Gigantisme

Auteur:
BOE766

Rugtekst

Waarom stijgt het aantal obesitasgevallen als er ergens een nieuwe hypermarkt opengaat? Waarom strijken de grootste bedrijven alle winsten op? Waarom raken voetbalclubs uit België en Nederland nauwelijks verder dan de voorrondes van de Champions League?

Tien jaar na het begin van de financiële crisis en tien jaar na zijn bestseller "Econoshock" maakt Geert Noels een nieuwe, gedurfde analyse van de wereldeconomie. Onze wereld lijdt aan gigantisme. Bedrijven en organisaties worden steeds groter en machtiger. Dat fenomeen doodt gezonde concurrentie, leidt niet tot duurzame groei en brengt de mens in verdrukking, met welvaartsziektes als burn-out of obesitas tot gevolg.

In "Gigantisme" stelt Geert Noels ook tien oplossingen voor die de economische spelregels bijstellen, de giganten temmen en de mens en het milieu weer een plaats geven in de wereldeconomie. De toekomst zal kleiner, trager en menselijker zijn.

Bespreking

De directe inhoud

Inleiding: we groeien te veel, en dat gaat slecht aflopen.

Hoofdstuk 1, "Gigantisme", definieert gigantisme door er de verschillende kenmerken van te beschrijven, met voorbeelden.

Hoofdstuk 2, "Groeihormonen van gigantisme", beschrijft elf hefbomen voor gigantisme: lage rente, globalisering, minder belastingen, complexe regelgeving, technologie, vriendjespolitiek, groot is veilig, kartelvorming, too big to fail, big data, demografie, en reclame. Voor de duidelijkheid: dit zijn te mijden hefbomen als je gigantisme wil terugdringen.

Hoofdstuk 3, "Het champions league effect", toont aan hoe de grootsten de regels bepalen, en daar gebruik van maken om nog meer te groeien.

Hoofdstuk 4, "Gigantisme brengt de mens in verdrukking", beschrijft de maatschappelijke gevolgen van globalisering, delokalisatie en technologische veranderingen.

Hoofdstuk 5, "Van groeiobsessie naar duurzame groei", lijkt vooral te bevestigen dat het economisch denken de wereld bepaalt, echter zonder aan te tonen dat dit de juiste methode is. Noels' argumenten voor het onvermijdelijke van groei missen degelijkheid. Hier wordt op een halve pagina de sterkte van het boek jammerlijk ondermijnd. Er wordt een poging gedaan om "duurzame groei" te definiëren, maar het lukt niet echt. De constatering dat de productiviteit de technologische ontwikkelingen niet volgt is een bron voor vele meningen, o.m. die van Robert Gordon, die stelt dat het te veel gaat om gadgets en te weinig om productiviteitsverhoging (!).

Hoofdstuk 6 "Kleiner, trager en menselijker: naar een duurzame wereldeconomie", trekt de kaart van decentralisatie. Dit hoofdstuk herstelt meteen de credibiliteit van het boek. Veel verschillende aspecten hier; vooral zelf lezen.

Hoofdstuk 7, "In tien stappen naar postgigantisme", geeft weer zo'n lijstje van 10 items (…), maar de boodschap is hier wel belangrijker dan het eventuele geforceerde toeval. Dit zijn maatregelen die een verschil zullen maken; de mate waarin ze kunnen gerealiseerd worden is een andere kwestie.

Andere aspecten

Het probleem

Wie de economie een beetje volgt weet dan Noels gelijk heeft. Elke dag merk je wel ergens dat gigantisme heerst, en dat deugt niet. De geboden richtlijnen lijken mij ideale startpunten voor een oplossing.

Het is wel duidelijk dat meer aandacht voor efficiëntie dan voor effectiviteit een belangrijke oorzaak is van de nadelige maatschappelijke en milieu-effecten, waarvan de kost aanvankelijk gemakshalve wordt vergeten. Behalve een mooi voorbeeld van machtshonger is gigantisme dus ook een kwestie van economische kortzichtigheid.

De sociale economie

De auteur blaast als econoom dikwijls warm en koud tegelijk; hij pleit bv. niet tegen globalisering, maar klaagt wel de gevolgen aan. Zijn economisch standpunt is begrijpelijk, maar laat geen ruimte voor meer fundamentele ("sociale", zonder de economische connotaties daarvan) maatschappelijke evoluties.

Drijfveren (persoonlijk of "corporate") worden buiten beschouwing gelaten, alsof hebzucht in de economie aanvaardbaar is. De aard van de mens zal ervoor zorgen dat er altijd groten zijn die het spel bepalen; zwarte ridders zijn er immers altijd geweest (tegenwoordig rijden ze in zware SUV's).

"Het is heel verleidelijk voor politici om beloftes te doen; je kan ermee verkozen worden". En ze willen verkozen worden om er zelf beter van te worden (bewijs maar eens het tegendeel). Dan is het misschien een goed idee om ofwel politici te beletten beloften te doen, ofwel te zorgen dat ze niet beter worden van een verkiezing.

"De schuldgedreven politiek veroorzaakt excessen, zoals jobs zonder inhoud": je wil niet weten hoeveel jobs in de technologiesector enkel om de technologie draaien, en niet om een nuttig resultaat. Dan is het beangstigend dat de politiek rekent op de technologiesector voor de nodige groei om de rekeningen te kunnen betalen.

De "Conclusies" vormen niet het beste hoofdstuk. De bodem lijkt mij hier nogal moerassig, omdat er nooit gesproken wordt over de menselijke eigenschappen die de systemen verzuren, zoals machtshonger en narcisme. Welke maatregelen er ook genomen worden, in elke tijd zullen er mensen zijn die proberen zichzelf te verrijken, ondanks, of zelfs met behulp van, de bestaande regels, wat die ook zijn. Of je daarmee rekening houdt of niet maakt wel een verschil voor je beleid.

Het boek

Het is een aantrekkelijk boek qua lay-out, en het blijft gemakkelijk open liggen. De tekst is goed leesbaar maar de vele grafieken (die de betrouwbaarheid onderstrepen) maken het geheel moeilijker om te volgen; je moet er een weg in vinden, bv. door eerst de tekst helemaal te lezen (dan leest het boek "als een trein") en daarna de grafieken te bekijken; je kan de randinformatie zelfs overslaan, vermits die enkel de tekst aanvult.

Elk hoofdstuk bevat secties met dezelfde titelstijl, maar het is dikwijls niet duidelijk of al die secties wel op hetzelfde niveau bedoeld zijn; bv. in hoofdstuk 2 zijn er blijkbaar (zo volgt uit de tekst) 11 facetten, maar er zijn 12 secties, dus zie je niet dadelijk welke secties een facet beschrijven.