Homo Digitalis

Auteur:
HomoDigitalis

Rugtekst

Maak jij je ook zorgen over de razendsnelle digitalisering en haar invloed op de gezondheidszorg, de klimaatverandering of het opkomende populisme? Technologische innovaties reiken nochtans ook oplossingen aan voor de uitdagingen waar we voor staan. Daarom staan we op een kantelpunt in de geschiedenis.
– Thierry Geerts

In Homo Digitalis kijkt Thierry Geerts, topman van Google België, naar de gevaren én de kansen van de digitale revolutie. Zonder taboes en met de blik vooruit geeft hij talloze prikkelende voorbeelden van hoe de digitalisering ons als mens en samenleving beïnvloedt. Zijn conclusie is helder: de technologie is neutraal, het is aan de mens om er bewust en zelfzeker mee om te gaan. Doen we dat, dan zal de digitalisering ons gelukkiger maken, met meer tijd voor creativiteit, diepgang, zorg en de zaken die er écht toe doen. Dan worden we meer mens. Dan ontpopt de homo sapiens zich als homo digitalis.

Bespreking

Mooi boekje, stevige glanzende omslag, veel illustraties, 11 secties op 150 pagina's, eerder klein handzaam formaat, eerder grote druk, regelmatig kanttekeningen, m.a.w. dit ziet er vlot leesbaar uit. Het boek start met een quote: "de homo sapiens is niet meer, leve de homo digitalis". "Homo sapiens" betekent "verstandige mens". Dus staat daar in feite: "de verstandige mens is niet meer, leve de digitale mens", wat al impliceert dat de digitale mens niet verstandig is. Niet echt een interessant begin voor een boek dat wil verdedigen dat digitalisering ons meer mens maakt. Maar in dit stadium van de bespreking wil ik nog aannemen dat het goed bedoeld is.

Ik werp een kritische blik op het boek, vanuit verschillende hoeken:
– Digitalis in de jaren 2020, de kadering waarmee het boek begint;
Quotes, voor wie er snel doorheen wil;
Figuren en ondertitels, voor de visueel ingestelden;
Basale fouten, de gebruikelijke insteek.

Digitalis in de jaren 2020

Waarom meer digitalisering tot meer welzijn leidt.

Maar is dit wel goed bedoeld? Want als voorbeeld van een bedrieglijke intro kan dit tellen. De intro belooft immers dat het boek ons zal vertellen waarom meer digitalisering tot meer welzijn leidt, en daarmee wordt al dadelijk geïmpliceerd dat digitalisering tot meer welzijn leidt. De 'waarom' impliceert immers dat wat daarachter komt waar is. Een subtitel "Waarom Google vindt dat meer digitalisering tot meer welzijn leidt" was veel eerlijker geweest. Dat het boek hiermee begint, en er zelfs een specifiek deel aan wijdt, is allicht bedoeld om de lezer al een kader voor te houden waarin de rest van het betoog zal passen. Het zou neutraler, maar allicht ook moeilijker geweest zijn eerst alle kenmerken van digitalisering te behandelen, positieve en negatieve, om daaruit dan af te leiden of digitalisering tot meer welzijn leidt. Maar van een topman van Google verwacht je uiteraard niets anders dan een verdediging van digitalisering, dus zijn aanpak is begrijpelijk. Niettemin wil ik dat kader wel eens nauwkeuriger bekijken, als dat zo'n straffe intro vereist. Toch maar eens fileren dus.

Waar ben jij bang voor? Grote hoogtes? Spinnen? Donder en bliksem? Mensen zijn bang voor de meest uiteenlopende dingen – en dat is perfect normaal. Ook innovaties roepen bij velen angst op. Oeps, het begint al. 1) Tussen 'innovaties' en 'digitalisering' zijn er meer verschillen dan raakvlakken; vlag-en-ladingprobleem dus. (2) 'Innovaties' leidt af van digitalisering, waar het boek in feite over gaat. (3) Angst voor innovaties wordt hier vergeleken met angst voor onontkoombare objecten en verschijnselen in de natuur; wel grof eigenlijk, en op zijn minst een gebrekkige aspectscheiding. Wat hier immers wordt geïmpliceerd (ik begin te vrezen dat we nog veel implicaties gaan tegenkomen) is dat innovaties er nu eenmaal bij horen, en angst daarvoor een individuele afwijking is zoals die voor natuurverschijnselen. (4) Als er al sprake is van angst, dan gaat het om angst voor de gevolgen van innovaties of digitalisering op de maatschappij, niet om het verschijnsel zelf. Het kader is misleidend. Misschien lig jij zelf ook wakker van de impact (OK) van technologie op de samenleving, je baan, de relaties die je met anderen hebt… Technologie, innovaties, digitalisering… het zijn geen synoniemen; ze wel zo gebruiken schept verwarring.
Die angst is van alle tijden. Maar in die andere tijden was er nog geen klimaatprobleem, en geen uit de hand lopend neoliberalisme. De jaren twintig van de vorige eeuw waren feestelijk: het was de tijd van de charleston, de wereldtentoonstellingen en prachtige auto's, maar ook van angst voor elektriciteit (da's overigens nog steeds gezonde angst), industrialisatie en oorlogen. We zijn aan de jaren twintig van de 21ste eeuw begonnen. We zijn nu weliswaar niet meer bang voor een locomotief, maar misschien wel voor de komst van robotten of artificiële intelligentie. We vrezen dat we onze baan zullen verliezen aan een cyborg (science fiction), dat de staat een Big Brother wordt (inderdaad!!) of dat onze taal en cultuur ten onder zouden kunnen gaan (ook, maar dat hangt dan niet per se aan digitalisering). Ook hier weer misleiding, door een te nauwe visie. Innovatie of digitalisering is één ding, de kolonisatie van de maatschappij door Big Tech is een ander, maar daar zwijgt hij in alle talen over.
Angsten kunnen leiden tot populisme, nationalisme en fascisme. Let ook eens op hoe graag de techsector het heeft over 'kunnen' en 'zullen'. Dat wist ook Hermann Göring, de Duitse militaire leider die mee het naziregime aan de macht hielp. Na de processen van Neurenberg liet hij optekenen dat het eigenlijk vrij eenvoudig is om als politicus het volk mee te krijgen door in te spelen op die angstgevoelens. Als dit niet grof is weet ik het niet meer. Hier wordt immers geïmpliceerd (…) dat angst voor innovatie, voor digitalisering, voor kolonisatie van de maatschappij of voor wat dan ook, zal misbruikt worden door populistisch, nationalistisch en fascistisch gespuis om een nieuw totalitair regime te installeren, dat we absoluut kunnen missen, gezien de ervaringen met de nazi's. Als deze aanpak in de rest van het boek wordt voortgezet ga ik het zéker niet uit krijgen.
De angst voor technologie wordt gevoed door onzekerheid. Over de bedoelingen van Big Tech, dat is begrijpelijk. We weten niet wat de toekomst brengt in deze snel veranderende wereld. Zoals Yoda uit Star Wars (ook een technologisch product!) ons al leerde, is angst vaak het slechtste pad om te bewandelen, maar het is wel een interessant kompas. Dat we onzeker en misschien zelfs bang zijn, toont namelijk aan dat we niet onverschillig staan (huh?) tegenover onze medemens en de maatschappij waarin we leven. De angsten die we hebben, tonen wat we belangrijk vinden (vind ik toch een vreemde kronkel): zingeving, privacy, natuur, taal en cultuur… (1) Populisme is een interessant onderwerp. Het heeft verschillende kanten, maar het is ook vrij duidelijk dat populisme groeit naarmate de ongelijkheid tussen de hoogste en de laagste regionen in de maatschappij groter wordt. En misschien hebben we niet mínder, maar béter populisme nodig om de democratie te bestendigen; zie Pleidooi voor populisme. (2) Die ongelijkheid wordt mee vergroot door de invloed van Big Tech op de maatschappij. Het is wel duidelijk dat 'we' zingeving, privacy, natuur, taal en cultuur belangrijk vinden, maar ook dat het neoliberalisme in het algemeen, en Big Tech in het bijzonder, net dáár zijn voeten aan veegt!
Technologie op zich is eigenlijk neutraal (het zijn er altijd uit de techsector die dat zeggen). Ze geeft kansen en heeft ook gevaren. Het is wat we (?) ermee doen, hoe we ons informeren, hoe we die angsten overstijgen en zelf aan het roer gaan zitten dat het verschil zal maken. Ik kan mij  niet voorstellen dat de individuen die nadelen ondervinden van technologie ooit de kans gaan krijgen om aan het roer te zitten (hoewel, de G1000 is misschien een begin), of dat het overstijgen van die angsten enig verschil zal maken. De ondertitel van dit boek – 'Hoe digitalisering ons meer mens maakt' – is dan ook (?) een statement. We hebben de impact van technologie zelf in handen. (1) Dit is schizofreen, en vergelijkbaar met "Waarom digitalisering tot meer welzijn leidt". Volgens Van Dale is een statement een opvallende uitspraak of bewering. "Hoe digitalisering ons mens maakt" ziet er niet uit als een statement, maar er wordt wel een statement gesuggereerd, nl. dat digitalisering ons meer mens maakt. De 'hoe' (en de 'waarom' hierboven) verbergt het statement. Zo kan je een statement maken zonder daarop afgerekend te worden. (2) Het hangt er helemaal van af wie bedoeld wordt met 'we'; als de auteur Google bedoelt heeft hij alvast voor een deel gelijk.

De afgelopen eeuwen bleek steeds dat technologie ons sterk vooruit heeft geholpen, zodra de vrees ervoor overwonnen was. We leven langer, werken minder (oeps?) en zijn gezonder (oeps??) dan ooit tevoren (ik moet onwillekeurig denken aan het burn-out probleem), dankzij de innovaties die de voorbije decennia in ons leven kwamen. Oeps? Het zijn net veel van die innovaties, zoals de smartphone (alles met 'smart' is verdacht) en overdreven digitalisering, die problemen veroorzaken! Toch blijft de weerzin voor nieuwe technologieën bestaan (begrijpelijk) – een angst die gevoed wordt doordat we er dagelijks nadrukkelijk mee geconfronteerd worden (wat wordt hiermee bedoeld? toch niet dat nieuwe technologieën bedreigend zouden zijn?). Bijvoorbeeld wanneer we met vrienden op café zitten en iemand zijn smartphone tevoorschijn haalt (wie daar bang van wordt heeft al een burn-out, vrees ik), of wanneer de huurprijzen in steden stijgen doordat vastgoedbonzen massaal woningen opkopen die ze dan op Airbnb kunnen verhuren (meteen een mooi voorbeeld van neoliberalisme :-).

Inmiddels worden jaarlijks meer dan anderhalf miljard smartphones verkocht (de zelfdestructieve maatschappij?). Vlamingen brengen gemiddeld 2,5 uur per dag op hun smartphone door, de helft beweert zelfs dat hun smartphone absoluut onmisbaar is geworden voor hen. Toch zal de smartphone als interface geleidelijk aan uit ons leven verdwijnen. Voorbarige extrapolatie. Het zou mij verbazen dat een inkomstenbron voor Big Tech geleidelijk uit ons leven zou verdwijnen… We zullen niet voor altijd een glazen plaatje moeten vasthouden telkens als we iets willen zoeken, doen of bekijken. Meer en meer zal technologie overal aanwezig zijn, maar op een praktischer en respectvoller manier. Huh? (1) Als er iets praktisch is, dan wel een smartphone. (2) Dat het gebruik van een smartphone niet respectvol zou zijn begrijp ik niet. Of heeft dit te maken met die angst van hierboven als iemand een smartphone uithaalt? Is de auteur zelf geen liefhebber van smartphones? Misschien omdat hij weet wat Google daar allemaal mee uitsteekt? De uitrol van de zogenaamde ambient computing wordt misschien wel de belangrijkste revolutie van de komende jaren: technologie zal overal aanwezig zijn, maar verdwijnt achter het behangpapier (de vlieg op de muur gaat echt kunnen meeluisteren). Smartphones zullen niet langer te veel tijd en plaats in ons leven innemen (maar worden vervangen door intelligent behangpapier). "Ambient computing" is nieuw voor mij. Ik moet blijkbaar veronderstellen dat in de komende jaren de toegang tot internet niet meer via een PC of tablet of smartphone zal verlopen, maar via het behangpapier, of realistisch bekeken via allerlei kanalen die permanent in de omgeving beschikbaar zijn (zoals vliegen op het behang) zodat we ze op elk ogenblik kunnen aanspreken, letterlijk en figuurlijk. Online vind je hier meer over onder ubiquitous computing. Gezien de ellende die ik al met ICT heb beleefd hoop ik dat ik tijdig dood ga.

Vandaag is het al mogelijk om 's ochtends wakker te worden en te praten met slimme luidsprekers die het centrale aanspreekpunt zijn voor alle apparaten in je huis. Van de lampen die 's ochtends net genoeg licht geven tot de koelkast die je recepten kan voorstellen op basis van wat je in huis hebt. In de Verenigde Staten hebben 60 miljoen inwoners al zo'n slimme luidspreker. Maar dat is slechts de eerste stap in die evolutie. Geleidelijk zal dat toestel ook verdwijnen als centraal aanspreekpunt en zullen alle elektrische toestellen, van ijskasten en wagens tot deurbellen en thermostaten, 'slim' worden. Aanspreekbaar. Lieve help. (1) Ik zie ook hier weer die recent in het kader van A.I. opgedoken basale fout: voorbarige extrapolatie. Wat mogelijk is komt daarom nog niet algemeen in gebruik, en bestaande technologieën verdwijnen zo rap nog niet, en al helemaal niet als ze inkomsten genereren. En waar dergelijke domotica wel in gebruik komt gaat het over bewoners die bij de techvoorlopers horen, of daarbij wíllen horen. (2) Je privacy is dan wel helemaal om zeep. Google haalt al veel uit je smartphone, maar met slimme luidsprekers heb je nog een ander probleem; die staan namelijk de hele tijd te luisteren (!). Ik zie een gelijkenis met de toegang van softwareleveranciers tot je hardware, waarmee ze zelf updates kunnen doen van operating systeem en applicaties, een toegangsmogelijkheid die vervolgens door hackers wordt gebruikt om in te breken (zopas in het nieuws: China kan 70% van onze zonne-energie uitschakelen). Met de slimme luidsprekers is dat niet anders. (3) En voor 'ambient computing' is permanente connectie uiteraard ook een basisvereiste. En dan maar deconnectiebeleid verwachten van de overheid. Misschien moet ik "dweilen met de kraan open" ook als basale fout registreren…

Wat je in huis ziet, zul je ook in de stad tegenkomen. Vandaag zien we al de eerste stappen in de frictieloze wereld die ambient computing ons belooft (Burt Bacharach: Promises, promises). Wie bijvoorbeeld de KBC Mobile-applicatie heeft en een parking van Q-Park wil binnenrijden, hoeft geen automaat meer aan te raken. Via nummerplaatherkenning weet de parking wie je bent, gaat de slagboom vanzelf open en wordt er nadien automatisch afgerekend. Je geraakt geleidelijk aan van je geld verlost zonder dat je er erg in hebt. Zo'n nummerplaatherkenning werkt overigens altijd, ook als je geen KBC Mobile-app hebt; je bent in elk geval gezien.

Slimme brillen scannen de wereld rondom ons en kunnen begrijpen waar we naar kijken. Over Big Brother gesproken. Antonio Guterres heeft het over "new levels of authoritarian surveillance" (zie Wat als A.I. de mens inhaalt). Truc van de techsector: hoe meer snufjes je opsolfert aan individuen, hoe minder die klagen over inmenging door de overheid. Daardoor zou je in China een Starbucks binnen kunnen wandelen, naar een lekkere cupcake kijken en hem bestellen zonder dat je een woord Chinees hoeft te kennen. En als je dan het verkeerde spul krijgt kan je automatisch verbonden worden met een helpdesk waar niemand meer zit. Al zal zo'n bril, net als onze huidige smartphone, ook weer verdwijnen en vervangen worden door een onzichtbare lens of zo. We worden zélf cyborgs…

Dat is minder gek dan het klinkt: in de onderzoekscentra van deze wereld zijn honderden ingenieurs bezig met de ontwikkeling van de technologieën die dat soort toepassingen (dus niet noodzakelijk deze, dan is het misschien toch wel zo gek als het klinkt) mogelijk maken. Laten we niet vergeten dat we amper twintig jaar geleden een smartphone ook een bizar gegeven vonden. Is dat zo? Of ging dat over tegen zichzelf pratende voetgangers?
Termen die in zulke voorspellingen vaak vallen, zijn spatial computing, internet of things, 5G, edge computing… Buzz words. Ook een methode om indruk te maken, en zand te strooien. Ook bij ons zijn verschillende bedrijven daarmee bezig. Het Brugse Citymesh of de Waalse speler Gridmax (beide zijn telecom-operatoren) ontwikkelt technologieën die de basis voor die toekomst zullen leggen. Zij helpen bedrijven met het connecteren van toestellen via een lokaal 5G-netwerk, waardoor die op een veilige manier (want lokaal, snap je? tot je gehackt wordt…) hun werking kunnen stroomlijnen en verbeteren. Efficiënter maken, om de techsector nog beter te kunnen dienen… Het is jammer dat de sector ervan uit lijkt te gaan dat wat kan ook nuttig is, en dan ook zal. In de praktijk draait het er dikwijls op uit dat één en ander in de soep lijkt te kunnen draaien, en ellende zal gegarandeerd zijn.

Bij de beschrijving hierboven dacht je misschien spontaan aan Google Glass of de 'slimme' koelkast die je in de elektrozaak zag staan (neen, sorry, ken ik niet) – toestellen die op dit moment vooral duur en onhandig zijn. We zitten nog in de fase waarin een stuk technologie wel 'cool' is (vooral de koelkast), maar door de mand valt omdat het net niet gebruiksvriendelijk genoeg is. Daar komt snel verandering in, want ambient computing wordt met de dag beter. Ik zie het verband niet. Echt niet. Dat systemen en applicaties 'net niet' (eufemistisch gesproken) gebruiksvriendelijk genoeg zijn, daar begrijp ik alles van. Dat een nóg complexer systeem dat gaat oplossen, dat kan ik mij niet voorstellen.
Wanneer de smartphone uit ons dagelijks leven verdwijnt, kunnen de rust en de balans ook terugkeren. Hoe kortzichtig kan je zijn? We lopen vast in ambient computing lang voordat smartphones verdwenen zijn. De brievenbussen zijn ook nog niet weg. Technologie zal dan wel overal aanwezig zijn, maar op de achtergrond en in een meer ondersteunende rol, wat onze (mentale) gezondheid ten goede komt. Echt waar, man! Ik geloof dat er harmonie zal ontstaan in de 'strijd' tussen mens en machine, en dat die laatste ervoor zal zorgen dat die eerste beter wordt. Dacht het niet. (1) Wat mij logisch zou lijken is dat de eerste ervoor zal zorgen dat de laatste beter wordt, maar dat komt al niet meer ter sprake… De machine heeft blijkbaar al een leidende rol gekregen, als het van Google afhangt. (2) In die strijd zal, zoals het altijd al is geweest, de laatste ervoor zorgen dat de eerste er slechter van wordt. (3) Het gaat in feite niet tussen de mens en de machine, maar wel tussen de maatschappij en Big Tech, en momenteel wordt vooral die laatste er beter van. We komen tot een soort augmented humanity: mensen zullen boven zichzelf kunnen uitstijgen en dus méér mens worden met behulp van technologie. Met een jetpack kan je zweven, dat wel, en ook een uitspraak als deze is behoorlijk zweverig. Om te beginnen weer 'zullen', en dan nog wel 'uitstijgen boven zichzelf', wat in principe onmogelijk is (behalve misschien in esoterische omgevingen, of met een jetpack). Soms is dat fysiek – dankzij exoskeletten kunnen arbeiders of verplegers vlot honderd kilo optillen (ik hoor de vakbond al komen…) – en soms mentaal (ach zo?). Het internet dat als een 'extern brein' fungeert, of algoritmes die ons leven makkelijker maken. Soms doet die man van die uitspraken waar ik van achterover val. Wat moet een mens hier nu van denken? Met het internet als extern brein moet de wereld zowiezo om zeep. En zullen we eens beginnen met algoritmen die ons leven vergallen te schrappen? Man toch. De technologie zal nutteloze taken van ons overnemen, zodat we meer tijd hebben voor wat er echt toe_doet. Meent hij dat nu? Nutteloze taken? Wie bedenkt die? Al zal dat vooral afhangen van onze drive (hij bedoelt Google!), onze passies, onze nieuwsgierigheid en ons ondernemerschap. Kansen zijn er alvast, risico's zullen we moeten leren bedwingen (deze quote had hij ergens genoteerd, en hij vond geen beter plekje).

Innovaties zoals de smartphone, artificiële intelligentie en ambient computing zijn meer dan zomaar wat gadgets. Uiteraard. Dit is big business. Net zoals de stoommachines, elektriciteit en de computer zorgen ze voor een nieuwe industriële revolutie. De impact van die vierde industriële revolutie valt niet te onderschatten en dwingt ons (oeps?) om alles opnieuw uit te vinden met behulp van deze nieuwe technologieën. Het is uiteraard de techsector die ons wil dwingen alles opnieuw uit te vinden. Marktcreatie is zo simpel voor de groten.
We beweren dan misschien wel in Vlaanderen, Brussel of België te wonen, maar eigenlijk is dat niet meer het geval (oeps? mijn adres?). We wonen, samen met meer dan vier miljard mensen die online met elkaar verbonden zijn (en nog eens 4 miljard die niet verbonden zijn?), in een nieuw 'land', dat ik in mijn vorige boek 'Digitalis' doopte (nog meer esoterie). Dat land evolueert iedere dag en overstijgt de grenzen van de fysieke wereld (hij meent het): we bekijken series op het Amerikaanse Netflix, posten video's op het Chinese TikTok, luisteren naar muziek op het Zweedse Spotify, kopen producten vanuit heel de wereld met één klik…

We zijn intussen bijna allemaal inwoners van dat land (zot, niet?). Maar er is nog meer. De mens schept de technologie, die op haar beurt ook invloed heeft op de mens zelf. De veranderingen op technisch, menselijk en maatschappelijk vlak zijn zo groot, dat de mens geëvolueerd is naar wat je een nieuw ras zou kunnen noemen. De homo digitalis. De homo sapiens is niet meer, leve de homo digitalis! Demagogie en marktcreatie. Big Tech zou wel willen dat iedereen bestuurbaar wordt.

Uiterlijk zijn we misschien nog hetzelfde, maar de manier waarop we leven is grondig veranderd. De nieuwe mens verrijkt haar of zijn leven met dank aan digitale toepassingen en verkent de mogelijkheden van Digitalis, met instant contact met vier miljard soortgenoten (hij bedoelt klanten). Dat heeft een impact op onze gezondheid, hoe we blijven leren, de relaties die we aangaan met anderen, de manier waarop we ons leven inrichten enzovoort. Het hoofd in de wolken. Voor de homo digitalis vallen heel wat hokjes weg. En dat betekent? Er gelden nieuwe regels (ach zo? die van Big Tech?), we leven op andere manieren (zijnde?) en iedereen kan een eigen medium of merk worden (nog hoger in de wolken). Er zijn al heel wat boeken over die algemene veranderingen verschenen, maar nog weinig over wat die met ons doen (als je de burn-out literatuur niet meetelt). Met dit boek probeer ik dat beter in kaart te brengen. Af en toe zal ik daarbij zeer beknopt moeten zijn (??). Dat is het mooie maar tegelijkertijd ook het moeilijke wanneer je een boek schrijft: iedere passage bevat een boek op zich! Dat zie ik niet.
In Digitalis (hij gaat nu gewoon verder alsof dat bestaat; echte mensen in echte landen tellen niet meer) staat men natuurlijk niet stil. Technologie zal er altijd voor omwentelingen blijven zorgen, soms aangedreven door onverwachte gebeurtenissen. Toen in 2020 de coronacrisis losbrak, ontdekte de hele wereld dat best veel zaken ook digitaal kunnen verlopen. Grootouders gingen aan de slag met nieuwe (nee, bestaande!) communicatiemiddelen en kinderen kregen les via de computer. Digitalis mocht heel wat nieuwe burgers (??) verwelkomen (o.m. leerlingen met een Digisprong-gesubsidieerde computer). Opeens werd telewerken de norm en zag men in dat zelfs een bezoek aan de huisarts via Zoom, Meet of Teams kon verlopen en veiliger was. Contactloos betalen en e-commerce bleken veilige oplossingen te bieden (om te blijven spenderen). Ook op de werkvloer (van kantoren) kwam de digitalisering in een versnelling (meer bedrijven gingen de al bestaande vergadertools gebruiken). De pandemie verwezenlijkte waar weinig managers ooit in slaagden: organisaties met een recordsnelheid digitaliseren. Maar intussen is thuiswerk al grotendeels teruggeschroefd, tot spijt van de introverten.

De digitalisering kan verregaande gevolgen hebben voor de homo digitalis en zijn wereld. Let op wat hier gebeurt. De 'homo digitalis', als inwoner van zijn wereld 'Digitalis', wordt afgescheurd van de realiteit, ongeveer zoals virtuele werelden worden opgebouwd in het metaversum. Zie Het metaverse? Dat kan je niet negeren, althans volgens Big Tech. De beste illustratie ervan is wat tien jaar geleden met de encyclopedie gebeurde. Gemakkelijk voorbeeld wel.
Eeuwenlang was de Encyclopedia Britannica een instituut. De editie die in 2010 van de drukpers rolde, telde meer dan 32.000 pagina's en kostte meer dan 1.000 euro. Wat zo bijzonder is aan die editie, is dat het na 250 jaar de laatste is die gedrukt werd. Door Microsoft Encarta en later Wikipedia had de papieren encyclopedie van 58 kilogram niet zo heel veel waarde meer.
Doordat die encyclopedie niet meer samengesteld, gedrukt en gedistribueerd hoefde te worden, had de beslissing om ze te schrappen uiteraard een grote impact. Hier klopt de semantiek niet. De eerste deelzin zegt dat de encyclopedie niet meer moet gemaakt worden, wat betekent dat de beslissing al genomen is! De tweede zin zegt dat als gevolg van die beslissing de beslissing een grote impact had. Dit is uiteraard onzin. Dergelijke taalfouten kunnen :-) de kritische zin van een lezer verminderen. Duizenden bomen werden gespaard, net als de brandstof van de vrachtwagens die de boeken moesten verspreiden (beetje simplistisch). Maar het had ook een negatieve impact op de economie en het bruto nationaal product. Typisch voor het neoliberalisme: economie en BBP zijn belangrijker dan het milieu.
Wel kregen veel meer mensen toegang tot kennis doordat het (ze) zo goedkoop was geworden. Microsoft Encarta kostte minder dan 100 euro, Wikipedia is zelfs volledig gratis. Vier miljard mensen hebben nu kosteloos toegang tot een zeer handige en kwaliteitsvolle encyclopedie. Ik vond een encyclopedie in een boekenkast anders wel iets hebben, en over kwaliteit kan gediscussieerd worden. Maar het punt is duidelijk: digitalisering kan de kostprijs van informatie drukken.
Digitalisering zorgt ervoor dat bepaalde zaken een pak betaalbaarder en dus toegankelijker worden. Laten we eens berekenen hoeveel de informatie en diensten van je smartphone in pakweg 1989 gekost zouden hebben. Ga maar eens na wat er allemaal in zo'n toestel zit: van een camera en een kompas tot een volledige encyclopedie en meer video's dan om het even welke videotheek ooit verhuurde (toegang tot een streamingdienst). Een ruwe schatting komt uit op een slordige 30 miljoen euro, waarvan het grootste deel naar de rekenkracht gaat: onze huidige telefoons bevatten meer rekenkracht dan alle Apollo's bij elkaar! De homo digitalis is dus multimiljonair, maar toch voelt het niet zo aan. Het blijft mij verbazen hoe een mens die het brengt tot topman van een groot bedrijf, en in staat is om een boek uit te brengen, zo'n klinkklare onzin kan vertellen.  Meer zelfs: we verketteren vaak de technologie in plaats van die als rijkdom te beschouwen. Hij houdt stug vol. Misschien is het beter om niet altijd op het economische aspect te focussen (ach?), maar de discussie breder te trekken. De redenering is uiteraard absurd. (1) Je hebt weinig aan méér informatie of video's dan je je kan inbeelden. (2) Je moet nog altijd betalen om eraan te geraken, zo niet met cash, dan wel met je gegevens. (3) Van die 'ruwe schatting' zou ik wel eens details willen zien. (4) Rekenkracht kost tegenwoordig niks meer, dus de vergelijking met de Apollo's is nogal vreemd. (5) Je wil niet weten waar die rekenkracht tegenwoordig voor gebruikt wordt. (6) En vul zelf maar aan… Als je goedkope toegang krijgt tot 'bepaalde zaken' waar je niet beter van wordt, dan is dat niet goed, maar slecht. De simpele voorstelling in deze paragraaf is schadelijk omdat ze de realiteit ontkent.

Meer en meer stemmen gaan op om ook in het beleid, zowel in landen als in bedrijven, eerder in te zetten op welzijn dan op pure economische groei. Ook een opmerking met verschillende lagen. Die twee gaan lang niet altijd samen, waardoor we (?!) het welzijn soms uit het oog verliezen. Gij wel, ja, vele anderen niet. Welzijn is een beter kompas om een digitaal beleid uit te stippelen en de juiste mindset voor de toekomst te ontwikkelen. Aha? En wat is de link met digitalisering?
Er zijn verschillende manieren om het welzijn – en het daaruit voortvloeiende geluk – van mensen in kaart te brengen. Is dit de link? In Bhutan wordt bijvoorbeeld gefocust op het bruto nationaal geluk, dat gemeten wordt aan de hand van bepaalde parameters, zoals gezondheid, tijdsgebruik, cultuur en sociale cohesie. Het onderzoek digitaliseren? Er zijn nog andere belangrijke parameters die van belang zijn, bijvoorbeeld veiligheid (cybersecurity?), want dat is een van de belangrijkste voorwaarden om gelukkig te kunnen zijn (terrorismebestrijding via authoritarian surveillance?). Duurzaamheid is nog zo'n factor die vaak vergeten wordt, maar er wel voor zal zorgen dat we nog decennialang gelukkig kunnen (…) blijven.
Met al die parameters in het achterhoofd kijk ik naar de veranderingen in Digitalis, het land dat meer dan vier miljard mensen via het internet met elkaar verbindt (herhaling). Ik bouw voort op wat ik in mijn eerste boek besprak (Digitalis, van gelijkaardige strekking) en probeer vooral op zoek te gaan naar de impact van die veranderingen op de inwoners van Digitalis (de virtuele wereld). Waar ik in mijn eerste boek vooral naar de brede tendensen keek, ga ik nu na hoe die ons leven veranderen.

Die homo digitalis is een eigenaardig beestje. In dit boek zul je onder andere ontdekken dat hij minder bezit, maar net meer deelt. Door minder tijd te moeten spenderen aan (rustgevende) repetitieve zaken krijgt de homo digitalis meer tijd voor diepgang, creativiteit, zorg en persoonlijke ontwikkeling. Laat mij raden: online? Hij leeft in Digitalis, een wereld waarin een steeds grotere focus op welzijn wordt gelegd en zaken zeer gepersonaliseerd worden. Maar leidt dat alles tot meer, of net tot minder geluk? Vraag dat eens aan Dirk De wachter; zie Verbinding tussen mensen is net essentieel.

Op basis van mijn bevindingen durf ik te beweren dat de homo digitalis gelukkiger dan ooit kan (hupsakee) zijn en zal (hupsakee) leven in een wereld die beter is dan ze (of hij) in de voorbije millennia (oeps? hij is ook geschiedkundig socioloog) geweest is. Of je er gelukkig van wordt of niet, kun enkel jij zelf bepalen, maar ik ben er rotsvast van overtuigd dat ons welzijnsniveau alvast zal stijgen. Hij bedoelt waarschijnlijk welvaart, die aan het BBP gekoppeld is. Of hij veronderstelt dat welzijn gekoppeld is aan welvaart, of dat dat hetzelfde is.

Misschien denk je eerder aan de problemen die door technologie veroorzaakt werden. Zeker weten! De afgelopen jaren bleek namelijk dat digitalisering soms een katalysator was om bepaalde gevaren te versterken en zelfs nieuwe te creëren. Het Cambridge Analyticaschandaal zorgde voor een schokgolf op politiek vlak, en verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten toonden aan wat de gevolgen van fakenieuws kunnen zijn. Vreemd paragraafje. Alsof dit volstaat om aan te halen dat digitalisering niet enkel positief is. Het Cambridge Analyticaschandaal was overigens vooral nadelig voor de techsector, omdat het zijn praktijken blootlegde.

In wat volgt focus ik eerst op de homo digitalis zelf, vervolgens zoom ik uit en kijk ik ook naar de veranderingen in de wereld waarin de homo digitalis leeft. Ik breek in beide delen een lans om de kansen die technologie ons biedt niet te laten liggen en bespreek hoe we de risico's kunnen beheersen.
Aan het eind van het boek focus ik op wat we kunnen doen om de boot niet te missen. Zelfs FOMO wordt erbij gesleurd?! Met die 'we' heb ik het zowel over jou, je bedrijf of werkgever als over Vlaanderen, België en Europa. Ja, ons land kan absoluut een hoofdrol in Digitalis opnemen – het is nog niet te laat. Internationale concurrentie, één van de motoren van het neoliberalisme.

Nu het nieuwe decennium begonnen is, wordt het tijd om de problemen aan te pakken en onze blik vooruit te richten, om het gesprek constructief en grondig te voeren, de risico's te leren beheersen en alle kansen die de digitalisering aanbiedt te grijpen. De homo sapiens is een vernuftig creatuur. Welke toekomst gaat hij tegemoet? Als het van dit boekje afhangt: de afgrond in.

Ik twijfel om verder te gaan met de bespreking. Zoals gezegd, de toon is gezet. Op BOL.com staan vier commentaren, twee met vijf sterren, in verschillende stijlen geschreven, eentje met drie sterren ("niet vernieuwend, had er meer van verwacht"), en eentje met één ster ("eenzijdige en utopische aanpak, geen diepgang"). Ik durf er iets om te verwedden dat die twee positieve door de auteur zelf zijn bedacht.

Ik moet zeggen dat het boek mijn verwachtingen overtroffen heeft. Ik bracht het onlangs mee van de bibliotheek, in de veronderstelling dat het de digitalisering vooral zou ophemelen, maar ik had niet verwacht dat het zo, ja inderdaad, eenzijdig en utopisch zou zijn. Maar het is goed dat het bestaat. Je kan geen goed oordeel vellen over een probleem als je de standpunten van de verschillende betrokken partijen niet naast elkaar kunt leggen. En dit boek geeft denk ik een goed zicht op het standpunt van de techsector, die zelf niet gelooft dat we allemaal cyborgs zullen worden, maar wel dat de toenemende controle van de sector op de maatschappij veel geld zal opleveren, zoals het de laatste paar decennia al gewerkt heeft, terend op menselijke zwakheden.

Quotes

En wat moet ik nu met de rest van het boek? Helemaal lezen is weinig zinvol, en vooral stresserend. Ik vermoed dat veel lezers dit wel begrijpen na een lezing van het eerste deel. En wat doe je dan? Een beetje verder bladeren, figuren bekijken, en de quotes lezen… Hola pola; adder onder het gras. In de quotes zit hier en daar ook veel gif; bovendien kunnen ze niet altijd los van de tekst gelezen worden; sommige hebben een kader nodig, en als je dat niet hebt riskeer je een foutieve interpretatie.

Ik geef hieronder nog een aantal quotes. Waar ik nood zag aan het kader heb ik de betreffende paragraaf nagelezen, wat mij uiteindelijk zowat halverwege deed stoppen met quotes becommentariëren, als gevolg van het overschot aan onaanvaardbare onzin.

  • Dankzij AI kan gezondheidszorg fundamenteel beter worden. Alles kan.
  • Radiologen noemen zulke algoritmen "de revolutionairste uitvinding sinds de scanner". Dit gaat over A.I. die helpt bij borstkankerdiagnoses. Radiologen zijn al bij de best betaalde artsen in België, en zeker in Vlaanderen. Nu worden ze ook nog gemakzuchtig.
  • Gezondheidszorg verschuift van 'genezen' naar 'voorkomen'. Zolang artsen worden betaald per prestatie verschuift er niks van genezen naar voorkomen.
  • Gezondheidszorg verschuift van "gezond houden" naar "meer welzijn". Er zijn nu al mensen tekort, zowel op het vlak van gezond houden als op dat van meer welzijn. En appjes gaan dat niet oplossen.
  • In 2019 dienden ruim 2 miljoen Belgen hun belastingaangifte online in. Groot voordeel: de controlemogelijkheden voor de burger. Dit is een positieve evolutie.
  • Het internet wordt standaard ingebouwd in alle toestellen die we gebruiken. En dit is een negatieve, om verschillende redenen. Als alle toestellen op internet hangen gaat het internet plat, en werkt er niks meer. Als internet niet plat gaat worden toestellen gehackt. Erger nog: elke online functie die wordt bedacht voor een toestel dat nu solitair werkt, geeft een toename van complexiteit die we kunnen missen. En het ergste: alles verbinden met internet ontneemt de mens zijn menselijkheid; is dat echt wat 'we' willen?
  • Stel je voor dat iedere baby die geboren wordt alle kennis heeft die de mensheid al vergaard heeft. (1) Geblokkeerd door stress vanaf de eerste dag. (2) Geen enkel mens heeft alle kennis, waarom zouden we daar dan baby's mee opsolferen? (3) Hersenen van baby's zijn niet ontwikkeld om die kennis te verwerken; die van volwassenen trouwens ook niet. (4) Op het internet staat enkel informatie, die pas kennis wordt via kadering door een mens. (5) …en meer van die argumenten. Hoe haalt de auteur het in zijn hoofd? Of wat is eigenlijk het doel van zo'n absurd voorstel? Duidelijk maken dat het altijd nog erger kan? Het moet hem toch ook duidelijk zijn dat dit niet realiseerbaar is, en anders dat geen enkele ouder daar toestemming voor zou geven. Of zou dat al niet meer nodig zijn…?
  • We moeten op jonge leeftijd al leren omgaan met de risico's en mogelijkheden van de technologie. En kindsoldaten opleiden en coke produceren vinden we verwerpelijk? Terwijl Big Tech iedereen afhankelijk mag maken?
  • De uitrol van internet vormt de derde culturele revolutie. En wat waren de eerste en tweede?
  • Leraren krijgen voortaan een meer coachende rol. Kwalijke evolutie die nu al bezig is: vaardigheden zijn niet meer zo belangrijk, als de kandidaat maar op een maatschappelijk aanvaarde manier wordt ondersteund, liefst met technologie. Big Tech zal daar uiteraard graag een handje bij helpen.
  • Waar vroeger landen met olierijkdom een voorsprong hadden, geldt dat nu voor wie in onderwijs investeert. Onderwijs is altijd een rijkdom geweest, maar wel van een heel andere soort dan die van olie (vandaar misschien de uitdrukking 'oliedom'?), dus hier is al geen vergelijking mogelijk, en zeker niet 'nu' pas.
  • Wat jij als "nieuwe technologie" beschouwt, is een innovatie die je hebt leren kennen toen je twaalf jaar of ouder was. En daarbij hoort het voorstel om al op jongere leeftijd te beginnen met het technologie te onderwijzen. Iedereen moet zo vroeg mogelijk mee in het bad, om het ontstaan van onafhankelijke geesten te vermijden.
  • Moet ieder kind leren programmeren? Ja. Lijkt mij niet schadelijk, maar evenmin noodzakelijk.
  • De echte innovatie zit in de kennis en de interactie met vier miljard mensen in Digitalis. Huh? Trouwens, waar zijn die andere vier miljard? Nog niet gekoloniseerd?
  • Stel dat je in de jaren tachtig gefascineerd was door de kolibries, dan moest je al geluk hebben om in de dorpsbibliotheek één boek over deze vogels te vinden. Zo'n bibliotheek had ook wel iets, vind ik; je kon er altijd wel iets interessant ontdekken.
  • Het is makkelijk om de technologie te verketteren, maar soms doen we dat ten onrechte. En soms terecht. Zie ook verder bij Basale fouten. Het is ook gemakkelijk om cultuur te verketteren ten voordele van technologie.
  • Een wereldwijd netwerk waar meer dan vier miljard mensen rechtstreeks en realtime kunnen communiceren met elkaar. Waarvan we met verreweg de meesten geen raakvlak hebben, noch zouden willen hebben.
  • Ambient computing zal ervoor zorgen dat we minder nadrukkelijk geconfronteerd worden met technologie. "Geconfronteerd worden" met technologie is niet het probleem (als je ziet hoeveel mensen op een feestje met hun GSM bezig zijn), wel geconfronteerd worden met de gevolgen van het pushen van technologie door de techsector. Doen alsof er met de technologie zelf een probleem zou zijn is een afleidingsmaneuver.
  • Laten we de extra vrije uren die Digitalis ons schenkt benutten om meer mens te zijn. We zullen die extra uren nodig hebben om alle problemen met technologie zo goed en zo kwaad mogelijk aan te pakken.
  • Een klassenmaatschappij waarin verschillen geëxtrapoleerd worden, leidt tot populisme. Het is mij niet heel duidelijk wat de term 'extrapoleren' hier doet; ik denk dat de auteur de term verkeerd begrijpt. De paragraaf waar deze quote in staat heeft als subtitel "De nadelen ontkracht", en staat zodanig vol contesteerbare verklaringen dat "Het debat verkracht" beter zou passen. Telkens als ik toch weer een paragraaf lees, kom ik ervan terug. Ook het verband tussen nazisme en populisme wordt er weer bij gesleurd, op een slinkse manier dan nog ("[..] dat leidt op zijn beurt tot populisme en we weten hoe dat afloopt"), en de verdediging van het inkomen van Page, Gates en Zuckerberg is gewoon absurd.
  • Wie puur naar het financiële plaatje kijkt, zou zoiets links laten liggen, maar wie gelooft dat Digitalis echt inclusief moet zijn, maakt hier werk van. Bedoeld wordt dat het veel geld kost om alle mensen, inclusief die met een beperking, toegang te geven tot het internet, en dat de overheid daar maar moet voor zorgen.
  • Europa kan gaan voor een beter internet, waarbij het individu centraal staat en waarin culturele normen en waarde ingebakken zitten. Uiteraard je reinste onzin; de ontkenning van het belang van de gemeenschap is treffend. Het lijkt wel een ambitie van de techsector om zelf de culturele normen te gaan bepalen. En er staat wel degelijk 'waarde' en niet 'waarden', wat de neoliberale visie nog onderstreept…

Figuren en ondertitels

De figuren in het boek zijn origineel, grijs/groen/rood gekleurd, niet mis. De meeste hebben een ondertitel, die best wel invloed kan hebben. Wie alleen maar bladert door het boek, en daarbij op de figuren valt, krijgt meteen enkele kernachtige beweringen in het hoofd gesplitst. Ik licht er enkele uit.

P. 42 – We genieten van geconnecteerde huizen, steden en mobiliteit.

Nog maar eens die 'we'-misvatting. Tenzij 'we' zoveel betekent als 'Google', dan klopt het uiteraard wel. Als alles geconnecteerd is, kan ook alles ineens plat vallen. Zoals omvormers van zonnepanelen.

P. 50 – Artificiële intelligentie kan zelfs de meest complexe problemen aan.

Zie de blogartikelen over artificiële intelligentie. Maar wie weet, als artificiële intelligentie een oplossing vindt tegen kanker, geraken we misschien ook nog eens verlost van het neoliberalisme. Als de techsector daar geen stokje voor steekt.

P. 56 – Scholen digitaliseren in ijltempo en lesgeven via video's breekt door.

Dit is ook typisch: de techsector stelt hetgeen ze graag zou willen voor alsof het er al is; voorbarige extrapolatie.

P. 89 – We moeten een diverse, inclusieve en gelijkwaardige wereld bouwen.
P. 81 – Gelijkwaardigheid is niet "aan iedereen hetzelfde geven".

P. 114 – De datacentra worden steeds zuiniger

Stierenmest. Er komen er steeds meer bij. Zie ook World Wide Waste – How digital is killing our planet.

P. 142 – Zonder overregulering had België de hoofdstad van de radio kunnen zijn.

Toen zowat honderd jaar geleden Belgische bedrijven die radio's maakten zelf gingen uitzenden, liet de overheid dat tien jaar lang toe, om dan de sector te regulariseren, waarna enkel de overheid nog mocht uitzenden. De ondertitel lijkt mij uit de ether gegrepen, maar het geval wordt aangehaald om vervolgens een beleefd spottende tirade af te steken tegen de GDPR. De sector wil immers zijn zin doen met private gegevens, zonder regulering. Moet er nog zand zijn?

P. 147 – We staan op een kantelpunt in de geschiedenis: duwen onze angsten ons richting populisme of gebruiken we de technologie om een betere wereld te bouwen?

Een mooi geval van gebrekkige aspectscheiding. Of onze angsten ons richting populisme duwen (en of populisme absoluut moet vermeden worden) is één ding. Of we technologie gebruiken om een betere wereld te bouwen is iets totaal anders. De beide tegenover elkaar stellen, samen met de bewering dat populisme leidt tot totalitaire regimes (zie hoger) is dan ook je reinste manipulatie. En technologie kan en zal uiteraard zijn nut bewijzen bij het verbeteren van de wereld, maar basisproblemen als hebzucht en machtswellust los je daar niet mee op; technologie helpt integendeel nog om die te versterken.

Basale fouten

Vlag-en-ladingprobleem

De auteur heeft het dikwijls over 'we', als hij de lezer aanspreekt, maar tegelijk zou het zomaar kunnen dat hij, als topman van Google, met 'we' zijn organisatie bedoelt; een groot vlag-en-ladingprobleem dus. En het boek leest heel anders volgens het perspectief van waaruit je het leest. Een technologie-adept zal 'we' opvatten als de bevolking, een kritische geest leest 'we' eerder als 'Google' of 'Big Tech'. In het eerste geval krijg je een visionaire beschrijving van een positieve toekomst, in het tweede geval sta je verstomd van de demagogie van de techsector, waarbij je je vragen begint te stellen bij het feit dat een dergelijk boekje zomaar kan uitgegeven worden.

Gebrekkige aspectscheiding

Ander voorbeeld is 'technologie'. Bijvoorbeeld als de auteur zegt dat het makkelijk is om technologie te verketteren, maar dat het soms ten onrechte gebeurt. Aan technologie zitten veel kanten, maar de kanten die de maatschappij benadelen ten voordele van de techsector mogen wat mij betreft verketterd worden. En dan denk ik aan alles wat persoonlijke, sociale, financiële en milieustress veroorzaakt; moeilijker is het niet. Maar alle positieve kanten van technologie worden dan over dezelfde kam geschoren, en dat is niet terecht. Het onduidelijk gebruik van de term 'technologie' is een vlag-en-ladingprobleem als gevolg van een gebrekkige aspectscheiding.

Voorbarige extrapolatie

Een constante in het betoog van de techsector, in het algemeen en ook in dit boek weer, is (1) wat we allemaal kunnen gaan doen met technologische innovaties, ook al is daar nog nergens vraag naar, en (2) de voorstelling van de toekomst alsof ze er al is. Kunnen en zullen. Lezers die niet beter weten gaan ervan uit dat zo'n beschrijving van de door de techsector gewenste toekomst onvermijdelijk is, en dat creëert uiteraard onzekerheid.

Systemen van het zevende knoopsgat

In sectie 2.1 wordt uitgelegd dat radiologen met behulp van artificiële intelligentie of A.I. de zekerheid van een diagnose van borstkanker sterk kunnen verbeteren. En wat denk je dat er dan gaat gebeuren? Radiologen gaan na verloop van tijd betrouwen op de resultaten van het A.I.-systeem, en daardoor hun eigen competentie verliezen. Use it or lose it. Dit is niet zwart/wit, maar wel een algemeen fenomeen. Als je altijd op ChatGPT gaat betrouwen om een samenvatting te maken, dan verleer je het vanzelf om een samenvatting te maken of begrijpend te lezen. In een zelfrijdende wagen verdwijnen je bestuurdersvaardigheden.

En dan komt dit boekje zeggen dat meer digitalisering je meer mens maakt? Ik dacht het niet.