Dit artikel over de rol van de VRT in de vermeende standaardtaalideologie is een onderdeel van het blogartikel Linguïstenperikelen. Als je hier op een andere manier bent terechtgekomen kan je misschien beter eerst het hoofdartikel lezen.

Tekst in schuinschrift is bronteksttekst in klein groen is mijn commentaarvet groen (behalve titels) zijn koppelingen. Een koppeling klik je best met de Ctrl-toets ingedrukt.

'Vlaamse omroep niet langer scheidsrechter voor correct taalgebruik'

Artikel op de website van de Radboud Universiteit Nijmegen.

Stefan Grondelaers, 1 maart 2019

Moet de Vlaamse tegenhanger van de NOS (de VRT) de vurigste verdediger van een grotendeels virtueel Standaardnederlands blijven? Stefan Grondelaers, verbonden aan de Radboud Universiteit, was lid van een commissie die hierover advies heeft uitgebracht. Hier gaat het al mis. Die commissie had het over het taalvariatiebeleid, niet over de rol van de VRT. Dit is misleiding. Hij bepleit een taalbeleid dat aansluit bij de pluralistische taalpraktijk die de omroep in zijn uitzendingen allang toepast.

Vlaanderen zit meer dan de omliggende landen gewrongen met zijn standaardtaal (eerder met variatielinguïsten). In Nederland is Nederlands een onomstreden standaard die zich zonder scheuren laat uitrekken (leuk) over formele en informele registers; Nederlanders zeuren ook niet over (een beetje) regionale en etnische accentvariatie (Vlamingen ook niet; wel soms?).

Bij ons (beetje vreemd; ik denk dat Vlaanderen bedoeld wordt) ligt dat anders. Door politieke afhankelijkheid en drie eeuwen dominantie van het Frans werd de ontwikkeling van het Nederlands (in Vlaanderen) flink vertraagd. Om die achterstand in te lopen koos de overheid ervoor de Nederlands-Nederlandse standaard in nauwelijks veertig jaar tijd in te voeren. Dat proces heeft geen eenheidstaal opgeleverd die Vlamingen in het hart sluiten, maar het heeft wél tot een sterke ideologisering van ons denken over taal geleid (hij gaat ervan uit dat er een ideologie heerst die zegt dat alleen de standaardtaal goed is, en de rest slecht; ik denk dat hij zich vergist). Kort door de bocht: (vooral oudere) Vlamingen hebben geleerd het VRT Nieuwsnederlands te aanbidden dat niemand spreekt, en de omgangstaal (of "Tussentaal") te haten die haast iedereen spreekt (onzin).

"Correct" Nederlands

Deze ideologie zorgt vooral voor onheil omdat ze ook expliciet beleid aandrijft. In hun beleidsnota's propageerden voormalige onderwijsministers Vandenbroucke en Smet nadrukkelijk "correct" en "niet-tussentalig" Nederlands, maar de clash tussen het bepleite ideaal en de taalpraktijk van Vlaamse jongeren, die Martine Tanghe niet meer kunnen en willen imiteren (als ze dat al ooit gedaan hebben?), dwong onderwijsplanners vervolgens tot eindtermen en leerplannen die zo vaag zijn dat taaldocenten er niets aan hebben (heb ik niet verder uitgezocht, maar het mogen ook geen afvinklijstjes worden).

Om dit soort impasses te doorbreken en haar taalbeleid te (her)ijken in tijden van informalisering (definieer?; of wordt informatisering bedoeld?) en digitalisering, stelde de Nederlandse Taalunie in 2017 een commissie van taalwetenschappers aan om een visie te formuleren op taalvariatiebeleid; op basis van die tekst formuleerde de Taalunie vervolgens een uitvoeringsplan dat de Vlaamse en Nederlandse ministers inmiddels hebben goedgekeurd (waarbij gelukkig niet de hele visie werd overgenomen)Het argument van de linguïsten dat het wetenschap betreft duikt regelmatig op. Maar wetenschappers hebben ook niet altijd gelijk. De kern van wetenschap is net dat men hypothesen formuleert en die vervolgens probeert te ontkrachten. Ik heb niet de indruk dat daar moeite voor gedaan wordt.

In hun visietekst pleiten de taalwetenschappers (…) voor beleid dat "bottom-up" wordt uitgewerkt vanuit variëteiten die Vlamingen echt spreken (kan niet). Dat impliceert dat regionale variatie geaccepteerd en getolereerd wordt (is al zo), en dat het nut van omgangstalen (lees: Tussentaal) erkend wordt die "modern prestige" genieten in interacties waarin het belangrijker is om cool dan om hoogopgeleid over te komen (omgangstalen worden net als regionale variatie al lang geaccepteerd of getolereerd, en dat prestige-gedoe maakt het alleen maar moeilijker). In bepaalde andere domeinen zoals onderwijs blijven normen anderzijds hard nodig. Voor gesproken standaardtaal kunnen dat "inclusieve, en tolerante" normen zijn (wat die ook moge zijn), maar in geschreven taal mag (kan niet anders) de norm strikt blijven.

Ik veronderstel dat mijn commentaar (en zeker de negatieve uitdrukkingen) niet door iedereen als waardevol gezien wordt. Nu ben ik wel vrij zeker dat een groot deel ervan toch wel relevant is, wat een vreemd tintje geeft aan het artikel van een professor / taalexpert op de website van een universiteit in Nederland. Hoe kan dit? Onachtzaamheid? Volk tekort om te reageren?

Omroep als scheidsrechter

Als er in Vlaanderen één instantie is die de moeilijke spreidstand tussen taalbeleid en -praktijk op dagelijkse basis ondervindt, dan is het de VRT. De Vlaamse Radio en Televisie wordt nog altijd beschouwd als inspirator van en scheidsrechter (is dat zo?) voor "correct" taalgebruik. Die rol is trouwens wettelijk bepaald: volgens de Beheersovereenkomst die de publieke omroep periodiek met de Vlaamse overheid sluit, "[hanteert] de VRT de standaardtaal", en "bepaalt de VRT mee de norm ervan". Je leest wel eens over de strenge beoordelingen door Johan Anthierens of Ruud Hendrickx van onzorgvuldig taalgebruik door (nu) VRT-medewerkers, maar om de VRT dan ineens scheidsrechter te noemen, met een ondertoon van "scheidsrechters willen we niet meer", dat vind ik wat met de haren getrokken. De VRT is wel een adviesorgaan, zoals er overigens wel meer zijn (basale fout: parallelle systemen).

Tegelijk weet de VRT dat een extreme formulering (zoals deze uitdrukking er één is) van haar voortrekkersrol niet te verzoenen is met de huidige taalrealiteit in Vlaanderen. Welke? Die van taalvariatielinguïsten? Of die van de doorsnee Vlaming? Om die reden vaardigde ze in 2012 een Taalcharter uit waarin het strengste Nieuwsnederlands beperkt wordt tot journalistieke kernrollen, en in fictie en humor "alle varianten van het Nederlands" worden toegelaten. In de dagelijks omroeprealiteit gaat de VRT echter nog een stuk verder. Zo is er ten minste impliciete tolerantie voor omroepers van de jongere netten Studio Brussel en vooral MNM die hun taal aanpassen aan de jeugdige identiteit van hun doelgroep, en daardoor "Vlaamser" klinken dan de Beheersovereenkomst voorschrijft. Dat kan allemaal wel zijn; de maatschappij verandert, het inzicht schrijdt voort, de marketing kijkt wat andere zenders doen, maar m.i. betekent dat nog altijd geen degradatie van de standaardtaal.

In de praktijk is de nationale omroep dus allang bezig om de aanbevelingen van de nieuwe visietekst te implementeren (opletten hier: kijk die aanbevelingen eens na om te zien of dit wel klopt), maar met het oog op de nieuwe Beheersovereenkomst die in 2020 ingaat, wordt ook gewerkt aan een herziening van het taalbeleid. Zonder zijn rol van normbepaler te willen opgeven, bekijkt de omroep hoe een toleranter taalbeleid eruit zou kunnen zien. Een raadpleging onder omroepmedewerkers, academici, onderwijsexperts en politici toonde vorig jaar dat er vooral bij de eerste twee groepen draagvlak bestaat voor een dynamischer taalbeleid; de verantwoordelijken op het gebied van onderwijs en politiek gaan nog niet zo ver. Toch weer zo'n grote vaagheid hier. Welke omroepmedewerkers? Zijn daar linguïsten bij? En welke academici? Grondelaers, Colleman en co? Dat het onderwijs twijfelt geloof ik best, want welke taal gaan ze nog moeten onderwijzen? De taalregisterafvinklijstjes liggen bij de Raad van State. En nog goed dat de politiek nog een stabiliserende rol speelt; hopelijk blijft Bourgois nog wat in de buurt.

Grote schoonmaak

Nochtans is de VRT een voor de hand liggende partner in de "de-ideologisering" die dringend nodig is om het Vlaamse denken over standaardtaal te genezen (alstublieft zeg). De organisatie die met de beste bedoelingen generaties Vlamingen doordrongen heeft van de "één taal goed, alle andere talen slecht"-ideologie, zou met name het voortouw moeten nemen in die grote schoonmaak. Daar zijn ze weer met hun verkrampte standaardtaalideologie. Nee, we zouden de standaardtaal moeten loslaten, en de taalnormen voortaan door de taalpraktijk laten bepalen. Dat is gewoon een andere ideologie, die bovendien niet kan werken. Waar zijn we mee bezig?

Toen Osama bin Laden in 2011 door Amerikaanse elitetroepen werd uitgeschakeld in Pakistan, reageerde Benjamin Ferenc, voormalig aanklager in het Nürenbergtribunaal, dat je een ideologie niet met een kogel kan doden. Net zo min als de Taalunie kan de VRT Vlamingen dwingen om anders te gaan denken over taal. Dat heeft niets met terreur te maken, dus die verwijzing was nergens voor nodig. Maar de overheid kan haar goedkeuring van de nieuwe Taalunievisie wél implementeren in een toelating aan de VRT om een minder strak normbeleid te voeren (de VRT voert wel een taalbeleid maar geen normbeleid; dat doet de Taalunie), waarna de VRT er – met praktijk én beleid – voor kan zorgen dat diep verankerde, verlammende ideeën langzaam uit de voegen loskomen (toch wel een speciaal taalregister, dit; mag dat zomaar?). Hoog tijd om voorzichtig uit de kast te komen, lieve vrienden van de Reyerslaan (eerst terreur, nu LGBTQI).

Tekst: Stefan Grondelaers. Dit artikel verscheen eerder in De Standaard. Grondelaers is verbonden aan de Radboud Universiteit en maakte deel uit van de commissie die in opdracht van de Taalunie de visietekst Visie op taalvariatie en taalvariatiebeleid schreef (zeker lezen, om het hele verhaal mee te hebben). Dit opiniestuk steunt ten dele op Tussen droom en daad, slothoofdstuk uit De Vele Gezichten van het Nederlands, dat Grondelaers met Gert De Sutter en Steven Delarue schreef.