Why do we do develop habits? And how can we change them?
We can always change. In The Power of Habit, award-winning New York Times business reporter Charles Duhigg translates cutting-edge behavioural science into practical self-improvement action, distilling advanced neuroscience into fascinating narratives of transformation.
Why can some people and companies change overnight, and some stay stuck in their old ruts? The answer lies deep in the human brain, and The Power of Habits reveals the secret pressure points that can change a life. From Olympic swimmer Michael Phelps to Martin Luther King Jr., from the CEO of Starbucks to the locker rooms of the NFL, Duhigg explores the incredible results of keystone habits, and how they can make all the difference between billions and millions, failure and success – or even life and death.
The Power of Habit makes an exhilarating case: the key to almost any door in life is instilling the right habit. From exercise to weight loss, childrearing to productivity, market disruption to social revolution, and above all success, the right habits can change everything.
Habits aren't destiny. They're science, one which can transform our businesses, our communities, and our lives.
Dit is één van de betere boeken, qua inhoud en qua structuur. De verwijzing naar verandering van gewoonten of habits in de titel wordt maar ten dele ingelost (omdat dat nu eenmaal niet simpel is), maar je krijgt wel een overzicht van de verschillende aspecten van gewoonten en hun invloed op individuen en organisaties. Het boek is daardoor altijd de moeite waard, of je nu zelf van een paar slechte gewoonten af wil of niet. Het is interessant genoeg om het helemaal te lezen, van voor naar achter. Als een bepaald stukje in het boek je niet meer interesseert, ga dan naar het volgende (aangegeven met drie grijze bolletjes ●●●) of zelfs naar de volgende sectie (aangegeven in Romeinse cijfers) in het hoofdstuk.
– De werking van het geheugen heeft een grote invloed op het functioneren op korte en lange termijn, en bepaalt voor een groot deel de persoonlijkheid. Je krijgt een beschrijving van enkele gevallen, vooral interessant in medisch opzicht. Af en toe moet je er wel bij nemen dat oude wijn in nieuwe zakken gegoten wordt; aan dat soort marketing ontsnappen boeken doorgaans niet.
– Dan wordt uitgelegd hoe wij een proces als autorijden door herhaling internaliseren in een specifiek deel van de hersenen, de basale ganglia. Het brein probeert alles zo efficiënt mogelijk te doen waardoor het hoofd kleiner kan zijn (dus gemakkelijker bevallingen, dus minder doodgeboortes…; één van de minder zinvolle stellingen) en we tijd konden vrijmaken voor nuttiger dingen als de ontwikkeling van speren en irigatie en vliegtuigen en computer games (lap, daar is de ellende begonnen). Het proces van prikkel – gewoonte – beloning zet zich vast, en loopt automatisch wanneer het kan, of het nu een goede of een slechte gewoonte is.
– Gewoonten ontstaan zonder controle van de rest van de hersenen. Sinds de 90-er jaren wordt veel onderzoek gedaan naar gewoontevorming, door universiteiten en door "corporate scientists working for P&G, Microsoft, Google, and hundreds of other companies…"; die laatste uiteraard om er meer aan te verdienen. Hier wordt goed uitgelegd hoe sterk en dus gevaarlijk gewoonten kunnen zijn, en hoe ze ons overrompelen.
Dit hoofdstuk is interessant, verhelderend en verrassend. Het is de begeerte of behoefte die een repetitief proces tot een gewoonte of automatisme maakt. Goed geïllustreerd met voorbeelden als Pepsodent en Febrèze.
Hier wordt het een stuk minder duidelijk. De basisregel is blijkbaar "behoud de prikkel en de beloning, en verander de gewoonte", maar hoe dat in zijn werk gaat of zou kunnen gaan is blijkbaar moeilijk uit te leggen. De voorbeelden van een American football club en de Anonieme Alcoholistenbond (AA) zijn niet verhelderend. Dat de trigger (bv. een luie TV-avond) ook kan dienen voor een gesprek (behoud de prikkel) lijkt mij niet evident, en dat je uit een gesprek dezelfde beloning zou kunnen halen als uit een fles Porto (behoud de beloning) is op zijn minst vreemd. En ook God lijkt regelmatig weer een rol te spelen, en dan wordt het helemaal flou. Ik zou eerder denken dat het proces van prikkel – gewoonte – beloning best kan aangepakt worden door de prikkel te vermijden en/of de beloning te vervangen… Is dit dan een boek om niks? Nog niet zeker, maar in elk geval lijkt de basisregel niet te kloppen. Lees zeker ook de tekst die hier en daar in kleine letters staat in (lange) voetnoten; die is doorgaans iets diepgaander. Overigens, ook op spiritualiteit wordt verder ingegaan, omdat een vorm van geloof blijkbaar cruciaal is om niet in de oude gewoonte te hervallen op stressvolle momenten (dus ook de herkenning van stressbronnen is zeer belangrijk). Onderzoek bij succesvolle AA's wees uit dat het niet gaat om God, maar wel om geloof in iets beter, en uiteindelijk om geloof in zichzelf om stress aan te kunnen zonder alcohol. Tegelijk wordt uitgelegd dat een ommekeer kan volgen na een tragedie, maar ook door interactie met anderen (zoals bij AA); het wordt reëel als we onze verandering herkennen in de ogen van anderen. Maar het American footbal voorbeeld raakt dan weer de grond niet; geloof is ongrijpbaar. Wel duidelijk in dit hoofdstuk: wat verhalen hier en daar in een boek maakt het altijd aangenaam om te lezen…
Als deel 1 enkel over individuen gaat, en deel 2 over organisaties, dan lijkt deel 1 wel onvolledig; je blijft serieus op je honger zitten. Maar dat is gelukkig maar schijn. In deel 2 gaat het ook over individueel gedrag, en worden belangrijke elementen toegevoegd.
Hier wordt het verhaal verteld van Paul O'Neill, de CEO die Alcoa uit het slop haalde door te focussen op één aspect, nl. veiligheid. Het kweken van gewoontes die de veiligheid ten goede kwamen leidde vanzelf tot een attitude die ook op andere vlakken verbeteringen genereerde. Ik zie een parallel tussen gewoontevorming en processen; "Routines are the organizational analogues of habits" wordt gezegd. O'Neill constateert dat gewoontes ("routines", wat ik zie als procesbeheersing) succes maken of breken, als goede en slechte gewoontes. O'Neill's focus op veiligheid had overigens veel te maken met de sterke vakbonden bij Alcoa (vooral ontstaan door mismanagement); hij had nl. een gemeenschappelijk doel nodig. Die focus op veiligheid leidde vervolgens tot verbeterd procesmanagement, met positieve gevolgen voor kwaliteit en efficiëntie, en dus profijt. Er wordt overigens een interessante vegelijking gemaakt tussen deze veiligheidsfocus en "exercising"; ook fitness heeft blijkbaar een invloed op allerlei andere aspecten, zoals gezonde voeding en persoonlijke effectiviteit (verder meer daarover). Een fragment: "If you focus on changing or cultivating keystone habits, you can cause widespread shifts. [..] Keystone habits offer what is known within academic literature as 'small wins'. They help other habits to flourish by creating structure, and they establish cultures where change becomes contageous". Dus structuur is belangrijk (!), zoals gewoonlijk (!). Zelf denk ik ook dat de kans op een betere aanpak dikwijls groter wordt naarmate de actuele toestand slechter is (bij Alcoa werden poppen van managers in brand gestoken…), of een tragedie zich voordoet, omdat je daardoor anders gaat denken. Ook denken (en dus het idee over de eigen gewoonten) is immers gevoelig voor patroon- of gewoontevorming. Misschien moet er zowiezo iets extern gebeuren (t.o.v. een individu, bv. een ongeval, of t.o.v. een organisatie, bv. een nieuwe CEO) vooraleer er iets kan veranderd worden. Misschien moet je als individu eerst overduidelijk kennismaken met de nadelen van je gewoonte vooraleer je ze kan veranderen…? Dit boek zegt daar niets over (en spreekt dat dus ook niet tegen).
Een ander belangrijk element is uiteraard wilskracht, en daar kunnen we blijkbaar iets leren van Starbucks. Wilskracht wordt vergeleken met een spier, die door gebruik vermoeid geraakt, eerder dan als een bekwaamheid, die je hebt of niet hebt. Maar het gegeven voorbeeld klopt niet helemaal, vermits daar ook ergernis een rol speelt. Een spier kan inderdaad vermoeid zijn, maar als er geen energie is werkt ze ook niet. Is dat ook zo met wilskracht? Verschillende exprimenten toonden aan dat wilskracht aangeleerd bij één aspect (bv. naar de fitness gaan) ook doorwerkt bij andere aspecten (bv. gezonder eten en drinken; zie hoger), maar wilskracht of zelfdiscipline trainen was nog steeds een ander paar mouwen; je zet een werknemer na een dag werken niet nog eventjes in een wilskracht-training… Wilskracht werkt enkel als je er een gewoonte van maakt. Een test met patiënten na heupoperatie (zware en soms pijnlijke revalidatie) wees uit dat patiënten die op voorhand beschreven wat ze gingen doen, vooral in de keuzemomenten (inflection points) of "pijnpunten" (ook letterlijk), meer wilskracht toonden en merkelijk sneller revalideerden. Op die manier heb je het moeilijkste al eens gedaan (mentaal dan) op het ogenblik dat het ook fysiek gebeurt; ook een soort van "gewoonte". Ook bij Starbucks werd training gegeven op de pijnpunten, met routines die de werknemers voor zichzelf uitwerkten (zoals bij de heuppatiënten). Nog andere testen wezen uit dat het effect van wilskracht veel groter is als de persoon in kwestie zijn acties zelf kan kiezen (of zelfs alleen maar die indruk heeft).
Elk hoofdstuk begint wel gezapig, met een verhaal; leest wel gemakkelijk, en de afwisseling met serieuze onderwerpen komt evenwichtig over. Dit is echter een hoofdstuk dat je niet meteen in dit boek verwacht. Het begint met het voorbeeld van een hospitaal waar ingesleten wanverhoudingen leiden tot medische fouten met dodelijke afloop. Volgend onderwerp is dat "firms are guided by long-held organizational habits, patterns that emerge from thousands of employee's independent decisions" (m.a.w. dat meer afhangt van toeval dan je zou denken; heel herkenbaar als je ooit in een grote organisatie gewerkt hebt). Dit gaat naadloos over in het verhaal van de brand in de Londense metro in 1987, met 31 doden en vele gewonden tot gevolg. En het eindigt met uitleggen dat elke crisis een opportuniteit is voor verbetering (wat klopt, maar dat geldt voor elke fout, niet alleen voor crisissen).
(Target is een grootwarenhuisketen) Twee grote voorbeelden hier: hoe weet een winkel dat je zwanger bent, en wat is er nodig om van een goede song een hit te maken? Het eerste heeft te maken met het wijzigen van je gewoonten qua aankopen, het tweede met het creëren van gewenning. Lees zelf maar.
(Intussen zit je aan p. 215, op 75% van de eigenlijke inhoud; het hele verhaal eindigt op p.290; de rest van het boek, tot p.371, zijn becommentarieerde bronvermeldingen en een index.)
Dit hoofdstuk gaat over het ontstaan en de groei van een kerk, en over de groei van de anti-racisme beweging in de jaren 50-60, met als onderliggend thema "social habits". Een driedelig proces schijnt hierbij op te duiken: "(1) A movement starts because of the social habits of friendship and the strong ties between close acquaintances. (2) It grows because of the habits of a community, and the weak ties that hold neighbourhoods and clans together. (3) It endures because a movement's leaders give participants new habits that create a fresh sense of identity and a feeling of ownership". Gewoonten lijken hierin een grote rol te spelen, en ook hier weer: goede gewoonten maken de toestand beter, slechte gewoonte maken hem slechter. Terloops kan je concluderen dat ook religie op gewoonten drijft (een opsteker voor niet-gelovigen). Toch een minder sterk hoofdstuk, vind ik.
Interessante vraag, zeker als je "De vrije wil bestaat niet" van Victor Lamme gelezen hebt. Twee gevallen worden besproken: een gokverslaafde die zijn schulden niet kan terugbetalen, en een man die slaapwandelend zijn vrouw vermoord. De gokverslaafde wordt verantwoordelijk geacht, de moordenaar gaat vrijuit. Er zijn echter te veel elementen die niet besproken worden (de verantwoordelijkheid van de casino's bij het lokken van klanten, of de wenselijkheid om een moordende slaapwandelaar vrij te laten) om hier iets uit af te leiden. De uitkomsten van beide gevallen zeggen niets over de verantwoordelijkheid over onze gewoonten. De auteur stelt wel dat elke gewoonte, hoe complex ook, kneedbaar is, maar als je niet weet hoe, heb je daar weinig aan. Oh, maar er is ook nog een toemaatje:
Misschien gaan we het toch nog leren. Alhoewel: er is niet één formule, er zijn er duizenden… In tegenstelling tot de belofte "how to change" uit de titel zegt de auteur nu dat het de bedoeling was een kader te bieden om te begrijpen hoe gewoonten werken, en "a guide to experimenting with how they might change"… Niettemin bespreekt hij nogmaals een kader, dat (gelukkig?) afwijkt van het eerder beschreven proces prikkel – gewoonte – beloning: "(1) identify the routine" (da's gemakkelijk), "(2) experiment with rewards" (aha-erlebnis; dit is nieuw), "(3) isolate the cue" (zie je wel…(opm. hfst. 3)), "(4) have a plan" (zie het starbucks verhaal). Dit wordt verder uitgewerkt met als voorbeeld het dagelijkse Amerikaanse chocoladekoekje waar je maar niet vanaf geraakt. Dit is zonder meer de praktisch bruikbare omschrijving waar je naar zocht, maar als deze vooraan in het boek had gestaan had je waarschijnlijk heel de achtergrond gemist.