Wat is een goede baas?

Onderdeel van Te woke om waar te zijn – Naar aanleiding van de beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag aan het adres van de CEO van Plopsaland verscheen een artikel in Het Laatste Nieuws. Geen sterk artikel in feite, eerder oppervlakkig, en taalkundig voor verbetering vatbaar, maar wel een terechte hekeling van de pampercultuur.

Wat is een goede baas? Als het van de welzijnsexperts afhangt, een tandeloze tijger

Elke zaterdag blikt onze columniste terug op de week. De bom die barstte in Plopsaland, plaatst vraagtekens bij wat 'goed leiderschap' nu precies is. Moderne bazen zijn bekommerd om het welzijn van de werknemers, maar moeten tegelijk tegemoet komen aan de hoge eisen van de klant of de targets van hun éigen bazen. "Niemand wil bullebakken", schrijft ze, "maar tegelijk kom ik wel eens op plekken waarvan ik denk: hier mag de manager gerust wat strenger zijn". Wel een efficiënte formulering van het probleem. Tegelijk ook weer een gevaar voor gebrekkige aspectscheidingen. Bij het leiden van een bedrijf komen zoveel aspecten kijken, van de bedrijfsresultaten tot het welzijn van de medewerkers, dat in een krantenartikel veralgemeningen haast niet te vermijden zijn. 

Het Laatste Nieuws, Nadine Van Der Linden

Graag zou ik toch eens een vlieg zijn in het kantoor van meester Christine Mussche (ik doe mee :-), waar zich momenteel een begankenis van Plopsalandwerknemers afspeelt. Gezeten op het domein van het advocatenkantoor mag een boekje geopend worden over de baas. Ondanks alle expertise van Mussche lijkt het mij geen gemakkelijke klus. Dat is maar hoe je het bekijkt. Als Mussche op automatische piloot werkt, als me-too specialiste, weet je al wat het resultaat gaat zijn: een rapport vol beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag. En allicht geheim. Lijkt mij niet bepaald een moeilijke klus. "Ik moest ook op zaterdagen mijn e-mails lezen" (veel medewerkers lezen in het weekend mails zonder daar een probleem mee te hebben), klinkt in het algemeen als een overdreven eis, maar kan naargelang de verloning en de flexibiliteit die op andere dagen geldt, toch niet onredelijk zijn. Andere dingen zijn nooit oké, zoals smijten met papieren (al eens geprobeerd te smijten met papieren? je komt er niet ver mee, want dat vliegt nauwelijks), alleszins is het (wat precies?) geen reclame voor CEO Steve Van den Kerkhof (als het allemaal waar is; moet dat niet gecheckt worden?). Anderzijds: de dag dat er in Plopsaland een kindje uit een attractie valt, is hij de man die we bellen, zelfs de kop van jut (da's duidelijk). Zoiets vraagt om een perfectionist en zelden zijn dat de gezelligste karakters (vergeeflijk maar betwistbaar; zie ook perfectionisme). Plezante bazen zijn leuker. Tot het hele bedrijf in alle gezelligheid de dieperik ingaat, dat bestaat ook.

Complexe zaak, dus. Installeer zo veel preventiediensten als je wil, je zal nooit 100 procent kunnen voorkomen dat werkrelaties, net als liefdesrelaties, lastiger verlopen dan gedroomd. Overal waar mensen samenwerken heb je strubbelingen, strevers en malcontenten. Niemand wil bullebakken, tegelijk kom ik wel eens op plekken waarvan ik denk: hier mag de manager gerust wat strenger zijn. Koffieketens waar het personeel om 8.57 uur lijzig zegt: "kan u drie minuten buiten wachten, we zijn nog niet open". Bedrijven waar je eindeloos doorverbonden wordt om dan tuut-tuut-tuut te horen. Vaak zullen dat rotjobs zijn, maar evengoed is het soms te wijten aan een doorgeslagen cultuur van 'aangename werkvloer'. De nagel op de kop. In theorie zijn we daar volledig voor te vinden, zeker als werknemer. Maar als klant hebben we andere eisen. Toch? Inderdaad een complexe zaak. En ook weer een kwestie van aspectscheiding. Goede bedrijfsresultaten zijn altijd al belangrijk geweest. Het welbevinden van medewerkers is een aspect dat meer evolueert door de decennia, waardoor er geen duidelijk evenwicht is. Het heeft ook geen zin je af te vragen wat nu het belangrijkst is, bedrijfsresultaten of medewerkerswelzijn; ze zijn allebei belangrijk, en het is aan de CEO om een evenwicht te zoeken. Maar opnieuw: klopt het wel dat die CEO hier steken liet vallen door onaangepast gedrag? Is de getuigenis van een ex-werknemer die 20 jaar geleden 3 maanden in Plopsaland werkte wel relevant? Of zelfs maar betrouwbaar?

Opletten is het dus met de immer groeiende fanfare van mensen die komen zeggen hoe het op de werkvloer moet. Er zijn te veel sociologen die te weinig te doen hebben. De voorbije dagen zijn we overstelpt met 'welzijnsmanagers' die de definitie van een goede baas gaven. Niet langer is dat iemand die het vak kent en duidelijke opdrachten geeft. Dat is in feite net wél iemand die het vak kent en duidelijke opdrachten geeft, maar dat mag blijkbaar niet meer gezegd worden. Naast toxische positiviteit hebben we blijkbaar ook toxische negativiteit. Hij of zij moet ook verbondenheid creëren, een hecht team :-), maar tegelijk moet iedereen zichzelf kunnen zijn en ruimte krijgen, natuurlijk wel ondersteund in zijn eigen talenten en… Allemaal mooi, al begon ik me doorheen de ideale karakterschets af te vragen: hebben we het nog over een baas of over de animator bij Club Med? "Werknemers moeten het gevoel hebben dat ze iets terugkrijgen." Daar bestaat onder andere het salaris voor, zou je denken (toch wat simplistisch), maar dat is voor de welzijnsexperts een verwaarloosbaar detail (of een verworven recht). Bovenal zou je verwachten dat er ook wel eens een baas durft recht te staan, iemand die de soms hachelijke positie van loontrekkenden erkent, maar ook de ándere kant belicht. Altijd maar begrip hebben voor de zorgen van je werknemers. Plantrekkers bij wie 'de hond het dossier heeft opgegeten'. Hoofdkantoren in Amerika die zelf de handen niet vuilmaken, maar harde targets geven aan wie de lakens moet uitdelen (hier niet van toepassing). Dan is er nog een overheid die werken niet altijd aantrekkelijk maakt, enzovoort. Maar uit de hoek van de leidinggevenden blijft het stil. Macht lijkt iets om je voor te schamen, iets 'toxisch' dat om verschoning vraagt. De baas (m/v) als tandeloze tijger. Terwijl een tikje gevaar, naast de mooie schouderklopjes en de geruststelling, op de werkvloer zijn waarde kan hebben. De zeldzame flikkering van één hoektand.

Nog dit: tien jaar geleden interviewde ik Gert Verhulst voor deze krant in Plopsaland. Toen noemde hij Steve Van den Kerkhof 'iemand die gepassioneerd is door pretparken' en 'iemand die het super doet'. Dat zegt misschien eerder iets over Verhulst. Deze week bleef het stil vanuit de top, Van den Kerkhof reageerde 'in eigen naam'. Het siert het bedrijf dat ze de klachten van personeel ernstig nemen, soms blijkt een aanpak bij nader inzien niet de juiste. Maar zo snel kan het dus gaan.