Die laatste blijkt in veel omstandigheden (academisch, business, militair) doorslaggevend te zijn om succes te voorspellen. (matige samenvatting voor een wel interessant hoofdstuk)

Hoofdstuk 2 – Entangled arguments: the dangers of "dysrationalia"

Interessante vergelijking hier tussen Canon Doyle en Harry Houdini. "Dysrationalia" (irrationaliteit?) is het fenomeen dat je goed kan scoren op een test voor abstract denkvermogen en toch niet rationeel handelt. Ook Albert Einstein wordt aangehaald, die in de laattse decennia van zijn leven heel wat mislukkingen kende (hij wilde bv. weten hoe God de wereld geschapen had…). Het boek beschrijft heel wat mechanismen die ons denken beïnvloeden, maar het slecht functioneren van chemische processen in ons lichaam wordt niet beschreven. Het werk van Kahneman en Tversky wordt aangehaald, met een korte beschrijving van heuristieken als ankering, beschikbaarheid, framing, en verzonken kosten. En de vraag stelt zich of de ontvankelijkheid voor deze heuristieken afhankelijk is van één of andere vorm van intelligentie. De psycholoog Keith Stanovich vergeleek in 1991 dysrationalia met afwijkingen als dislexie en discalculie, wat individuele verschillen zou verklaren. Echt wel een interessante beschrijving hier; ik ga niet alle punten herhalen. Stanovich heeft intussen een test ontwikkeld die rationaliteit meet; hij zou die graag toegepast zien op studenten, om hun evolutie tijdens studies te meten. Of de wereld op zich ontvankelijk is voor meer rationaliteit is dan weer een andere vraag. Het betoog lijkt volledig, inclusief de rol van referentiepunten (zoals denkbeelden) bij het beantwoorden van vragen; antwoorden hebben de neiging bestaande meningen te bevestigen. En in een wereld waar het erop aankomt anderen te overtuigen, en te zorgen dat je niet door anderen onder de voet gelopen wordt (en vermoedelijk is de wereld altijd zo geweest), heb je inderdaad meer aan wat manipulatie dan aan rationeel denken. Wat dan ook verklaart waarom irrationaliteit via evolutie in ons brein ingebakken zit. En het zijn uiteraard de meest intelligente personen die het best in staat zijn om die irrationaliteit te gebruiken om zichzelf te bedienen.

Hoofdstuk 3 – The curse of knowledge

Er wordt een voorbeeld gegeven waarin FBI experten een grove fout maken bij het matchen van vingerafdrukken. Dan wordt duidelijk gemaakt dat een expert normaal gezien een beter antwoord geeft, maar ook meer geneigd is onzekerheid te maskeren met een gok, en overmatig zelfvertrouwen heeft. Vooral zelf lezen. Het fenomeen is intussen zo bekend in kritieke sectoren (luchtvaart, kernenergie), dat procedures niet alleen fool-proof, maar ook expert-proof gemaakt worden. Al bij al een zeer interessant hoofdstuk, dat uiteindelijk vier vormen van de intelligentieval beschrijft: tekort aan praktische intelligentie, tekort aan rationaliteit, gewenning aan expertisestatus, en automatismen.

Deel 2 – Escaping the intelligence trap: a toolkit for reasoning and decision making

Hoofdstuk 4 – Moral algebra: towards the science of evidence-based wisdom

Benjamin Franklin wordt gezien als een bijzonder wijs man. Een denkwijze als die van hem wordt bestudeerd in de "nieuwe" wetenschap van "op bewijs gebaseerde wijsheid", die ons moet helpen om wijzere beslissingen te nemen en de intelligentieval te vermijden. Er is al één en ander gebeurd op dat vlak, dat erop schijnt te wijzen dat intellectuele bescheidenheid en het vermogen om het standpunt van anderen te begrijpen iemands welzijn beter voorspellen dan intelligentie. Morele algebra is de combinatie van het zorgvuldig (zelfs met punten) afwegen van argumenten en het nemen van voldoende tijd daarvoor, om te vermijden dat beslissingen genomen worden op basis van argumenten die toevallig nog in de "geest" (het geheugen?) aanwezig zijn, terwijl de beste argumenten niet meetellen. Algebra of niet, psychologen hebben al lang uitgemaakt dat tijd nemen de kans op redeneerfouten verkleint; het idee van "beter een slechte beslissing dan geen" wordt in dit hoofdstuk wel grondig onder(ge)graven. Een andere belangrijke techniek is afstand nemen, om de situatie van een andere kant te kunnen bekijken.

Hoofdstuk 5 – Your emotional compass: the power of self-reflection

Dit gaat in eerste instantie over intuïtie. Het lichaam reageert fysisch op dingen die we waarnemen, maar de mate waarin we in staat zijn om die signalen te capteren is voor iedereen verschillend. Wie daarvoor gevoelig is, is beter in staat goede beslissingen te nemen op basis van intuïtie. Maar hoe die intuïtie dan besluit dat een beslissing goed is of niet, wordt niet verklaard; toch een gat in de argumentatie hier. Niet te verwonderen dus dat intuïtie ook slecht kan uitdraaien, en om dat te vermijden (aha!) zijn er twee elementen nodig, nl. emotionele differentiatie (het gebruik van een gedifferentieerd vocabularium voor het beschrijven van emoties), en de ermee samenhangende regulatiestrategieën "afstand nemen" en "herinterpreteren". Ik houd voorlopig toch een onbestemd gevoel (?!) bij dit hoofdstuk, zeker na de opmerking "… engaging with feelings is not a distraction from good reasoning, but an essential part of it". Alsof gevoelens iets met redeneren te maken hebben. Redeneren is nog altijd niet intuïtie toelaten, maar wel een kwestie van argumenten aan te brengen en tegen elkaar af te wegen, toch? Maar gaandeweg lijkt het de bedoeling te zijn om emoties die invloed hebben te herkennen (door reflectief denken), net om te kunnen vermijden dat ze de redenering beïnvloeden. Personen die beter reflectief kunnen denken, zijn beter bestand tegen de verzonken-kosten fabel, tegen framing en tegen de expertisevloek. Mindfulness meditatie blijkt een goede methode te zijn om reflectief denken te ontwikkelen, maar er zijn diverse andere mogelijkheden (bv. in een andere taal spreken of denken).

Hoofdstuk 6 – A bullshit detection kit: how to recognise lies and misinformation

Fake News is alom tegenwoordig. Wat is waar, wat niet? Zeer interessante vraag, in het licht van de voorgaande hoofdstukken, waarin blijkt dat ons denken wordt beïnvloed door allerlei ontastbare elementen waar we doorgaans geen weet van hebben. De auteur heeft het over "truthiness" als een waziger vorm van "truth". In het Nederlands hebben we hier wel een probleem, omdat "de waarheid" wordt geïnterpreteerd als "wat waar is", terwijl het eigenlijk zou moeten betekenen "de mate waarin iets waar is", zoals bij "echt" en "echtheid". Ik probeer "waarheid" verder in de juiste betekenis te gebruiken. Het blijkt dat de (dus gepercipieerde) waarheid van een bericht vooral afhankelijk is van twee factoren, nl. vertrouwdheid (hebben we iets dergelijks nog gehoord?) en vlotheid (is het bericht gemakkelijk te verwerken?). En herhaling heeft ook een groot effect. Goede beschrijving hier, om bang van te worden, zeker als je bedenkt dat de verkiezing van Trump of de brexit de gevolgen kunnen zijn. En een grote conclusie: "if we want to avoid making stupid mistakes, it is essential that we learn to think more critically". Het hoofdstuk eindigt met een overzicht van alle besproken methoden, maar je moet wel alle hoofdstukken lezen om de informatie mee te krijgen.

Deel 3 – The art of successful learning: how evidence-based wisdom can improve your memory

Een stapje verder nu. Ik sta altijd wantrouwig tegenover methoden om het geheugen te verbeteren (hoewel ik niet meer juist weet waarom). Maar als dit mislukt, laat dan duidelijk zijn dat het boek tot hier toe meer dan de moeite van het lezen waard is.

Hoofdstuk 7 – Tortoises and hares: why smart people fail to learn

Bij een vergelijking van de "termites" (mensen met een hoog potentieel, die niet noodzakelijk goed terechtkwamen; zie hoofdstuk 1) met iemand als Richard Feynman (aanvankelijk geen hoogvlieger, maar later wel), besluit de auteur dat evidence-based wisdom ook hier het verschil "kan" maken (toch voorzichtig gesteld) tussen slagen en falen. Wel wat jammer dat niet wordt gedefinieerd wat "slagen" betekent; de voorbeelden gaan altijd over bekende of rijke mensen, maar bekend zijn en slagen lijkt mij nogal verschillend (maar een boek verkoopt uiteraard beter naarmate het meer overeenkomt met maatschappelijke stromingen van dat moment). In elk geval, nieuwsgierigheid lijkt een belangrijke factor te zijn, naast algemene intelligentie en nauwgezetheid, voor academisch (huh?) succes, en meer voldoening in het leven (zonder definitie…). Maar de initiële nieuwsgierigheid van elke peuter wordt al snel teniet gedaan door nadelige toestanden thuis en op school… Een andere belangrijke factor is de mindset (manier van denken): is die rekbaar (nieuwe ervaringen opdoen) of gefixeerd (uitdagingen vermijden)? Een rekbare mindset kan zelfs sociale achterstand compenseren. En overwaardering bevordert een fixatie…

Hoofdstuk 8 – The benefits of eating better: East Asian education and the three principles of deep learning

Je leert beter als het leren niet te gemakkelijk gemaakt wordt. Verschillende technieken: "spacing" (beter in stukken dan aaneensluitend), "interleaving" (verschillende problemen door elkaar aanpakken), en "productive failure" (proberen vooraleer een methode gekend is). En ook verwarring zou positief werken om te leren, maar daar zou ik toch voorzichtig mee zijn. Deze technieken zijn echter zo contra-intuïtief dat ze nauwelijks toegepast worden. Behalve in Japan. Daar is er meer aandacht voor het leerproces dan voor het resultaat (ik zie een parallel met de noodzaak van procesbeheersing in organisaties, i.p.v. KPI's), anders dan in "westerse" landen, waar geleerd wordt dat snelheid belangrijker is dan grondig nadenken (!!). Een rustige leerkracht, die telkens een paar seconden méér tijd neemt, is effectiever op verschillende vlakken; dit terrein wordt ruim uitgewerkt. Als kers op de taart worden principes beschreven van de "Intellectual Virtues Academy" in Californië; de naam komt misschien hoogdravend over, maar de negen principes (in drie categorieën) lijken mij de moeite waard om toch mee te geven (verklaringen in het boek):

  • Aan de slag: nieuwsgierigheid, intellectuele nederigheid, intellectuele autonomie.
  • Goed uitvoeren: oplettendheid, intellectuele zorgvuldigheid, intellectuele grondigheid.
  • Omgaan met uitdagingen: ruimdenkendheid, intellectuele moed, intellectuele vasthoudendheid.

Deze principes vormen zowat de samenvatting van het boek. Als je dan ervaart hoe het er in de wereld aan toe gaat, concludeer je dat er te weinig en/of te slecht wordt nagedacht. Veel te veel beslissingen worden genomen in een (doorgaans economisch) denkproces dat ver af staat van deze principes.

Deel 4 – The folly and wisdom of the crowd: how teams and organizations can avoid the intelligence trap

Hoofdstuk 9 – The makings of a "dream team": how to build a supergroup

Zou het kunnen dat je meer succes kan hebben met minder experts in je team? Blijkbaar wel; in elk geval heeft Ijsland Engeland verslagen op het EK voetbal in 2016. Er is onderzoek gedaan naar de collectieve intelligentie van teams; aan CMU in Pittsburg is een test ontwikkeld. Sociaalvoelendheid is een belangrijke positieve factor, en teams die leunen op één of twee "natuurlijke leiders" presteren slechter. En het gaat helemaal fout zodra de teamleden elkaar gaan bekampen, en die kans is groter naarmate er meer experts tussen zitten. Dit wordt hier uitgebreid aangetoond met uitleg en voorbeelden. Een hiërarchie werkt alleen goed als ondergeschikten ook mogen participeren indien nodig; dit vereist intellectuele bescheidenheid van de top, maar de meeste mensen aan de top hebben daar net veel moeite mee.

Hoofdstuk 10 – Stupidity spreading like wildfire: why disasters occur, and how to stop them

Verrassing: hier wordt de link gelegd met "functional stupidity"; zie ook het boek "The stupidity paradox". Inclusief een beschrijving van de parallellen tussen functionele domheid en de intelligentieval. Het algemene patroon is dat groepen onder bedreiging meer conformistisch, eenzijdig en gesloten worden. Meer en meer leden nemen dezelfde denkbeelden aan (groepsdenken!), geven de voorkeur aan simpele berichten, en vermijden complexe genuanceerde ideeën. Diverse grote rampen worden herbekeken in het licht van de intelligentieval in organisaties. Situaties onder hoge druk reduceren reflectie en analytisch denken. Dit is een hoofdstuk om drie maal te lezen. Zeer interessant.