Acroniemen in kleine letters (bis)

Ik herhaal hier het originele artikel uit 2017, met nieuwe toevoegingen in klein groen, die getuigen van voortschrijdend inzicht (ik ben niet zeker of ik het al 'inzicht' mag noemen, maar het schrijdt in elk geval voort). De Vlaamse 'Taaltelefoon' is intussen vervangen (bijna niemand gebruikt nog een telefoon) door 'Team Taaladvies' (want teams zijn cool). Het tweede deel van dit nieuwe artikel is een bijwerking van 01-03-2023.

Er is nogal wat onduidelijkheid over het gebruik van kleine of grote letters voor acroniemen; dat blijkt uit diverse publicaties. De gevolgen zijn verwarring en nog meer onduidelijkheid. Het Team Taaladvies (Vlaanderen) en de Taalunie (overkoepelend) geven regels, maar daar geraak je nauwelijks uit wijs. Als er al een systeem achter zit, dan is het er toch één van het 7e knoopsgat. Mooi voorbeeld van toenemende (en overbodige) complexiteit op verschillende vlakken.

Erp en bi, da's voor cio's

Uittreksel uit artikel IT-budgetten stijgen, maar skills blijven een probleem in DataNews 21-11-2016:
Andy Rowsell-Jones ziet ook waarin veel minder dan vroeger geïnvesteerd wordt: in erp-oplossingen. "Heel wat cio's vinden hun huidige erp-oplossingen good enough en gaan liever voor meer bi en analysetools. Bij de top performers […] zie je dat nog veel nadrukkelijker. Daar investeert maar liefst 47 procent het meeste extra geld in bi en analytics, en valt het stuk erp terug tot maar 8 procent."

Een 'cio' is een CIO of Chief Information Officer, 'erp' of ERP staat voor Enterprise Resource Planning, 'bi' is niet bi-seksueel maar wel BI of Business Intelligence. Iets als 'het stuk erp' leest toch heel anders dan 'het stuk ERP'? En 'meer bi' is toch iets heel anders dan 'meer BI'? Waar komt dit vandaan? Waar hangt de klepel? Wat doen we met die acroniemen?

De gsm is begonnen, meester

Ik heb de indruk dat er de laatste paar decennia meer afkortingen in kleine letters geschreven worden, vooral in de ICT-sector. Mogelijk zit de verspreiding van de gsm daar voor iets tussen. Afkortingen bestaan natuurlijk al veel langer, en de regels daarvoor dus ook, maar die veranderen soms. Ik meen mij te herinneren dat GSM aanvankelijk met grote letters werd geschreven, en dat vervolgens gewijzigde of verduidelijkte regels er 'gsm' van maakten. Even kijken hoe dat ineen zit. We vragen het aan de meester.

Initiaalwoorden en letterwoorden

De site van het Team Taaladvies (de vroegere Taaltelefoon) geeft (g)een goede uitleg over afkortingen, die worden ingedeeld in 'echte' afkortingen, symbolen, initiaalwoorden, letterwoorden en verkortingen. Wat ons hier interesseert zijn de initiaalwoorden en de letterwoorden. Beide zijn verkorte vormen die uit de beginletters van woorden zijn samengesteld; een initiaalwoord wordt letter voor letter uitgesproken (zoals btw), een letterwoord daarentegen als een gewoon woord (zoals ufo). Beide worden in principe zonder punten en met kleine letters geschreven. (1) Al dadelijk een serieus probleem: een woord dat je letter per letter uitspreekt (bv. btw) zou een initiaalwoord zijn, en een woord dat je in zijn geheel uitspreekt (bv. ufo) zou een letterwoord zijn?? Dit lijkt op een vlag-en-ladingprobleem, maar het is zeker onverwacht (het omgekeerde lijkt logischer, toch?), dus dit is eerder (of óók) een systeem van het 7e knoopsgat. De menselijke geest is immers geneigd de logica te zoeken en te volgen, maar dat lijkt hier verkeerd uit de draaien. (2) In feite begint het probleem al bij de 'echte afkortingen'. Als je iets wil uitleggen over afkortingen, en al dadelijk begint met een onderscheid tussen echte en onechte afkortingen, dan creëer je zelf een vlag-en-ladingprobleem. Immers, echte en onechte afkortingen zijn allemaal afkortingen, net zoals grote en kleine ballonnen allemaal ballonnen zijn. Dus elke regel die geldt voor 'afkortingen' geldt evengoed voor 'onechte afkortingen'. Overigens, als je deze en deze pagina's vergelijkt met elkaar, lijkt het Team Taaladvies met 'echte' afkortingen de redactionele afkortingen te bedoelen, en dat wordt zelfs bevestigd op deze pagina. Misschien hebben verschillende personen met verschillende inzichten omtrent afkortingen aan deze pagina's gewerkt, misschien ontbreekt gewoon het inzicht in de aard en de gevolgen van basale fouten; zeker is wel dat die te vermijden zijn.

Trouwens, of 'acroniem' wel een goed woord is voor iets als 'btw' is niet heel zeker. Sommige bronnen beweren dat 'acroniem' wel synoniem is voor 'letterwoord', maar niet voor 'initiaalwoord'. We negeren hier even het feit dat ook een initiaalwoord bestaat uit (de eerste) letters van andere woorden en bijgevolg ook een letterwoord is, en ook letterwoorden (voorbeelden zie verder) uit initialen bestaan en dus initiaalwoorden zijn; een duidelijk vlag-en ladingprobleempje. We negeren hier even niks meer; het onderscheid tussen initiaalwoorden en letterwoorden werkt niet. De Grote Van Dale zegt voor acroniem enkel 'woord gevormd uit de beginletters van andere woorden'. Ik gebruik 'acroniem' verder in die algemene betekenis.

Dat een woord kán uitgesproken worden, lijkt mij de enige reden om dat ook te doen. Je zegt niet uu-ef-oo, maar ufo, gewoon omdat het kan; idem met 'pin' i.p.v. 'pee-ie-en' (voor Personal Identification Number; merk op dat 'pincode' een pleonasme inhoudt). Het enige verschil tussen een initiaalwoord en een letterwoord is dan dat een letterwoord als woord kan uitgesproken worden (zoals ufo, vip of laser), en een initiaalwoord niet (bv. btw en bvba). Het lijkt mij nutteloos om beide om die reden dan maar in verschillende categorieën te steken, vermits dat blijkbaar geen verschil maakt voor de schrijfwijze (basale fout: overbodige complexiteit).

De regels en de uitzonderingen

Er zijn aparte regels voor initiaalwoorden (btw) en voor letterwoorden (ufo). 't Is te zeggen, meerdere regels en nog wat uitzonderingen (zie ook De uitzondering en de regel), sommige gelijk, andere verschillend. Je wordt er draaierig van. Wat wel duidelijk is:
– De basisregel is: kleine letters en geen punten (doet mij denken aan de veralgemeende voorrang van rechts, ook nadelig).
– De regels zijn zo talrijk en lijken zo willekeurig dat je ze bij de hand moet houden om ze correct te kunnen toepassen, en dan nog…
– Onder meer in ICT-termen blijven de hoofdletters vaak behouden als dat gebruikelijk is (…). Maar daarmee weet je nog niet wanneer wel en wanneer niet.

Om eruit te geraken heb ik de regels en uitzonderingen één voor één toegepast op 'erp' en op 'bi'. Ik bespaar je de details, maar het is bijna ondoenbaar; probeer het zelf eens (zie de verwijzingen hierboven). Voor 'erp' kom ik nergens uit, voor 'bi' bij 'b.i.'. Ik heb het gevoel dat er nog een regel ontbreekt…

Mag het iets minder zijn?

Zo'n analyse kan je niet telkens gaan maken, omdat de regels te divers zijn. Dit is duidelijk een systeem van het 7e knoopsgat. De menselijke geest is niet in staat om een dergelijk samenraapsel van regels en uitzonderingen efficiënt in te zetten om een juiste schrijfwijze te bepalen. De regels houden geen rekening met die menselijke beperking. Bovendien, maar dat is minder zichtbaar, worden regels enkel onthouden en toegepast naarmate ze steek houden. Schrijvers hebben geen houvast aan de regels. Ze zien wat anderen schrijven, en doen vervolgens wat hen het beste lijkt. De ingesteldheid als volger of kritische geest of ergens daartussen bepaalt dan de regels, die je in feite een beetje zelf maakt, maar zo ontstaat er geen eenvormigheid. De eenvoudigste regel zou zijn ofwel 'alle acroniemen in grote letters', ofwel 'alle acroniemen in kleine letters'.

En er is meer…

Mogelijk is een trend om kleine letters te gebruiken ontstaan en/of versterkt doordat website-adressen (altijd) en e-mailadressen (meestal) volledig in kleine letters geschreven worden, omdat groot of klein daar functioneel geen verschil maakt. Bovendien, als we een gewoonte aannemen hebben we ook de neiging die overal door te trekken. M.a.w. als we de meeste afkortingen in kleine (of grote) letters moeten schrijven, hebben we de neiging om alle afkortingen in kleine (of grote) letters te schrijven.

Een voorbeeld. In het webadres van de KMO-portefeuille staat "kmo-portefeuille" en in het e-mailadres "kmoportefeuille". Ik kreeg een mail met onderwerp "kmo-portefeuille: 2016KMO123456 – bevestiging storting", ondertekend met "kmo-portefeuille, Vlaamse Overheid".

Tegenstrijdigheden genoeg. Je kan je afvragen of het onderwerp van een mail met hoofdletter geschreven wordt of niet. Maar kijk je mails maar eens na: buiten de familiale communicatie is de hoofdletter wel gebruikelijk. Met KMO in hoofdletters was er dan zowiezo geen probleem geweest, en anders had ik minstens "Kmo-portefeuille" verwacht (wat m.i. overigens ook nergens op lijkt). Maar neen, we maken tegenwoordig blijkbaar alles klein, dus "kmo-portefeuille". En dan meteen ook maar 'bevestiging' i.p.v. 'Bevestiging'? Een gelijkaardig probleem bij de ondertekening. Waarom eigenlijk niet "vlaamse overheid", en wel "Vlaamse Overheid"? Ah, maar Vlaams is (afgeleid van) een eigennaam, en die moet met een hoofdletter. "Vlaamse overheid" dan? Waarom niet, als "kmo-portefeuille" zelfs in orde is?

Met "KMO-portefeuille, Vlaamse Overheid" had allicht niemand een probleem gehad.

Goede tekst leest vlotter

Lezen moet vlot gaan, omdat elke struikeling een onderbreking vormt in de gedachtegang van de lezer, en bijgevolg de effectiviteit van de tekst vermindert. Het gebruik van kleine letters voor acroniemen maakt een tekst moeilijker leesbaar. Als je een tekst leest, verwacht je nog altijd leesbare woorden. We zijn gewend om een 'woord' als KMO of GSM, in hoofdletters, niet als een woord te lezen, maar als het acroniem ka-em-oo of gee-es-em. Woorden als kmo en gsm in kleine letters in een tekst springen er niet meer op dezelfde manier uit, waardoor een extra inspanning van het brein nodig is om die te lezen als acroniemen (weliswaar tot dat probleem door gewenning wordt opgelost, maar dat varieert sterk tussen lezers). Nog erger wordt het als een acroniem als 'OR' (voor ondernemingsraad) ook nog eens leesbaar wordt door het in kleine letters te schrijven als 'or', zoals in "De or zal een voorstel formuleren". Vind je dit OK? Nog zo'n woord dat ik nooit klein zal schrijven; 'ok' is dialect voor 'ook'. Op die manier forceer je mensen bovendien heel gemakkelijk om een ondernemingsraad dan maar gewoon 'or' te noemen…? Want het staat toch zo in de tekst? Onderschat dit effect niet!

Een logische reden waarom BTW als btw zou moeten worden geschreven, wordt niet gegeven. De logica in de regels ontbreekt (!). Typisch bij dergelijke gevallen is dat het heel moeilijk blijkt te zijn om het geheel van de regels (welke woorden klein, welke groot?) nog een beetje begrijpelijk te beschrijven (en dus te begrijpen). Het resultaat: elf regels en uitzonderingen.

En het waarom is nog steeds niet duidelijk.

Alles hetzelfde?

Bekijken we even een aantal voorbeelden die volgens de Taaltelefoon (2017) in grote letters geschreven worden (de lijst is hervormd bij de overgang naar Team Taaladvies; zie ook de pagina's over afkortingen):
– Initiaalwoorden:
ADSL (asymmetric digital subscriber line)
BV (bekende Vlaming)
CEO (chief executive officer)
DNA (deoxyribonucleic acid)
EHBO (eerste hulp bij ongevallen)
ISDN (integrated services digital network)
MKZ (mond-en-klauwzeer)
PS (postscriptum)
SUV (sport utility vehicle) (had een letterwoord kunnen zijn, maar dat zou klinken als 'suf')
URL (uniform resource locator)
NMBS (Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)
VRT (Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie)
– Letterwoorden:
CAD (computer-aided design)
FAQ (frequently asked question) (letterwoord? lijkt wel op f*ck)
GAS (gemeentelijke administratieve sanctie)
RAM (random access memory)
SARS (severe acute respiratory syndrome)
FIFA (Fédération Internationale de Football Association)
MAS (Museum aan de Stroom)
MIA (Music Industry Award)
NASA (National Aeronautics and Space Administration)
NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie)
SERV (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen)

Wat volgens het Team Taaladvies in kleine letters moet:
– Initiaalwoorden:
btw (belasting over de toegevoegde waarde)
bvba (besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid)
nv (naamloze vennootschap)
sms (short message service)
– Letterwoorden:
laser (Light Amplification by Stimulated Emission of Radiation)
lat (living apart together)
pet (polyethyleentereftalaat)
pin (persoonlijk identificatienummer)
ufo (unidentified flying object)
vip (very important person)

Kan dan niet alles groot? Bv. BTW, BVBA, NV en VIP, zoals het lang geweest is? Idem met SMS, GSM, LASER, LAT-relatie, PET-fles, PIN-code en UFO. Dat schrijft iets minder gemakkelijk, dat wel (maar zo lui zijn we toch niet?), maar het leest zeker vlotter (en je gaat je niet meer afvragen of een LAT-relatie iets te maken heeft met de lat die te hoog ligt). Een tekst wordt maar één keer geschreven, maar meerdere keren gelezen, dus de vlotheid van lezen zou moeten primeren, efficiëntiegewijs. En waarom is het wel pincode i.p.v. PIN-code maar niet gasboete i.p.v. GAS-boete (allebei met een pleonasme, trouwens)?

(Tussen haakjes, het is blijkbaar CEO en niet ceo, dus ik gok dat het ook CIO, ERP en BI moet zijn. Geen idee volgens welke regel.)

Uiteindelijk blijft het zoeken naar valabele argumenten voor kleine i.p.v. grote letters. Wie is er eigenlijk begonnen met 'gsm' te schrijven i.p.v. 'GSM'? Sinds wanneer is het eigenlijk 'btw' i.p.v. 'BTW'? En waarom? Misschien weet de Taalunie nog iets meer.

De Taalunie

De andere grote referentie, de Taalunie, meldt in een bijdrage uit 2015 dat BTW, CAO en OR (ondernemingsraad) vroeger met hoofdletters geschreven werden. Sinds de Woordenlijst 2005 worden ze met kleine letters geschreven. Ook gsm dateert blijkbaar van toen.

De Taalunie geeft meer uitleg over hoofdletters bij initiaalwoorden en letterwoorden in sectie 17.3 van de woordenlijst. De regels zijn ongeveer gelijk aan die van het Team Taaladvies (even divers, hier en daar een andere nadruk). Toch een interessante toevoeging: 'Naarmate een letterwoord of initiaalwoord ingeburgerd raakt, verdwijnen de hoofdletters'. Is dit dan de reden om bepaalde woorden met kleine letters te schrijven? En wanneer is een woord dan 'ingeburgerd'? Dat blijft evengoed een systeem van het 7e knoopsgat (als die 'inburgering' niet duidelijk bepaald en geregistreerd wordt, bepaalt ieder individu zijn eigen mate van inburgering, met verschillende schrijfwijzen als gevolg). De Taalunie kan misschien naar eigen goeddunken bepalen welke termen 'ingeburgerd raken' (ik stel mij niet voor dat daarvoor bruikbare criteria bestaan die iedereen kan toepassen), maar daarmee zijn ze nog niet algemeen bekend.

De conclusie

Dus, een andere reden dan 'het staat zo in de woordenlijst' is er blijkbaar niet. Het is niet voor niets dat Nederlands internationaal als een moeilijke taal wordt gezien. Voor wie wil is er een eenvoudig alternatief, nl. alle acroniemen in hoofdletters. Daar houd ik het maar op. Duidelijker voor mij (geen twijfel) en voor de lezer (ha, groot, da's een acroniem!). Soms moet je zelf een lijn trekken.


Bijwerking 01-03-2023

In de Taalpost nr. 2444 van 01-03-2023 staat een nieuw artikel over acroniemen. Zou er iets veranderd zijn sinds 2017? Ik fileer eerst het artikel (schuine tekst) en probeer dan één en ander recht te trekken.

Wanneer schrijf je een afkorting met hoofdletters en wanneer niet? En wanneer komen er punten?

Afkortingen schrijf je met kleine letters, behalve afkortingen van namen (de regel en de uitzonderingen?). De meeste (?) afkortingen krijgen geen punten (cd, tv, btw), maar afkortingen als (?) m.u.v. en d.w.z. wel (nog een regel met uitzonderingen). (1) Is dit een samenvatting als inleiding? Of een teaser? Dit suggereert wel meteen dat er nog steeds geen eenduidige regels zijn. (2) Wel positief: de beide aspecten, al dan niet hoofdletters en al dan niet punten, zijn inderdaad de twee belangrijke parameters.

De belangrijkste vuistregels (zie Wikipedia) voor de spelling van afkortingen zijn:

  • schrijf afkortingen met kleine letters (cao, hbo, ggz), behalve als het om namen gaat (ANWB, VVD);
  • gebruik geen punten in afkortingen als je ze letter voor letter uitspreekt (dus: tv en btw; je zegt immers 'tee-vee' en 'bee-tee-wee');
  • gebruik wel punten als je de afkorting uitspreekt alsof het hele woord er staat (dus enz. en m.u.v.; je zegt immers 'enzovoort' en 'met uitzondering van').

Het gebruik van de term 'vuistregels' vind ik wel bedenkelijk in deze context. Als je weet dat er uitzonderingen zijn heb je niets aan vuistregels, omdat de vuistregels niet zeggen welke de uitzonderingen zijn. Ik ben benieuwd of er tegenwoordig ook meer gedetailleerde regels bestaan. Voor meer houvast is het handig om afkortingen onder te verdelen in categorieën waarvoor bepaalde principes gelden (OK, maar liefst zo weinig mogelijk, en volgens het MECE-principe). Er zijn echter behoorlijk wat uitzonderingen (dit is niet OK; het heeft geen zin om regels te presenteren als daar uitzonderingen op bestaan; systeem van het zevende knoopsgat)(en neen, regels worden niet bevestigd door uitzonderingen). Bovendien zijn in de praktijk vaak meerdere schrijfwijzen verdedigbaar (ach zo? regels met variaties..?). Het komt dus voor dat woordenboeken en -lijsten van elkaar afwijken op dit vlak (welke bronnen zijn dan wel betrouwbaar?). De officiële spelling én veelvoorkomende alternatieven zijn te vinden op deze website.

Hoofdletter(s) of niet?

Een afkorting van een gewoon woord of een gewone woordgroep (wat is gewoon, en wat niet? wat is een woordgroep en wat niet?) krijgt in principe kleine letters: vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs), mbo (middelbaar beroepsonderwijs), atv (arbeidstijdverkorting), mkb (midden- en kleinbedrijf). Maar er zijn veel gevallen waarin afkortingen wél hoofdletters hebben (de regels) (of kunnen hebben (de vrijheid?)) (voorbeelden hieronder komen uit de Vlaamse en Nederlandse contexten):

  • NamenDe belangrijkste reden om hoofdletters in afkortingen te gebruiken is dat de afkorting een naam is: EU, MTV, VRT. Als de 'bedenker' van de afkorting zelf een schrijfwijze heeft vastgesteld, wordt die schrijfwijze meestal gevolgd: AutoRAI, UvT, NOC*NSF. Voor een naam die met een kleine letter begint (bv. bpost) is het wel onduidelijk of die aan het begin van een zin wel een hoofdletter krijgt of niet; ook Wikipedia twijfelt. Of eerder: de bijdrage op Wikipedia is geschreven door een enkeling, die er Bpost van maakt, allicht zonder controle door de Taalunie of bpost zelf, waardoor lezers gaan twijfelen! En zo gaat het dus ook in deze blog. Voor zover iemand die leest…
  • WettenNamen van wetten beginnen met een hoofdletter (Wro (Wet ruimtelijke ordening), Wm (Wet milieubeheer)). Ze kunnen ook met alleen hoofdletters geschreven worden. Dat gebeurt met name bij oudere wetten, zoals AOW (Algemene Ouderdomswet) en WVW (Wegenverkeerswet). Dan zou je moeten weten wanneer een wet als 'ouder' wordt beschouwd om te weten of ze een hoofdletter moeten krijgen of niet? Da's uiteraard van de pot gerukt, maar dat blijkt geen reden te zijn om de regel te vereenvoudigen.
  • ZiektenAfgekorte namen van ziekten krijgen meestal (?) hoofdletters: BSE, COVID-19, MKZ, ME en MS. Uitzonderingen zijn onder meer tbc en hiv. Hoe langer hoe minder begrijpelijk. Waarom zouden TBC en HIV een uitzondering moeten mogen zijn? Als er in feite geen regels zijn, kunnen we beter niet doen alsof ze er wel zijn.
  • Engelse (onderwijs)titelsEngelse titels en graden krijgen een of meer hoofdletters: MSc, B, MA en LLM. De 'oude' titels drs., mr., ir., ing. en lic. krijgen een kleine letter en een punt. Stof voor een ander artikel (met o.m. de kaping van 'mr.' door de advocatuur). Verder gaat het hier niet enkel over Engelse titels, dus die vermelding creëert onduidelijkheid.
  • Engelse afkortingenVan oorsprong Engelse afkortingen worden vaak enige tijd met hoofdletters geschreven. Als ze eenmaal ingeburgerd zijn (een waardeloos criterium; wanneer is iets ingeburgerd??), krijgen ze meestal kleine letters: cd (compact disc), dvd (digital versatile disc), sms, ufo. Sommige afkortingen zijn ingeburgerd, maar worden toch (ook)(?) vaak met hoofdletters geschreven, zoals DNA, ICT, ADSL en AI (voor wie nog kan volgen…; er zijn geen regels). Wat opvalt, is dat deze afkortingen vaak een klinker bevatten (oeps; extra criterium). Als ze ingeburgerd zijn, kunnen ze ook wel met kleine letters geschreven worden: dna, ict, adsl. Die 'inburgering' als reden om kleine letters te schrijven in plaats van grote, blijft een vreemde zaak. Het enige duidelijke gevolg daarvan is dat grote en kleine letters door elkaar gebruikt worden, omdat het criterium voor de keuze onduidelijk is.
  • LeesbaarheidAfkortingen die als ze in kleine letters worden geschreven de lezer op het verkeerde been kunnen zetten, zoals or en vo (ondernemingsraad en voortgezet onderwijs), kunnen eventueel (?!) tóch met hoofdletters worden geschreven (OR en VO). Deze schrijfwijze is het duidelijkst voor de lezer, een belangrijk argument. Vind ik ook! (1) Dit geldt voor elk letterwoord dat als gewoon woord kan gelezen worden, dus ook ict (als in benedictijn), ceo, erp en bi. (2) Als het dan toch OK is om afkortingen in hoofdletters te schrijven, voor wiens plezier hebben we het dan over regels? Taalknuddigen? (3) Ook dít criterium kan alleen maar meer onduidelijkheid creëren. De optie om eventueel grote letters te schrijven om leesproblemen te vermijden, wordt immers gemakkelijk doorgetrokken naar andere gevallen (systeem van het 7e knoopsgat). Die (basale) onduidelijkheid lijkt mij een heel goede reden om alle acroniemen met grote letters te schrijven, meer nog dan de leesbaarheid (!). Dat chaos de neiging heeft om vanzelf toe te nemen wil nog niet zeggen dat we ze daarbij een handje moeten helpen.
  • EerbiedIn sommige afkortingen staan hoofdletters uit eerbied voor bijvoorbeeld het koningshuis, het opperwezen of andere heilige personen en zaken: H.K.H., Z.M., H.S. ('Heilige Schrift'). Ook een soort opperwezens, die koningen (of moet dat met hoofdletter?), maar ze zijn niet allemaal even heilig…

Punt(en) of niet?

  • Afkortingen die letter voor letter worden uitgesproken, zoals vwo, cv, wc, krijgen geen punten. Een reden daarvoor ontgaat mij. Gemakzucht misschien?
  • Afkortingen die worden uitgesproken alsof de volledige woorden er staan, krijgen wel punten: blz., drs., m.a.w., d.w.z., Z.K.H. In principe staat er een punt per afgekort woord, maar in bijvoorbeeld a.s. ('aanstaande') en z.o.z. ('zie ommezijde') staat een extra punt voor de leesbaarheid/herkenbaarheid. OK. Dit zijn overigens de redactionele afkortingen. Die punten geven aan dat daar andere letters voor in de plaats moeten komen; daar ook nog eens verschillende gevallen gaan onderscheiden, lijkt mij nutteloos. Trouwens, waarom hebben we 'zie ommezijde' niet gewoon afgekort tot 'z.o.' in plaats van tot 'z.o.z.'? Misschien zijn afkortingen wel gewoontes die nu eenmaal organisch groeien, wat betekent dat (1) het zinloos is daar regels voor te gaan zoeken, en (2) ze evengoed door de tijd weer kunnen veranderen. Met leesbaarheid heeft dat weinig te maken, maar wel met herkenbaarheid. Als je 'z.o.z.' leest (of eerder ziet; je leest niet zet-oo-zet maar je herkent het patroon) ga je dat vanzelf omzetten in het idee dat er aan de andere kant ook nog iets nuttig staat. Zie je echter 'z.o.', dan denk je eerder "oeps? nieuwe afkorting?" (of je zou lid van Unizo moeten zijn, als zelfstandig ondernemer).
  • Verkortingen (afkorting, verkorting,… hier wordt een verschil gesuggereerd) krijgen ook een punt; ze bestaan meestal uit de eerste lettergreep van een woord met daarachter de eerste medeklinker(s) van de nieuwe lettergreep: aanw. ('aanwezig'), red. ('redactie'), mevr. ('mevrouw'). Interessant geval. Kijk zeker deze pagina van het Team Taaladvies eens na, waar een andere definitie wordt aangenomen voor 'verkorting'. Het zoveelste typische vlag-en-ladingprobleem: verschillende betrokkenen hanteren verschillende definities voor eenzelfde begrip. En een gebrekkige aspectscheiding in een minder duidelijke vorm (nl. een overbodige scheiding): het heeft m.i. geen zin om een onderscheid te willen maken tussen afkortingen en verkortingen. Of het nu gaat over 'blz.' of 'aanw.' of 'airco', het zijn allemaal afkortingen.

Afkortingen die als gewoon woord worden uitgesproken, worden ook als een gewoon woord behandeld. Ze worden in feite niet meer als echte afkortingen beschouwd. Voorbeelden zijn led en horeca. En laser, wifi, prof, …

Aspectscheidingen met een gebrek

Toch nog even over een gebrekkige aspectscheiding (als we dat nog mogen schrijven), meer bepaald bij de twee afkortingen hierboven. We hebben het alleen over 'afkortingen', maar zien nu blijkbaar twee soorten, nl. iets als 'WC' en iets als 'm.a.w.' en dergelijke. Het is een eeuw geleden dat ik 'nl.' nog eens voluit geschreven heb. Dingen als m.a.w. en t.o.v. zijn zonder meer ingeburgerd (en nee, een punt wordt dus niet altijd gevolgd door een hoofdletter, maar een smartphone is niet smart genoeg om dat te begrijpen). Nu vind ik 'm.a.w.' inderdaad een afkorting van 'met andere woorden', maar bij 'WC' ga ik al twijfelen, omdat we nooit 'water closet' gebruiken, noch geschreven, noch gesproken.

De term 'TV' lijkt een ander geval, omdat 'televisie' nog niet is 'uitgeburgerd' (voor zover dat bestaat). Ook CV is anders, omdat we ook de benaming 'curriculum vitae' nog vlot gebruiken. Maar wacht eens even (W817): wat is het verschil tussen cv voor 'curriculum vitae' en m.a.w. voor 'met andere woorden'? Waarom cv zonder punten en m.a.w. mét? Waar is de logica? Of andersom: waarom zeggen we wel cee-vee, en niet em-aa-wee (los van de punten)? Vlamingen zeggen overigens alstublieft voor 'a.u.b.', terwijl Nederlanders wel es-veej-peej zeggen voor 's.v.p.' (allicht om ontwikkeld over te komen en toch te verbergen dat hun Frans niet deugt). Is er een gebrekkige aspectscheiding in het spel?

"Afkortingen die letter voor letter worden uitgesproken, zoals vwo, cv, wc, krijgen geen punten" (zie hoger; dus cee-vee niet, m(et).a(ndere).w(oorden) wel). Omgekeerd kunnen we uit gevallen als 'm.a.w.' en 'z.o.z.' afleiden dat met een punt afgekort geschreven woorden toch volledig worden uitgesproken. Dit lijkt misschien gewoon een omkering van de formulering, maar het maakt wel een groot verschil voor de logica, zodra je rekening houdt met het standpunt van de betrokken persoon, nl. als lezer of als schrijver (een gezonde aspectscheiding):
(1) voor de schrijver: als we de letters afzonderlijk uitspreken dan laten we de punten weg;
(2) voor de lezer: mét punten spreken we de woorden uit, zonder punten de letters.
Niet dat het hele probleem daarmee is opgelost, want dan hangt het resultaat nog steeds af van het referentiekader van de schrijver…

Artificiële domheid en reële onleesbaarheid

Bovendien denk ik dat ook de combinatie van hoofdletters en punten nog moet bekeken worden. Tegenwoordig is er een verhoogde aandacht voor artificiële intelligentie, doorgaans afgekort tot AI. Al is dat niet optimaal. Zie je? Er ontstaat gemakkelijk verwarring tussen 'AI' en 'Al', een beetje afhankelijk van het lettertype, maar altijd storend. Die verwarring zou volledig kunnen vermeden worden als we 'A.I.' schrijven i.p.v. 'AI'. Wat dan weer ingaat tegen het idee om punten weg te laten als we de letters uitspreken, en niet de woorden.

Met andere woorden

Ik doe een poging om de regels te vereenvoudigen, louter hypothetisch (alhoewel; een vereenvoudiging lijkt mij wel aangewezen).

  • Een redactionele afkorting is een combinatie van letters van één of meer woorden met één of meer punten (op basis van gewoontevorming, zonder logica). Ze bestaat uit kleine letters. Voorbeelden: bv., m.a.w., blz., z.o.z., a.u.b. t.o.v., … (t.a.v. is een moeilijk geval omdat de 'a' onbepaald is: aanzien? attentie?)
  • Een acroniem of letterwoord bestaat uit de eerste letters van meerdere woorden die een begrip omschrijven, doorgaans betreffende wetenschap, techniek of bestuurszaken. Het wordt (omwille van leesbaarheid, maar vooral (!) eenvormigheid) geschreven met grote letters en normaal zonder punten (hoewel punten kunnen toegevoegd worden om de leesbaarheid nog te verhogen, bv. voor A.I.). Voorbeelden: SARS, HIV, BTW, TV, PC, SMS, NV, EHBO, ISDN, SUV, …
  • Als-woord-uitspreekbare-acroniemen kunnen door langdurig gebruik (en onder gezag van de Taalunie, en enkel als er dan geen conflict ontstaat) evolueren tot gewone woorden, en worden dan geschreven met kleine letters. Voorbeelden: ufo, laser, wifi, …
  • Afgekorte namen worden geschreven zoals de eigenaar van de naam dat bepaald heeft. Voorbeelden: StuBru, eBay, PvdA, …

De rijkdom aan afkortingen in het Vlaamse taallandschap kan je bekijken in deze afkortingenlijst (die, jammer genoeg voor de logica, geen redactionele afkortingen bevat, en geen Engelse termen als hifi en wifi).

Algemene principes:
– een kleine letter aan het begin van een zin wordt een hoofdletter (pech voor elke organisatie die het in haar hoofd haalt een naam te bedenken die met een kleine letter begint, zoals bpost en imec; een soort blaam voor die gevallen lijkt mij een optie);
– waar nuttig worden acroniemen één maal in de tekst verklaard (met een grote vrijheidsgraad volgens de context; een verklaring is bv. aangewezen waar twijfel kan rijzen over een betekenis, zoals CV voor curriculum vitae en centrale verwarming, KI voor kadastraal inkomen en kunstmatige inseminatie, …);
– SMS-taal mag enkel gebruikt worden in een SMS (bv. btw (by the way), fyi (for your information), idd (inderdaad), mssn (misschien), mvg).

De vereenvoudiging toegepast

1 – De Taaltelefoonlijst van 2017

Zie hoger, sectie Alles hetzelfde?.

  • Worden weer groot, zoals vroeger: BTW, BVBA, NV, SMS, LAT (conflict), PET (conflict, een PET-fles bestaat uit polyethyleentereftalaat; een petfles is een fles als pet), PIN (conflict).
  • Blijven klein: ufo, laser en vip.

2 – De Taalunie 2023

Bron: 17.3 – Initiaalwoorden en letterwoorden.

regel 17.C

Die "regel 17.C" vertoont twee vreemde kenmerken: (1) geen hoofdletter R en (2) 17.C in plaats van 17.3 (in sectie 17.2 wordt regel 17.B vermeld); wel raar voor een site van de Taalunie... Een initiaalwoord of letterwoord schrijven we zonder punten. We nemen de hoofdletters van de afgekorte woorden over. Als een organisatie zelf een schrijfwijze hanteert die afwijkt van deze regel, dan volgen we het donorprincipe en respecteren we die schrijfwijze.

initiaalwoorden (ook al geen hoofdletter?)

pc (personal computer) –> PC
btw (belasting over de toegevoegde waarde) –> BTW
wc (watercloset) –> WC
NMBS (Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen)
NS (Nederlandse Spoorwegen)

letterwoorden

pin (persoonlijk identificatienummer) –> PIN
Riagg (Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg)
BuZa ((Ministerie van) Buitenlandse Zaken)
SERV (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen)

(a) opmerkingen in verband met het gebruik van punten

(1) In of achter initiaalwoorden die oorspronkelijk werden uitgesproken als de woorden waar ze voor staan (en dus afkortingen waren), maar waarbij een letter-voor-letteruitspraak gewoon is geworden, schrijven we nog wel de punten.

a.u.b. – /aa uu bee/ (alstublieft)
c.q. – /see kuu/ (casu quo – in welk geval)
a.m. – /aa em/ (ante meridiem – voor de middag)

(2) In initiaalwoorden die ten onrechte als een bestaand woord kunnen worden gelezen, schrijven we punten, tenzij binnen de gegeven context geen twijfel bestaat over de betekenis.

a.s.o. (algemeen secundair onderwijs) – aso (asociaal) –> ASO (algemeen secundair onderwijs)
b.o.t. (beroeps onbepaalde tijd) – bot (stomp, dom) –> BOT (beroeps onbepaalde tijd)
m.o.k. (moeilijk opvoedbare kinderen) – mok (drinkbeker) –> MOK (moeilijk opvoedbare kinderen) (kan je dan echt álles afkorten?)

In contexten waarin de betekenis van het initiaalwoord bekend is, mogen de punten verdwijnen. Men schrijft dan aso, bot, mok. Dus de ene keer 'aso', de andere keer 'a.s.o.', voor hetzelfde begrip; zo geraken we nooit ergens. Maar met ASO is dat probleem ook opgelost.

(b) opmerkingen in verband met het gebruik van hoofdletters

(1) Een initiaalwoord of letterwoord dat we ontlenen aan een andere taal, behoudt zijn spelling zolang we het als vreemdtalig aanvoelen.

RAM (random access memory)
ADSL (asymmetric digital subscriber line)
GmbH (Gesellschaft mit beschränkter Haftung)

(2) Naarmate een letterwoord of initiaalwoord ingeburgerd raakt, verdwijnen de hoofdletters. Een letterwoord wordt daarna zonder koppelteken of apostrof opgenomen in een samenstelling of afleiding. Een letterwoord met een of meer hoofdletters behoudt het koppelteken en de apostrof. Dat geldt ook voor initiaalwoorden.

aids (acquired immune deficiency syndrome) – aidsvirus – ontaidsen –> AIDS
pin (persoonlijk identificatienummer) – pincode – pinnen –> PIN
vip (very important person) – vipruimte – vipjes
pet (polyethyleentereftalaat) – petfles –> PET
lat (living apart together) – latrelatie –> LAT
havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) – havoleerling – havoër –> HAVO
AOW (Algemene Ouderdomswet) – AOW'er
pc (personal computer) – pc-gebruiker –> PC (wel vipruimte, maar niet pcgebruiker? geen twijfel met PC-gebruiker)
tv (televisie) – tv-kijker – tv'tje –> TV (idem: TV-kijker)
SIS (Sociaal Informatiesysteem) – SIS-kaart

(3) De afgekorte namen van wetten, besluiten of overheidsplannen schrijven we met hoofdletters, ook als de uitgeschreven vorm geen hoofdletters bevat.

KB (koninklijk besluit)
WVO (Wet op het voortgezet onderwijs)
VUT (vervroegde uittreding)
MAP (Mestactieplan)

Als een andere schrijfwijze ingeburgerd is, bijvoorbeeld onder ambtenaren, dan geldt het donorprincipe.

AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur)
Wajong (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten)

(4) De afgekorte namen van ziekten schrijven we met hoofdletters. Alleen woorden die tot het dagelijkse taalgebruik zijn doorgedrongen, schrijven we met kleine letters.

BSE (boviene spongiforme encefalopathie)
ME (myalgische encefalomyelitis)
MKZ (mond-en-klauwzeer)

Tot het gewone taalgebruik behoren onder meer:

aids (acquired immune deficiency syndrome) –> AIDS
soa (seksueel overdraagbare aandoening) –> SOA
Hier vraag ik mij weer af (1) door wie en hoe wordt bepaald wat tot het gewone taalgebruik hoort, en (2) wat in 's hemelsnaam het voordeel is van kleine t.o.v. grote letters. Vooral (2) lijkt mij een voldoende reden om hier een duidelijke lijn te trekken.

(5) Als het donorprincipe niet speelt, dan hangt het gebruik van hoofdletters bij letterwoorden die een eigennaam aanduiden, af van de lengte. (wat een onzin)

– een letterwoord van drie letters of minder wordt volledig met hoofdletters geschreven
WEU (West-Europese Unie)
ELF (Essences et Lubrifiants Français)
– een letterwoord van vier letters wordt volledig met hoofdletters geschreven als het gaat om een (openbare) instelling, een vereniging, een politieke partij (daar is toch niet mee te werken!?)
NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie)
NIOD (Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie)
– in alle andere gevallen gebruiken we alleen een hoofdletter aan het begin van het letterwoord
Unicef (United Nations International Children's Emergency Fund) (Unicef zelf moet misschien wat duidelijker aangeven hoe zij dit zien, dan moeten anderen daar geen arbitraire regels voor gaan uitvinden).

Epiloog

Hier ga ik het (voorlopig?) bij laten. Mijn vereenvoudiging kan prima werken, denk ik (en tussen haakjes: ik ga ze toepassen ook). Het geheel van de bestaande regels en subregels is vooral één groot voorbeeld van overbodige complexiteit. Een vervelende eigenschap van complexiteit is dat ze doorgaans nog meer complexiteit genereert. Taalgebruikers zijn wat ze zijn, nl. mensen die gemakkelijk hun eigen interpretatie vormen van complexe problemen, en daardoor complexe regels kneden tot ze passen in een eenvoudiger kader, waardoor fouten gemaakt worden tegen de officiële regels. De klassieke manier van taalinstituten om dáár dan weer mee om te gaan is meestal de regels nog te verfijnen. Ik kom even terug op een dergelijke regel ergens hierboven; zie bij Leesbaarheid:

Afkortingen die als ze in kleine letters worden geschreven de lezer op het verkeerde been kunnen zetten, zoals or en vo [..], kunnen eventueel tóch met hoofdletters worden geschreven (OR en VO). Deze schrijfwijze is het duidelijkst voor de lezer, een belangrijk argument.

Dat dit een belangrijk argument is wil ik volmondig bevestigen, en die stelling is alvast nieuw t.o.v. het originele artikel van 2017, waarin ik ook al het voorbeeld van 'or' voor ondernemingsraad aanhaalde (zou er toch iemand mijn blog lezen?). Maar de mogelijkheid om in bepaalde gevallen, omwille van de leesbaarheid, toch grote letters te gebruiken, creëert op zijn beurt extra complexiteit door onduidelijkheid (omdat leesbaarheid niet voor iedereen hetzelfde is), en ik concludeer: "die (basale) onduidelijkheid lijkt mij een heel goede reden om alle acroniemen met grote letters te schrijven, meer nog dan de leesbaarheid (!)". Telkens als we regels bedenken als verduidelijkingen, lopen we het gevaar om de complexiteit nog te vergroten, en dat is net hetgeen we absoluut zouden moeten vermijden. De huidige regels voor afkortingen zijn in dat opzicht veel te complex.