Sociale-mediaverbod
Inleiding
Zullen sociale media verboden worden voor jongeren? Dat is het onderwerp in dit blogartikel. Niet zo lang geleden publiceerde ik in deze blog Smartphoneverbod, over het totaalverbod op smartphones in scholen vanaf september 2025, dat al in december 2024 werd beslist door de Vlaamse Overheid; zie hier een artikel daarover bij VRT NWS. Mocht je mijn blogartikel nog niet gelezen hebben, doe dat dan misschien toch maar; dit nieuwe artikel gaat daarop verder, maar voegt het aspect 'sociale media' toe aan de discussie. Een interview met Caroline Jennez, Vlaams minister van Welzijn, bij Radio 1, volgend op een onderzoek van de VRT, vormde de aanleiding voor een reeks reacties, bij monde van 'experts' waarvan de meningen nogal blijken uiteen te lopen.
De meeste secties hieronder zijn besprekingen van het originele en daaruit volgende artikels uit diverse media, weliswaar van vóór 1 september 2025, het begin van het nieuwe schooljaar waarin smartphones uit de school worden geweerd. Enkele gemeenschappelijke kenmerken:
– Bronmateriaal staat in schuinschrift.
– De titel van elke sectie is een koppeling naar het oorspronkelijke artikel.
– Mijn commentaar staat in klein groen, behalve de intermezzo's (sectie 3 over Facebook, en details over het rapport van The Lancet in sectie 4).
– Teksten in vet groen, zowel klein als groot, recht en schuin, zijn koppelingen naar achtergrondinformatie.
Hieronder krijg je een overzicht van alle secties, in chronologische volgorde. De titels in dit overzicht verwijzen door naar de betreffende secties. De korte samenvattingen kunnen je helpen om een selectie te maken. De titels in de secties verwijzen naar het bronartikel. Op het einde van elke sectie kan je teruggaan naar dit overzicht. In verschillende van deze artikels staan ook weer koppelingen naar andere artikels, achter de "Lees ook" aanduiding; de meeste zijn de moeite van een lezing waard. In de epiloog probeer ik enkele conclusies te trekken aangaande basale fouten en andere jeuksels.
Overzicht
1 – "Jongeren beschermen tegen schadelijke inhoud": minister Gennez en Gezinsbond pleiten voor strengere aanpak sociale media, maar verbod is niet altijd juiste oplossing – Ann Willems en Louise Van Immerzeele op 08-04-2025 voor VRT NWS – Het begin van veel reacties. En al dadelijk een heimelijk vlag-en-ladingprobleem: de titel verhult, al dan niet opzettelijk, dat Caroline Gennez wel degelijk pleit voor een verbod op sociale media tot 16 jaar. Dat Gennez's mening al dadelijk wordt gecounterd door die van de Gezinsbond doet uitschijnen dat iets verbieden tegenwoordig wel verboden lijkt.
2 – Sociale media en jongeren: een verbod tot 16 jaar is niet de oplossing – Cieltje Van Achter op 17-04-2025 in De Morgen – Om één of meerdere duistere redenen zijn N-VA en haar Minister van Media Cieltje Van Achter tégen de verhoging van de minimale leeftijd voor sociale media. Het frequent gebruik van metaforen lijkt wel een techniek om de werkelijke beweegredenen te verbergen.
3 – Intermezzo – De kwalijke groei van Facebook – Ik kijk na wat de oorspronkelijke functies van Facebook waren, en welke daar geleidelijk aan zijn toegevoegd. De aanvankelijk nuttige functies van het smoelenboek zijn volledig overschaduwd door overgave aan de mammon, en kunnen hun oorspronkelijke belofte van verbinding niet meer waarmaken.
4 – Geen bewijs dat verbod op smartphones het welzijn van leerlingen verbetert – Wetenschapsblog over psychologie mensenkennis.be op 23-04-2025 – Schrikbarend voorbeeld van het misbruik van een wetenschappelijk rapport om een bedenkelijke opinie te versterken; van een psychologische benadering is bovendien niets te merken.
5 – Pleidooi voor leeftijdsgrens op sociale media vanaf 16 jaar: of kiezen we liever voor laksheid in plaats van bescherming? – Theo Compernolle en Lies Craeynest op 01-05-2025 in Knack. Zij komen specifiek op tégen media die verslavende algoritmen gebruiken, omdat jonge hersenen daar niet tegen bestand zijn.
6 – "Het is zoals bij sigaretten: als de overheid er zich niet mee bemoeit, verandert er weinig": experts vragen strenger smartphonebeleid – Laura Verhaeghe en Rik Arnoudt op 06-05-2025 voor VRT NWS. De stelling van Compernolle en Craeynest wordt hier verder uitgewerkt, door een grotere groep experts.
7 – 'Verbod op sociale media als opvoedkans: onze gezinnen zijn toch minstens even belangrijk als onze scholen? – Philippe Noens op 06-05-2025 in Knack. Hij is een soort verstekeling, maar zijn pedagogische kijk is interessant.
8 – Strengste verbod ter wereld: geen Facebook, Instagram, Tiktok, Snapchat en Youtube meer voor Australische kinderen – Koen Vidal op 30-07-2025 in De Standaard. Een verbod kan dus ook; waarom wachten we daar zo lang mee?
9 – "Te weinig wetenschappelijk bewijs dat enkel sociale media welzijn schaden", zegt nieuw onderzoek van UGent – Moonray Grunewald op 06-08-2025 voor Radio 2. Overlapt deels met sectie 4. Cruyf's "elk voor heb zijn tegen" blijft onverminderd geldig.
Epiloog – Een soort samenvatting, in de vorm van een overzicht van de kernpunten van de verschillende artikels, en tegelijk een opsomming van de meest heikele aspecten van de discussie. Als je denkt te weinig tijd te vinden om alles te lezen, zou je hier kunnen beginnen.
1- "Jongeren beschermen tegen schadelijke inhoud": minister Gennez en Gezinsbond pleiten voor strengere aanpak sociale media, maar verbod is niet altijd juiste oplossing
Vlaams minister van Welzijn Caroline Gennez (Vooruit) wil de gevaren van sociale media aanpakken met een verbod voor jongeren, strengere regels en meer verantwoordelijkheid voor jongeren en ouders. Ze reageert op een VRT-onderzoek waaruit blijkt dat jongeren binnen het uur video's zien die eetstoornissen promoten. Ook de Gezinsbond is hiermee akkoord, maar een verbod lijkt (in de titel hierboven staat "is") niet altijd de juiste oplossing voor de Gezinsbond: die wil meer inzetten op preventie. De titel van het artikel is misleidend; die zegt immers dat Gennez pleit voor strengere aanpak, maar niet voor een verbod, wat ze net wel doet (!). Dus de vlag dekt de lading niet. Was de titelzetter niet wakker, of zit hier opzet achter? Deze inleidende paragraaf zaait nog meer verwarring, op het eerste gezicht per ongeluk, maar het is goed mogelijk dat een lezer die zich beperkt tot de titel en de inleidende paragraaf weg is met de verkeerde informatie. Dit gaat verder dan basale fouten; één fout kan toeval zijn, twee achter elkaar is eerder schuldig verzuim (of slecht nagekeken, en dan hebben we een foutieve procedure).
Ann Willems, Louise Van Immerzeele, VRT NWS, 08-04-2025
Gennez is al langer verontrust over de impact van sociale media op het brein van jongeren, zegt ze in De Ochtend op Radio 1. "Foute schoonheidsidealen, het aanpraten van depressies, fake gezondheidsnieuws: het is breed aanwezig op TikTok en Instagram, de platformen waar onze jongeren het meest actief zijn. Voor mij is de conclusie vrij helder: we moeten hen daartegen beschermen." Vind ik ook.
Lees ook – TikTok en Instagram tonen binnen het uur pro-anorexia-filmpjes aan jongeren – Kinderen en jongeren kunnen op TikTok en Instagram binnen het uur video's tegenkomen die eetstoornissen als anorexia nervosa promoten. Dat blijkt uit onderzoek van de checkredactie van VRT NWS. Jongeren delen er bijvoorbeeld tips om snel veel gewicht te verliezen of heel dunne armen te krijgen. De Vlaamse Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie pleit voor strengere wetgeving om onlineplatformen op hun verantwoordelijkheid te wijzen. David tegen Goliath; de reus wint deze keer.
Regelgeving moet strenger
Een grote verantwoordelijkheid ligt daarvoor bij de platformen (zoals TikTok) zelf, vindt ze. "Normaal hebben jongeren pas vanaf 13 jaar toegang tot TikTok en Instagram, maar je ziet dat kinderen op hun 8e al actief zijn. Het verbod wordt dus niet gehandhaafd." In België zegt de wet (op basis van GDPR) dat "kinderen vanaf 13 jaar zelf mogen beslissen om een account aan te maken op sociale media zonder expliciete ouderlijke toestemming; kinderen jonger dan 13 mogen enkel een account hebben met toestemming van hun ouders". Dat er wel een nogal ruim verschil bestaat tussen de theorie en de praktijk lees je hier. De Europese GDPR stelt overigens een grens van 16 voor, maar laat landen toe die te verlagen, wat België ook gedaan heeft.
Dat wil Gennez aanpakken door kinderen "online te identificeren", maar ook door een totaalverbod op sociale media te handhaven tot een bepaalde leeftijd. "Ik denk dat 13 daarbij nog te jong is. Het is een debat dat zeer dringend moet worden gevoerd, met de techgiganten (is dat nodig? die zetten immers de hakken in het zand) én op Europees niveau." (1) Dit is inderdaad een probleem dat best op Europees niveau wordt geregeld, anders krijg je weer getouwtrek tussen Europese landen onderling, en tussen Big Tech en individuele landen (!). (2) Opletten voor de gebrekkige aspectscheiding: de bepaling van de minimum leeftijd voor toegang tot sociale media enerzijds, en het handhaven van de wet anderzijds, zijn twee te onderscheiden processen.
Verder wil ze verslavende algoritmes strenger reguleren (reguleren!? of verbieden?) en de bedrijven stimuleren om schadelijke inhoud offline te halen (stimuleren?! of verplichten?). "De regelgeving moet strenger (eerder de handhaving). Daar ben ik 100 procent van overtuigd en daar zal ik aan werken, op alle politieke niveaus." Doen.
Lees ook – Over AI-dokters en emoties: zo kan je foute berichten over gezondheid op sociale media herkennen – Beweringen die inspelen op je emoties, 'dokters' die door AI zijn gegenereerd of ronduit commerciële boodschappen: het zijn enkele aanwijzingen dat berichten en video's over gezondheidsthema's allerhande op sociale media vals of fout zijn. Ontdek in dit artikel meer tips over hoe je ze kan herkennen.
"Niet overlaten aan China en Musk"
Ook bij het onderwijs en bij ouders ligt een plicht, meent Gennez. "We moeten onze kinderen meer weerbaar maken." Zo moet het op school vaker over mediawijsheid gaan. Lijkt mij niet efficiënt. Gaan we dan ook de kat leren niet van de melk te likken? "Jongeren moeten opnieuw feit van fictie kunnen onderscheiden." Die 'opnieuw' mag daar weg; en meteen hebben we een wereldprobleem gedefinieerd, ook voor volwassenen. Je kan geen kinderen mediawijsheid bijbrengen als de ouders niet vooroplopen. De betrokken basale fout is die van het zevende knoopsgat. Een mens is veel te gemakkelijk te beïnvloeden, en Big Tech profiteert daarvan. Thuis moeten er eveneens vaker gesprekken worden gevoerd. "Want wees eerlijk: wij als ouders weten nauwelijks wat onze kinderen op sociale media uitrichten." (1) Dat dat zomaar kan is een reden te meer om ze te verbieden. (2) Misschien moeten we proberen de kinderen zo ver te krijgen dat ze de ouders aanspreken op hún online gedrag…
Tot slot kijkt ze richting Vlaanderen. "Er zijn reeds het JAC (Jongeren Advies Centrum) (dat jongeren tussen 12 en 25 jaar helpt met vragen en problemen, red.), het CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk) en de OverKop-huizen (opvanghuizen) – maar we kunnen een tandje bijsteken. We moeten ervoor zorgen dat jongeren die worstelen met hun mentaal en fysiek welzijn snel gepaste hulp krijgen. Dat kan preventief door hen minder vatbaar te maken voor online inhoud, en door hen deftig te verzorgen als er een probleem is." Parallelle systemen deugen anders ook niet. Is er geen overlapping hier? Nog een kanaal erlangs is dan een extra kostenpost die wat tewerkstelling oplevert, voor profielen die elders ook al gezocht worden, maar die het probleem niet verkleint; je creëert nog eerder onderlinge concurrentie.
Met dat alles hoopt Gennez "kinderen niet over te laten aan China (TikTok) en aan miljardairs zoals Elon Musk (de techbonzen van Facebook, Instagram, X, SnapChat, …)". "In Amerika nemen ze (Big Tech) het over, maar in Europa is het nog niet te laat om deze platformen een halt toe te roepen. Dat moeten we met vereende krachten doen, of we hebben een generatie die zowel mentaal als fysiek eronderdoor dreigt te gaan (dat is al bezig)."
Verbod kan tot taboe leiden
Dat Big Tech de markt uitzuigt zou ook taboe mogen zijn. Dat kinderen jonger dan 13 jaar geen toegang tot socialemediaplatformen mogen krijgen, daar is Sarah Van Gysegem, opvoedingsexpert bij de Gezinsbond, het mee eens. "Die regelgeving moet dan ook strikter worden (of de naleving?! de regelgeving is er immers), zodat piepjonge kinderen niet meer de voorwaarden kunnen omzeilen", vertelt Van Gysegem in 'De wereld vandaag' op Radio 1. Zo moet je zelf je leeftijd ingeven als je een account aanmaakt. Wat betekent dat je kan foefelen. En als je 'vrienden' dat doen lig je er zelf ook niet wakker van. Het effect van het op jonge leeftijd toegeven aan groepsdruk om de wet te omzeilen is niet te onderschatten!
Maar een verbod op sociale media voor jongeren ouder dan 13, lijkt haar (Van Gysegem, tussen Aalst en Dendermonde) geen goed idee. "Tussen 13 en 16 jaar gebeurt er gigantisch veel in het leven van een tiener. Belangrijk genoeg om dat niet te laten verstoren door online rommel! Die moeten onder andere sociale vaardigheden (!) aanleren (of sociale-media-skills??), en in de huidige maatschappij hoort online leren communiceren daar nu eenmaal bij (ja, maar waarmee? we hebben ook nog e-mail, SMS en berichten-apps)", aldus Van Gysegem. 'Sociale vaardigheden' wordt hier, zoals meestal tegenwoordig, verward met online vaardigheden. Als je op het juiste platform zit hoor je erbij. Ja, maar waarbij? Sociale media vormen een eigen virtuele wereld, en waar is de echte wereld? Zie ook verderop in sectie 7. Hadden wij ouderen het dan vroeger zo slecht? Wij hadden niet eens een eigen telefoon.
De digitale wereld is nog altijd niet de reële wereld; ook nooit geweest. Het is al begonnen met programmeurs, die in hun eigen universum alles op punt gingen zetten, maar door gebrek aan koppeling met de reële wereld regelmatig de mist in gingen; zie ook Hoe IT-projecten slagen en falen. De uitdaging van voortdurende technische ontwikkelingen is blijkbaar groter en interessanter dan die van het effectief oplossen van een organisatieprobleem. Volgende fatale stap was de ontwikkeling van de sociale media, waarmee je kan communiceren zonder nog een mens te zien of te horen. Als er één ding fout is aan 'sociale media' (een groot vlag-en-ladingprobleem trouwens), dan wel het gebrek aan persoonlijk contact, met realtime stemtimbres en grimassen.
Van Gysegem vreest dan ook dat een verbod de aantrekkingskracht van sociale media alleen maar vergroot. "Als je een verbod gaat opleggen, zouden het mogelijk verboden vruchten kunnen worden die op zijn (hun) beurt nog zo interessant worden", klinkt het. En de verboden vruchten die nu permanent worden aangeboden zijn dan geen probleem?? "En dat kan leiden tot een taboe (en dát is dan weer taboe?): als er iets misloopt op sociale media, wordt een gesprek minder voor de hand liggend." Huh? Wat ze niet hebben kan toch niet mislopen? Denk maar aan de verspreiding van naaktbeelden zonder toestemming of online pesten. Die camera op smartphones heeft al veel miserie meegebracht. En veel datacenters…
Nood aan preventie
"Bij de Gezinsbond zijn we eerder voorstander van preventie (ja uiteraard, maar een verbod is wel een goede preventie!!): als een tiener een bepaald socialmediakanaal gebruikt, controleer dan of de instellingen veilig ingesteld zijn (zoals een privéaccount, red.). Zo kan niet iedereen hun account bekijken of berichten sturen", vertelt Van Gysegem. Zie ook sectie 3. Techbedrijven pesten hun gebruikers met de complexiteit en ondoordringbaarheid van de instellingen (probeer maar eens permanent van cookies af te geraken). Blijkbaar heeft mevr. Van Gysegem dat nog niet zelf geprobeerd.
Daarnaast benadrukt Van Gysegem de rol van de ouders om het gebruik van sociale media veilig te houden. Die ouders zijn immers zelf slachtoffer van de nadelen en de complexiteit. Ze vergelijkt het gebruik van sociale media met fietsen. "Je laat een kind ook niet meteen fietsen op een drukke steenweg: je legt eerst uit hoe die het moet remmen, hoe voorrang van rechts werkt, enzovoort", vertelt Van Gysegem. "Dat is ook zo met sociale media: je blijft betrokken en leert hen de skills om bijvoorbeeld berichtgeving kritisch te bekijken. Beetje bij beetje laat je hen dan los." Allemaal mooi en wel, als er nu ook iets positiefs was aan die sociale media. Waarom horen we dáár nooit iets van? En je krijgt wel het hele pakket hoor, met een AI-motor zelfs; daar kan je geen wieltjes aan zetten.
Maar dat bijsturen, is niet altijd simpel. Dat geloof ik. Toch blijft het belangrijk om die informatie te herhalen. "Als je kind dat zagen noemt, vind ik dat je waardevolle informatie aan het herhalen bent. Het probleem is eerder wat je kind daarvan denkt. En dat is onze taak ook: niet het spioneren, maar het communiceren over hun online leven", aldus Van Gysegem.
"Die verantwoordelijkheid ligt ook niet alleen bij de ouders: ook de overheid, het onderwijs en de bedrijven zelf moeten hun steentje bijdragen. Zo moeten de scholen bijvoorbeeld meer inzetten op mediawijsheid en moet er een Europese regelgeving opgesteld worden rond het mediagebruik van kinderen jonger dan 13 jaar (nu zegt de GDPR enkel dat de grens van 16 kan verlaagd worden naar 13), zoals minister Gennez al eerder voor heeft gepleit (syntaxfoutje van VRT)", voegt Van Gysegem nog toe. Gemakkelijk gezegd wat er allemaal 'moet'. Hebben we nog niet genoeg regels? Kunnen we die niet wat beperken door de ellende zo veel mogelijk te weren? Dát is pas preventie.
LUISTER – (enkel vanuit het artikel) Het volledige gesprek met Vlaams minister van Welzijn Caroline Gennez en Sarah Van Gysegem. Hoeft niet: het VRT-artikel is een goede weergave.
2 – Sociale media en jongeren: een verbod tot 16 jaar is niet de oplossing
Sociale media verbieden is geen optie (vindt zij geen optie), schrijft Cieltje Van Achter (N-VA). 'Wel moet er geïnvesteerd worden in mediawijsheid.'
Cieltje Van Achter, De Morgen, 17-04-2025
Dezelfde tekst vind je ook op de site van N-VA; een gelijkaardig artikel is te vinden bij Business AM. Een resolutie in het Vlaams Parlement voor het behoud van de grens van 13 jaar, vanwege N-VA, Open VLD en CD&V, dateert van oktober 2022; uit een debat in de Commissie Onderwijs blijkt dat N-VA in april 2025 nog steeds mediawijsheid propageert. CD&V lijkt zich te keren; zie sectie 6.
Stephen Fry had een punt toen hij sociale media vergeleek met de industriële revolutie: ongereguleerde techplatformen vervuilen onze samenleving zoals de eerste fabrieken ooit onze rivieren vergiftigden. Maar als we die vergelijking maken, moeten we ze volledig doortrekken: de oplossing lag toen niet in het verbieden van fabrieken (als dat al iemand gekund had…). De oplossing lag in regelgeving, bewustwording en collectieve verantwoordelijkheid. Zodat we nu met o.m. asbest en PFAS opgescheept zitten, om nog te zwijgen van het klimaatprobleem. Vergelijkingen zijn niet altijd nuttig.
De roep om een verbod op sociale media voor jongeren is begrijpelijk. Ze komt voort uit bezorgdheid en een pijnlijk besef dat we (wie? bedoelt ze de politiek?) te lang hebben weggekeken. Er is dus wel een vorm van besef. Maar ook hier geldt: een verbod is als een dam die het water tegenhoudt — star, tijdelijk en zonder de onderliggende stroom te beïnvloeden (vreemde metafoor; dit klopt toch niet?!). En bovendien zal de dam niet waterdicht zijn (ach zo?). Als moeder van drie tieners weet ik: jongeren zullen hun weg naar de digitale wereld toch vinden — met of zonder ons. (1) Jongeren die aan hun lot worden overgelaten komen altijd wel ergens terecht, dat klopt; de vraag is wáár. Dit lijkt eerder op een excuus om niet te moeten ingrijpen. Maar haar standpunt is tot nader order ook dat van de partij; zie hoger. Demir had daar blijkbaar minder last van bij haar Smartphoneverbod. (2) De metafoor van de dam vormt een regelrechte afleiding van waar het werkelijk om gaat, ook al klopt die voor geen meter. Dat je een rad voor ogen gedraaid krijgt is spijtig; dat daarvoor een metafoor met gaten wordt gebruikt is dan dubbel spijtig.
De echte vraag is dus niet: hoe houden we hen weg van het water? De vraag is wél: leren we hen zwemmen of laten we hen verdrinken? Nog meer vreemde vergelijkingen. Uit wat ik de laatste tien of zelfs vijftien jaar heb gezien leid ik af dat we hen hebben laten verdrinken. En was er al iets gezegd over haaien?
Het regent immers kromme vergelijkingen. Oeps? Wie is er begonnen? :-) "We verbieden onze jongeren toch ook alcohol en sigaretten?" Zeker. Maar alcohol en sigaretten hebben alleen maar schadelijke gevolgen, in het bijzonder voor jongeren (ach zo?). Ze brengen vriendschap noch zelfexpressie (ah neen dan?), en evenmin verbinding voor wie zich nergens thuis voelt (ah neen dan?? kijk eens hier). Sociale media doen dat wél. Ach zo? Daar valt zelfs over te discussiëren, wegens een gebrekkige aspectscheiding. Hier moeten we vooral een onderscheid maken tussen het oorspronkelijke doel van sociale media (nl. mensen verbinden), en wat er daarna mee gebeurde. Ik heb twee vragen voorgelegd aan ChatGPT:
– Wanneer is Facebook ontstaan, en wat waren de eerste functionaliteiten?
– Welke voor jongeren potentieel schadelijke functionaliteiten werden later toegevoegd?
De antwoorden vond ik zwaar genoeg om ze in hun geheel over te nemen; zie sectie 3. En dan hebben we het nog niet gehad over het misbruik van het medium voor het pushen van reclame, politieke beïnvloeding, en bagger in alle soorten.
Vooral voor wie zich anders, zoekend of kwetsbaar voelt, zijn online netwerken soms een reddingsboei. (1) Soms? En een reddingsboei? Of voor de meesten een hel? (2) Het dempend effect van de maatschappij op afwijkend en zoekend gedrag is door ondoordachte tolerantie helemaal verloren gegaan. Tegenwoordig moet blijkbaar alles kunnen; normaliteit verwatert, en biedt dan ook geen houvast meer voor wie nog zoekt, met als gevolg dat velen van hen nergens meer uitkomen, en alleen staan aan de rand, dankzij sociale media dan wel samen… Een verbod op sociale media zal dus ook nefast zijn voor bepaalde jongeren (nefast nog wel? op basis van …?). Er is bovendien geen duidelijk causaal verband aangetoond tussen gebruik van sociale media en psychische problemen bij jongeren. Niet zeveren nu! Kijk eens naar Smartphoneverbod, of naar het rapport van The Lancet, dat verderop nog aan bod komt. De impact hangt sterk af van context en individuele kwetsbaarheid. Ja, uiteraard, maar daar hebben we niks aan. Of wordt ook hier bedoeld dat de individueel kwetsbaren geen referentie zijn, of geen grond voor maatregelen?
De huidige leeftijdsgrens voor sociale media ligt op 13 jaar (zie verder). Dit is terecht en moet ook effectief gehandhaafd worden. Maar het verbieden van sociale media tot 16 jaar zou weleens averechts kunnen werken (is "zou weleens" wel een doorslaggevend argument?). Jongeren zullen hun sociale-mediagebruik verbergen (zijn ze dan al verslaafd? of kunnen moderne ouders al niet meer opvoeden?). Net op het moment dat we meer dialoog met onze jongeren nodig hebben (omdat ze afdrijven in sociale media!), dreigen we het contact als ouders te verliezen (dat hangt m.i. minder aan de jongeren dan aan de ouders, wat misschien wel begrijpelijk is in een neoliberale economie waar werknemers worden uitgeperst). Bovendien: als jongeren officieel geen toegang meer hebben, waarom zouden platformen zich dan nog inspannen om hen te beschermen? Alsof platformen dat nu wel doen?? Ik heb mijn twijfels, en met mij The Wall Street Journal, Tech Crunch, WIRED, en The Guardian.
Bekijk nu nog eens de redenering van Cieltje Van Achter. (1) "Het verbod zou averechts kunnen werken, als jongeren hun sociale-mediagebruik gaan verbergen". (2) "Ouders dreigen het contact te verliezen, dus net nu hebben we meer dialoog met onze jongeren nodig". (3) Sociale-mediagebruik veroorzaakt mentale problemen bij jongeren (mijn toevoeging). (1+2+3) Huh?? Volge wie volgen kan…
Ook al voelt het ongemakkelijk, ik beken dat ik nog een vraag gesteld heb aan ChatGPT, nl. deze: "Sociale media zijn toegelaten vanaf 13 jaar. Hebben techbedrijven gelobbyd voor een lage leeftijd?". Het antwoord is verbazend ruim. En aanstootgevend. Vraag zelf maar na. Ik geef enkel de conclusie:
Ja, techbedrijven hebben gelobbyd of actief geprobeerd om jongere gebruikers (onder 13) aan te trekken — vooral via omwegen (!):
– Door tegen strengere wetgeving te lobbyen
– Door aangepaste versies van hun apps te ontwikkelen
– Door de minimumleeftijd niet strikt te handhaven
De officiële grens van 13 jaar wordt dus vaak slechts formeel gerespecteerd, terwijl de praktijk aantoont dat platforms jongere kinderen wel degelijk toelaten of aanlokken.
Mijn verbazing over de laksheid van de maatschappij t.o.v. Big Tech groeit nog regelmatig.
Inzicht in plaats van angst
Wat we nodig hebben, is beleid dat platformen ter verantwoording roept, regels handhaaft en dat jongeren wapent met inzicht in plaats van angst. Mee eens, maar dat lijkt al 15 jaar niet te lukken. Behandel sociale media zoals we kinderen leren fietsen: eerst een loopfiets, dan zijwieltjes, en vooral — (?) iemand die mee oplet, uitleg geeft en opvangt als het fout gaat (geen idee wat die lange streep daar doet…). Zo leer je balanceren. Ook digitaal. Klinkt toch wel naïef, hoor. Sociale media zijn wat ze zijn geworden; je krijgt het hele pakket ineens, inclusief de ellende.
Als minister van Media zet ik daarom volop in op mediawijsheid, die een basisvaardigheid moet worden in het onderwijs. Dat ze daarop inzet lijkt te kloppen; zie hier en hier en hier. Nu is het nog wachten op resultaten. Zo maken we onze jongeren wegwijs in de werking van algoritmes (kennen wij die dan?), leren we ze verantwoord om te gaan met sociale media (kan dat dan nog?), en brengen we ze bij hoe ze moeten reageren op ongepast gedrag (met hersenen die nog geen zelfcontrole kennen? zie verder). En dat geldt niet alleen voor jongeren. Ook ouders dragen verantwoordelijkheid, zeker wanneer ze hun kinderen zichtbaar maken op sociale media. Of hun kinderen sederen met tablets en smartphones. Mediawijsheid betekent ook: bewust omgaan met de digitale voetafdruk die je als volwassene creëert (vergeleken met het sociale probleem is dat muggenzifterij), vaak nog vóór een kind zelf kan kiezen wat het wil delen (?). Mediawijsheid is geen vak dat je ooit 'af' hebt. Het is een levenslange vaardigheid waarin we als samenleving blijvend moeten investeren. Ik kan bijna niet geloven dat ze het zelf gelooft. Hoe dan ook hoor en zie ik weinig over mediawijsheid, ondanks het bestaan van het Vlaamse Centrum voor Mediawijsheid, dat op zijn website wel genuanceerd is, maar niettemin in grote lijnen de strekking van de minister volgt; daar hebben we dus weinig aan.
Maar bewustwording en educatie alleen volstaan niet. En dan volgen weer een paar moetens die toch niet te realiseren vallen, door de overmacht van Big Tech, en de aanbidding van digitalisering door neoliberale politici: Ook op Europees niveau moet de bescherming van jongeren op sociale media daadkrachtig worden aangepakt. De Europese Commissie moet de Europese digitale wetgeving strikt handhaven, en paal en perk stellen aan de toxische uitwassen van sociale media ten aanzien van onze jongeren. Ik ben dan ook in dialoog met de sociale mediaplatformen omtrent bijkomende maatregelen en initiatieven ter bescherming van minderjarigen. David tegen Goliath. Ik heb toch de neiging een paar spreekwoorden op te diepen: boter aan de galg, parels voor de zwijnen, praat voor de vaak, …
Kortom, een verbod voor jongeren tot 16 jaar is niet de oplossing. Zegt Cieltje Van Achter. Of is het N-VA? Strikte regelgeving en bewuste begeleiding wél. Jammer dat dergelijke opinies minister worden.
Opvallend in dit artikel is dat er wel veel met vergelijkingen gewerkt wordt, wat altijd een risico vormt voor basale fouten. Dat gaat dan zo. Ik heb een opinie die ik aan iedereen wil verkondigen, maar hoe vermijd ik om details te moeten geven (die ik niet wil prijsgeven, mogelijk zelfs niet wil overdenken, misschien zelfs niet ken)? Ik zoek een begrijpelijke metafoor die een beetje overeenkomt met wat ik wél kwijt wil. Als de mensen de metafoor begrijpen krijgen ze de indruk dat ze de boodschap begrepen hebben, hoewel die helemaal verborgen bleef, en stellen ze verder geen vragen.
3 – Intermezzo – De kwalijke groei van Facebook
In het artikel hierboven had ik het over de functionaliteit van Facebook, in de beginjaren en daarna. Ik pleit schuldig aan het gebruik van ChatGPT om daaraan te geraken. Hierbij de twee vragen en de antwoorden. Mijn tweede vraag is suggestief, weet ik, en ik heb regelmatig de indruk dat ChatGPT in de voorgestelde richting durft hallucineren. Niettemin vind ik deze samenvatting onthutsend genoeg om ze over te nemen. Zeg tegen Van Achter dat ze dit maar eens leest. Het meeste hiervan is trouwens ook van toepassing op volwassenen. Jongeren mogen pas autorijden op 18, maar ze mogen wel vanaf 13 op Facebook?? Onverantwoord.
Wanneer is Facebook ontstaan, en wat waren de eerste functies?
Facebook is ontstaan op 4 februari 2004. Het werd opgericht door Mark Zuckerberg, samen met zijn medestudenten Eduardo Saverin, Andrew McCollum, Dustin Moskovitz en Chris Hughes, toen ze studeerden aan Harvard University.
De site heette oorspronkelijk "TheFacebook" (www.thefacebook.com). De naam verwees naar de papieren 'face books' die studenten op Amerikaanse universiteiten kregen met foto's en namen van andere studenten.
Toen Facebook net begon, had het een vrij eenvoudige opzet. De belangrijkste functies waren:
- Profielen – Studenten konden een persoonlijk profiel aanmaken met hun naam, foto, interesses en studierichting.
- Netwerkbeperking – Alleen studenten van Harvard konden zich registreren, met een geldig @harvard.edu-e-mailadres.
- Vriendschapsverzoeken – Gebruikers konden andere studenten als vriend toevoegen.
- Wall (muur) – Gebruikers konden berichten achterlaten op elkaars profielpagina's (de 'Wall').
- Basic Messaging – Een eenvoudige vorm van privéberichten versturen tussen gebruikers.
- Relationship status – Iets unieks in 2004: gebruikers konden aangeven of ze single, in een relatie of "it's complicated" waren.
Welke voor jongeren potentieel schadelijke functies werden later toegevoegd?
Goede vraag — Facebook heeft in de loop der jaren verschillende functionaliteiten toegevoegd die voor jongeren potentieel schadelijke effecten kunnen hebben, zowel psychologisch als sociaal. Hieronder geef ik je een overzicht van de belangrijkste functies die risico's met zich meebrengen voor jongeren (en vaak ook voor andere gebruikers).
Schadelijke functionaliteiten voor jongeren (functionaliteit: potentieel risico – uitleg):
- Like-knop (2009): bevestigingsdrang, sociale vergelijking
– Jongeren gaan vaak hun eigenwaarde afmeten aan het aantal likes. Dit kan leiden (of leidt) tot stress, onzekerheid en verslaving aan bevestiging. - News Feed & algoritmes (2006, vernieuwd in 2009): filterbubbels, verslaving, misinformatie
– Het algoritme toont vooral content die sterke emoties oproept. Jongeren krijgen zo een vertekend beeld van de wereld en blijven eindeloos scrollen. - Tijdlijn (Timeline) (2011): overmatige zelfpresentatie, reputatieschade
– Alles wordt chronologisch en permanent vastgelegd. Fouten of gênante posts blijven zichtbaar. - Taggen in foto's: privacyverlies, groepsdruk
– Jongeren kunnen getagd worden in foto's zonder hun toestemming, wat kan leiden tot schaamte, cyberpesten of reputatieschade. - Live video (2016): impulsief gedrag, livestreamen van kwetsbare momenten
– Jongeren kunnen live uitzenden zonder filter of bedenktijd — wat risico's oplevert bij bijvoorbeeld emotionele uitbarstingen of gevaarlijke stunts. - Messenger & chatgroepen: online pesten, uitsluiting
– Gesloten groepen kunnen leiden tot roddel, groepsdruk of het buitensluiten van klasgenoten. - Reacties (emoticons) (2016): nog meer sociale vergelijking
– De uitbreiding van de "like" naar meerdere emotionele reacties kan leiden tot meer druk en onzekerheid: "Waarom kreeg ik een 'boos' in plaats van een 'leuk'?" - Herinneringen ("On This Day"): hertraumatisering
– Het automatisch tonen van oude foto's of gebeurtenissen kan jongeren confronteren met nare of pijnlijke herinneringen.
Psychologische gevolgen (wetenschappelijk onderbouwd)
Veel van deze functies hebben geleid tot:
- Verhoogde sociale druk en angst
Jongeren voelen zich verplicht om online "perfect" over te komen. - Verlaagde zelfwaardering
Vooral bij meisjes zijn er verbanden gevonden tussen social media-gebruik en negatieve lichaamsbeleving. - Verlies van slaap en concentratie
Door notificaties, FOMO (fear of missing out), en de verslavende opbouw van de feed. - Toename van cyberpesten
Vooral via Messenger, tag-functies en groepen.
Tegengas en maatregelen (soms laat)
Facebook (nu Meta) heeft wel een paar functies en instellingen toegevoegd om risico's te beperken, zoals:
- Beperkingen op wie je kan taggen
- Optie om reacties en likes te verbergen
- Meldknoppen bij pesten of ongepaste inhoud
- "Take a Break" functie bij relatiebreuken
- Hulpbronnen voor mentale gezondheid in samenwerking met organisaties
Maar: deze zijn vaak moeilijk te vinden of worden niet actief gepromoot aan jongeren.
Conclusie
Hoewel Facebook begon als een onschuldige netwerksite, hebben latere functionaliteiten, gedreven door engagement en data (om voor veel geld te verkopen aan adverteerders), een omgeving gecreëerd waarin jongeren snel worden blootgesteld aan sociale druk, onzekerheid en psychologische risico's. Veel van deze problemen zijn intussen ook zichtbaar op Instagram en andere platforms van Meta.
Moet er verdomme nog zand zijn?! Het ergste is dat de positieve functies van sociale media, waar verdedigers zich zo op beroepen, onlosmakelijk verweven zitten met de negatieve. Dit is de volledige verantwoordelijkheid van de makers ervan, die deze ondingen opgezet hebben tot profijt van henzelf, zonder om te kijken naar de schade die ze aanrichten.
4 – 'Geen bewijs dat verbod op smartphones het welzijn van leerlingen verbetert'
Is het verbieden van sociale media en smartphones wel haalbaar in onze gedigitaliseerde samenleving? Is die digitalisering wel OK? Of moeten we jongeren vooral op een verstandige manier leren omgaan met deze technologieën? Kan dat niet allebei…? 'Verbieden' en 'verstandige' verraden de stellingname al.
Mensenkennis.be, Wetenschapsblog over psychologie, op initiatief van de Gentse Alumni Psychologie, 23-04-2025
Uit de website mensenkennis.be: "Met de blog willen we wetenschappelijke kennis over de psychologie toegankelijk maken voor het brede publiek, de impact van de psychologie aantonen op verschillende aspecten van ons dagelijks leven, en een dialoog stimuleren tussen wetenschap en praktijk". Ik ben benieuwd wat de psychologie ons te vertellen heeft over sociale media, smartphones en digitalisering.
In Australië werd er recent een wetsvoorstel goedgekeurd dat sociale media verbiedt voor kinderen en jongeren onder de 16 jaar. Die beslissing dateert van november 2024, en betrof Facebook, Instagram, Snapchat, TikTok, en X. Einde juli 2025 is dat nog uitgebreid met YouTube. Ook dichter bij huis gaan er stemmen op om de minimumleeftijd voor sociale media op te trekken. In België zegt de wet (op basis van GDPR) dat "kinderen vanaf 13 jaar zelf mogen beslissen om een account aan te maken op sociale media zonder expliciete ouderlijke toestemming; kinderen jonger dan 13 mogen enkel een account hebben met toestemming van hun ouders". Dat er wel een nogal ruim verschil bestaat tussen de theorie en de praktijk lees je hier. Heel wat wetenschappers lijken zich toch wel wat vragen te stellen bij deze keuze. Er is geen consensus binnen het onderzoek over een negatief noch positief effect van sociale media op welzijn, en al zeker niet over een effect dat stabiel is voor alle jongeren.
(1) In enkele recente blogartikels, o.m. dat over het nieuwe Vlaamse taalplan, heb ik regelmatig bedenkingen bij verwijzingen naar wetenschappelijk onderzoek. Tegenwoordig wordt in veel media-artikels geschermd met de wetenschap. Enerzijds kies ik graag voor de wetenschappelijke benadering, zeker als het gaat over kiezen tussen feiten en opinies. Anderzijds heb ik dikwijls de indruk dat wetenschappelijke studies gemakkelijk worden aangehaald, of zelfs uitgevoerd, om een reeds bestaande hypothese te bewijzen. Zeker als we met mensen te doen hebben is het zeer moeilijk om objectieve studies op te zetten en objectieve resultaten te krijgen, omdat er doorgaans veel meer parameters meespelen dan je in een studie kan verwerken. Er is dan ook een gevaar dat de gewenste uitkomst de keuze van de parameters bepaalt, in plaats van omgekeerd; dergelijke "wetenschap" weerspiegelt eerder opinies dan feiten. (2) De vorige paragraaf zegt dat er geen consensus bestaat over een negatief noch een positief aspect. Dat positief aspect is een vreemde zaak; daar hoor of lees je nooit iets over. Zou er dat dan nog wel zijn? Of hebben sociale media alleen nog negatieve aspecten (die immers voortdurend in de media zijn)? Niettemin, als je wil beweren dat er geen negatief effect is kan je moeilijk volhouden dat er wél een positief effect zou zijn, dus moet je dat laatste ook minimaliseren. Een soort foutsequentie, in feite. Voor alle zekerheid kan je dan ook nog vermelden dat er al helemaal geen effect is dat voor alle jongeren geldt (scheiding van aspecten, op zich OK), al is het maar om te suggereren dat sommige jongeren geen nadelig effect ondervinden, en de anderen hun probleem bijgevolg zelf maar moeten oplossen. Wetenschap? Ammehoela.
Het volledig verbieden van sociale media voor kinderen en jongeren in een maatschappij die sterk afhankelijk is van technologie kan bovendien onbedoelde negatieve gevolgen hebben. Ho maar. Hier wordt gesuggereerd dat de sterke afhankelijkheid van technologie per definitie positief is, zelfs zó positief dat kinderen daarvan loskoppelen hen schade zou berokkenen. Zijn we al zó ver?? Zo sluit het kinderen en jongeren niet alleen uit van de voordelen van deze platformen te genieten (alsof kinderen voorheen geen leven hadden), maar ontneemt het hen ook de kans om op een verantwoorde manier om te leren gaan met sociale media. (1) Lees ik dit echt, of zie ik spoken (ik zit om 23:00 nog buiten, bij 27°C, na een warme zomerdag)? Als een kind vroeger op een verantwoorde manier moest leren omgaan met iets, dan ging het om lucifers, mes en vork, een riek, schroevendraaiers, en meer van die gevaarlijke dingen. Dat lijkt hier toch te impliceren dat er aan sociale media wel degelijk gevaren verbonden zijn. En we zouden kinderen de kans ontnemen om verantwoord te leren omgaan met iets gevaarlijk? Ik dacht dat er pedagogen op overschot waren, maar hier zijn er een paar tekort, vrees ik. (2) Met "voordelen van deze platformen" worden allicht de oorspronkelijke verbindende functies genoemd. Ik vind het moeilijk te begrijpen dat niemand van de betrokkenen nog een onderscheid schijnt te willen maken tussen de positieve en de negatieve aspecten van sociale media. Kunnen we de negatieve niet verwijderen, en de positieve behouden? Desnoods in een nieuwe Europese (!) app? Momenteel schijnt menig expert te geloven dat we de negatieve aspecten er moeten bij nemen om de positieve te behouden, wat duidt op een fatalistisch geloof in de oppermacht van de techbedrijven.
'Social media detox' heeft weinig effect
Los van een verbod op sociale media zijn er mensen die vrijwillig kiezen om tijdelijk geen sociale media te gebruiken om zo hun welzijn te verbeteren. Ah, toch een bekentenis? Of zou dit met voorbedachten rade zijn? We hebben onlangs onderzoek gedaan naar wat een korte pauze van sociale media met je doet. Ik begin ervoor te vrezen. We verzamelden alle beschikbare studies over zogenaamde (ja, zeg) "social media detoxes" en analyseerden ze samen. Wat bleek? Zo'n tijdelijke pauze – meestal van ongeveer een week – had geen merkbaar effect op hoe goed mensen zich voelden, hoeveel negatieve emoties ze ervoeren en hoe tevreden ze waren met hun leven. Het (tijdelijk) verbieden van sociale media, of het nu gedwongen of vrijwillig is, lijkt dus geen effectieve manier te zijn om ons te wapenen tegen de schadelijke gevolgen ervan. Stierenmest. (1) Een week is veel te kort; een gebrek aan effect is dan ook niet verwonderlijk. Maar daaruit afleiden dat het "(tijdelijk) verbieden" geen zin heeft is wel grove manipulatie. (2) Je hebt 'studies' waar we zelden iets van zien, en je hebt getuigenissen en artikels bijna dagelijks in de media. En gezond verstand. Kijk om je heen naar smartphonegebruik bij jongeren én volwassenen. Partners gaan samen uit eten en zitten de hele tijd beide te scrollen op hun eigen toestel. (3) Er is een verschil in effect bij vrijwillig kiezen (eerste zin) en bij verbieden (laatste zin); dat is verwarrend, ook al valt het niet op. (4) Overzichtsstudies geven bij dergelijke gepolariseerde onderwerpen gemiddeld nooit een effect. Als een studie al eens een straffe uitspraak doet, kan je altijd veronderstellen dat de testomstandigheden niet vergelijkbaar waren. (5) Hiermee worden sociale media in dezelfde categorie gebruiksartikelen geplaatst als sigaretten. Waar ze ook thuishoren. Ze brengen je in contact met anderen, maar het rookgordijn dat ze verspreiden is ongezond voor iedereen in de omgeving. (6) Is dit werkelijk een "wetenschapsblog over filosofie"? Is dit dan een onderzoek naar beïnvloedbaarheid van het publiek door schriftverwarring?
In Vlaanderen kondigde kersvers Minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) onlangs een totaalverbod op smartphones aan (d.w.z., zowel tijdens als buiten de lessen) voor leerlingen uit ('in', eigenlijk) het lager onderwijs en de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs als middel om de "concentratie, schoolresultaten en welbevinden van de leerlingen te verbeteren".
Als het om concentratie gaat, zijn zowel wetenschappers als leerlingen het eens dat het gebruik van smartphones tijdens de lessen het concentratievermogen van leerlingen kan verstoren. Kwalijke zin. (1) Wetenschappers worden vooral ingeschakeld om stellingen te bewijzen. (2) Waar zijn de leerkrachten? Net díe hebben voordeel bij het smartphoneverbod. (3) Hoezo 'kan'? Storing door smartphones is er altijd, of ze nu op de bank liggen of drie meter verder in een smartphonetas hangen; zie het filmpje in dit artikel. (4) 'Concentratie' en 'concentratievermogen' is niet hetzelfde; beide in één zin steken suggereert van wel, en veroorzaakt daardoor verwarring (vlag-en-ladingprobleem). Overigens worden beiden verstoord: de concentratie op korte termijn, het concentratievermogen op lange termijn. (5) Een vuil kenmerk van sociale media is dat ze tijdens de les in je hoofd blijven hangen, ook zonder smartphone in de buurt.
Of een totaalverbod ook daadwerkelijk het welzijn van leerlingen verbetert, blijft echter een andere vraag. Anders wel dat van de leerkrachten! Een recente studie uit The Lancet (zie verder) bestudeerde dit en vond geen relatie tussen een totaal smartphoneverbod op scholen en leerlingen hun welzijn. Dit roept de vraag op of een totaalverbod wel de oplossing is die we nodig hebben en of een gedeeltelijk verbod op smartphones geen beter alternatief is? Of een verbod op sociale media, de beste oplossing! De gebrekkige aspectscheiding [smartphones / social media] blijft rook produceren. Zie verder meer over de studie van The Lancet. Bovendien blijkt dat de meeste leerlingen zelf niet achter een dergelijk totaalverbod staan, maar liever ondersteund willen worden in het leren omgaan met hun smartphone. De meesten zijn natuurlijk al verslaafd; wat denk je dan dat ze gaan vinden van een verbod? Dit verzoek lijkt in onze huidige digitale samenleving dan ook steeds relevanter te worden. (1) Opnieuw de vraag: is "onze huidige digitale samenleving" wel zo ideaal? (2) De auteur is blijkbaar tegenstander van een beperking op het gebruik van smartphones door jongeren. Hij is vreemd en jammer genoeg niet alleen. (3) Van een psychologische insteek heb ik in feite nog niets gemerkt. (4) De gebrekkige aspectscheiding is soms geniepig, soms heel duidelijk: sociale media zijn het probleem, niet de smartphones; van een geavanceerde rekenmachine heeft nog niemand mentale problemen gekregen. Of we nu een gedeeltelijk of een volledig verbod zouden instellen op smartphones is daarom volledig naast de kwestie. Doen deze wetenschappers dat met opzet? Of zijn dit individuen die echt hopen dat technologie hun stressprobleem gaat oplossen, en vinden dat die sociale-mediabrol er dan maar bij hoort?
Intermezzo – De vermelde "recente studie uit The Lancet" slaat op de "Smart Schools" studie, uitgevoerd door de Universiteit van Birmingham en gerapporteerd door The Lancet (zie ook de PDF). Over de studie en de resultaten zijn verschillende dingen te zeggen.
- Het mentaal welzijn werd gemeten d.m.v. de Warwick–Edinburgh Mental Well-Being Scale (WEMWBS), die informatie opleverde over angst, depressie, problematisch gebruik van sociale media, motieven voor het gebruik, slaapduur en -efficiëntie, lichaamsbeweging, schoolprestaties en storend gedrag in de klas.
- Gegevens werden verzameld bij 20 scholen met een restrictief telefoonbeleid en 10 scholen met een tolerant beleid. In het onderzoeksgebied hadden 1245 scholen een restrictief beleid, 96 een permissief beleid. Wat alvast betekent dat een grote meerderheid van de scholen redenen zagen voor een restrictief beleid.
- In scholen met een tolerant beleid mocht een telefoon gebruikt worden tijdens pauzes, lunch of in bepaalde zones, zoals buitenruimtes. 'Restrictief' slaat op een totaalverbod ('ban'); van gebruik in de klas is geen sprake.
Het algemeen besluit van de studie (vertaald):
- De kern van het onderzoek – Dit onderzoek levert geen bewijs voor het nut van schoolbeleid dat het gebruik van telefoons tijdens schooluren in zijn huidige vorm verbiedt, aangezien er geen verschillen werden waargenomen in de mentale, fysieke en academische resultaten van adolescenten die naar scholen gaan waar het gebruik van telefoons is toegestaan, ten opzichte van scholen waar het gebruik ervan wordt beperkt.
- Elders wordt dit gezegd: Een mogelijke verklaring voor dit gebrek aan waarneembaar verschil is dat het restrictieve telefoonbeleid op scholen niet heeft geleid tot een vermindering van de totale tijd die adolescenten aan hun telefoon/sociale media besteden.
- Het algemeen besluit gaat verder: De negatieve verbanden die zijn gevonden tussen het toenemende gebruik van telefoons/sociale media en een verslechtering van de geestelijke gezondheid en het welzijn, leveren echter wel bewijs voor de noodzaak om het gebruik van telefoons en sociale media door adolescenten aan te pakken (!!), en er moet schoolbeleid worden ontwikkeld als onderdeel van een meer holistische aanpak. Bij (de keuze van) preventieve maatregelen moet ook worden gekeken naar de invloed van toegenomen telefoon-/mediagebruik op andere gedragingen die van invloed zijn op de geestelijke gezondheid en het welzijn, zoals slaap, lichaamsbeweging, prestaties, gedrag in de klas en problematisch gebruik.
Gevraagd naar informatie over dit onderzoek aan ChatGPT (ben ik daar nu weer?) geeft dat ding in grote lijnen een correct antwoord, maar zegt het ook, nogal vooringenomen:
- Zoals een populair Nederlandstalig blog (Pedro De Bruyckere) samenvat: hoewel veel scholen in Vlaanderen en Wallonië smartphoneverboden invoeren in het basisonderwijs en de eerste graden van het secundair, toont de Lancet-studie aan dat een totaalverbod "geen verband vond met het welzijn van leerlingen". Dit is zonder meer een eenzijdige interpretatie; het artikel van De Bruyckere is integendeel een correcte weergave van het rapport, en onderstreept wel degelijk de nadelen van smartphonegebruik door jongeren.
- Ook media zoals Knack melden dat "een totale smartphone‑verbod op scholen geen relatie vertoont met het welzijn van leerlingen", en dat veel leerlingen liever steun en begeleiding krijgen in plaats van een puur verbod. Het gaat om het hier gefileerde artikel. Dat Knack ook artikels publiceert die een andere mening geven, wordt echter niet vermeld.
Merk op dat hier twee relevante dingen gezegd worden:
(1) Dit onderzoek levert geen bewijs voor het nut van schoolbeleid dat het gebruik van telefoons tijdens schooluren in zijn huidige vorm verbiedt.
(2) Er zijn wel degelijk negatieve verbanden gevonden tussen het toenemende gebruik van telefoons en sociale media en een verslechtering van de geestelijke gezondheid en het welzijn.
Wat de auteur hier doet bij de verwijzing naar The Lancet gebeurt wel meer: datgene uit een bericht halen wat je kan gebruiken, en cognitieve dissonantie negeren. Gebrekkige aspectscheiding kan een erg storend fenomeen zijn, zeker als het met opzet wordt gebruikt.
En ChatGPT blijft onbetrouwbaar (!). Maar als ik dan zie hoe diverse auteurs vrijelijk omgaan met conclusies van studies, dan maakt het eigenlijk niet uit. Wel? 't Is toch al naar de wuppe.
Lees ook – Heeft een smartphoneverbod op school wel zin? Het artikel achter deze koppeling is van The Economist, ook niet dadelijk bekend om een sociaalvoelend standpunt. Het artikel zaait vooral twijfel over diverse onderzoeken, en trekt het verband tussen smartphonegebruik en mentaal welzijn in twijfel (wat niet eens verkeerd is; het zijn vooral de sociale media die problemen geven). In die tekst zijn dan weer koppelingen naar andere artikels voorzien, die gezien het kritische karakter waarschijnlijk van Knack afkomstig zijn.
Het artikel gaat verder:
Van verbod naar regulering en educatie
Dat er tot nu toe geen sterk (wordt 'wetenschappelijk' bedoeld?) bewijs is voor de negatieve invloed van smartphones en sociale media op mensen hun welzijn (de grootste ontkenning van het licht van de zon, tot nu toe), betekent niet dat gebruikers geen problemen kunnen ervaren. Nu gaan we even de ergernis dempen. Zo weten we uit onderzoek dat digitale media ervoor kunnen zorgen dat mensen moeite hebben om zich te concentreren, de tijd uit het oog verliezen, blootgesteld worden aan schadelijke inhouden en dat digitale media de grenzen tussen sociale contexten (zoals werk en privé) kunnen doen vervagen. Als afleidingsmaneuver is dit mooi opgezet, dat wel; mentale problemen worden straal genegeerd.
Nog eens over dat "sterk bewijs". Gelijkaardige situaties hebben we tegenwoordig meer en meer. Je ziet een hoop jongeren afhankelijk worden van dat ding dat ze nauwelijks kunnen loslaten. Je leest daarover in de media, en hoort regelmatig experten hun opinie geven, doorgaans tégen sociale media. Je ziet anderzijds de sterke groei van de macht van de techsector, die zich verrijkt door de verslaving van haar gebruikers. Je krijgt nota bene van ChatGPT een mooie beschrijving van hun lelijke manier van werken, die ook in andere sectoren (energie, farma, voeding, klimaat, …) wordt toegepast en maatschappelijke ergernis veroorzaakt. En dan zou je nog "sterk bewijs" nodig hebben vooraleer je daar iets aan gaat doen? Als metingenfixatie ook al in de psychologie is doorgedrongen, is het helemaal naar de wuppe, vrees ik.
Als we kinderen en jongeren – en bij uitbreiding mensen van alle leeftijden – willen helpen een gezonde relatie met deze technologieën te leren ontwikkelen (wat alvast impliceert dat daar hulp bij nodig is), is een meer doordachte en genuanceerde aanpak nodig dan het simpelweg verbannen van smartphones en sociale media uit onze samenleving. Dit is de gebruikelijke techniek: een duidelijk overdreven maatregel, die niemand wil, gebruiken als stok achter de deur om je eigen opinie meer aanvaardbaar te maken. Vooral overheden en instanties zoals de Europese Unie kunnen (?!) hierin een cruciale rol spelen. De gebruikelijke blokkerende reacties: (1) we willen geen verbod (nu), maar wel begeleiding (ooit), (2) meer tijd is nodig om een genuanceerde aanpak te bedenken, en (3) de oplossing moet van de overheid komen. Lijkt heel erg op uitstel, maar dat kan ook het bijverschijnsel van metingenfixatie zijn.
Ten eerste klinkt er vanuit het maatschappelijk en wetenschappelijk veld een duidelijke oproep om technologiebedrijven strenger te gaan reguleren. Maak u vooral geen illusies. Zo pleiten zowel onderzoekers als experts op het gebied van digitaal welzijn voor een strengere regelgeving die gebruikers van sociale media beter beschermt tegen schadelijke inhouden zoals onrealistische schoonheidsidealen, haatberichten en cyberbullying. (1) Strengere regelgeving beschermt niemand tegen schadelijke inhoud. (2) Alle pogingen om de techbedrijven te dwingen tot meer beschermende maatregelen falen; zie bv. The Wall Street Journal, Tech Crunch, WIRED, of The Guardian. (3) Tegen het vernuft van kwade geesten die schadelijke inhoud produceren is overigens geen filtering opgewassen.
Ook wordt vanuit deze kringen gepleit voor het aan banden leggen van het zogenaamde addictive design (i.e. designaspecten en algoritmes die er specifiek op gericht zijn om gebruikers zo lang mogelijk op een platform te houden). Nu gelooft ge toch zelf niet dat die giganten de essentie van hun verdienmodel zullen opgeven? Zie hoger, over de kwalijke functies van Facebook; een applicatie met die functies zouden we massaal moeten weigeren te gebruiken. Of verbieden dus; immers, de geest is sterk, maar het lichaam is zwak. Een design dat geschikt is voor alle leeftijden (grotere letters voor ouderen :-) en dat gebruikers meer controle biedt, zou een waardevol alternatief kunnen zijn.
Sociale media kan je ook beschouwen als systemen van het zevende knoopsgat; gebruikers lopen voortdurend in de val van hun kleine kantjes. De oorspronkelijke betekenis van deze basale fout is dat systemen niet goed werken als je geen rekening houdt met menselijke eigenschappen. Sociale media doen dat net wél, maar tot hun eigen profijt. Angsten zijn een onuitputtelijke geldbron. De grote middeleeuwse kerk van het kleine O.L.V. Lombeek is grotendeels gebouwd met inkomsten uit pelgrimage (en dat ze meer geld dan vakmanschap hadden is nog steeds te zien aan de binnen- en de buitenkant :-). Er is overigens een nieuwe religie in opkomst, nl. artificiële intelligentie; kandidaat-pausen zijn al enkele jaren in conclaaf; zie ook Wat als AI de mens inhaalt.
Ten tweede is er ook een belangrijke ondersteunende en meer educatieve rol weggelegd voor overheden en organisaties zoals de Europese Unie (ook een overheid, trouwens). Zij kunnen individuen en sociale omgevingen – zoals gezinnen, scholen en bedrijven – helpen om de nodige kennis en vaardigheden te verwerven waarmee ze zichzelf, hun kinderen, leerlingen en werknemers beter kunnen leren navigeren in de digitale wereld. Als je het probleem op een hoger niveau kan tillen moet je het zelf niet meer oplossen.
Toekomstige generaties voorbereiden
Kortom, de huidige wetenschappelijke stand van zaken geeft weinig aanleiding om sociale media en smartphones aan te wijzen als dé reden voor een verminderd welzijn bij jongeren. Dit is weer ál te simpel. "Dé reden" bestaat immers niet; er zijn meerdere oorzaken (bv. economische en maatschappelijke ontwikkelingen)(aspectscheiding!). Maar de meest in het oog lopende oorzaak zijn wel de sociale media. Door het te hebben over "dé reden" hoef je dat niet toe te geven. Het verbieden van deze technologieën is dan ook een oplossing die noch duurzaam, noch wenselijk is. Kromme redenering. Ook al zou de auteur gelijk hebben, en zijn sociale media niet dé reden voor een verminderd welzijn bij jongeren, dan zijn ze wel nog altijd een reden, en zelfs een belangrijke, en dan is verbieden mogelijk wel een efficiënte oplossing. Kijk naar Australië. Stellen dat sociale media niet dé reden zijn, om daaruit af te leiden dat een verbod geen zin heeft, is regelrecht bedrog. Jammer dat lezers zich zo gemakkelijk laten misleiden. De problemen die kinderen en jongeren vandaag de dag ervaren wanneer ze smartphones en sociale media gebruiken, vereisen een meer genuanceerde en doordachte aanpak die gericht is op het veranderen van addictive designaspecten (en wie gaat dat forceren?) en het bevorderen van kennis en digitale vaardigheden (nóg meer lesuren?). Aangezien digitaliseren eerder zal toenemen dan afnemen (ook het overdenken waard, bv. dat de maatschappij daarin blijkbaar niets te zeggen heeft), is het dan ook essentieel om de komende generaties hierop doordacht voor te bereiden.
Lees ook – Weg met de smartphone? We hebben een ingrijpende culturele correctie nodig, en wel nu.– Excessief gebruik van de smartphone brengt ernstige schade toe aan het mentaal welzijn en de ontwikkeling van jongeren, aldus de vermaarde psycholoog Jonathan Haidt. Is zijn alarmkreet terecht? Knack vroeg het aan enkele experts. "Alles wat tijd en diepgang vergt, dreigt te sneuvelen." Maak hier tijd voor; dit moet je lezen.
5 – 'Pleidooi voor leeftijdsgrens op sociale media vanaf 16 jaar: of kiezen we liever voor laksheid in plaats van bescherming?'
Theo Compernolle, Lies Craeynest, Knack, 01-05-2025
Theo Compernolle en Lies Craeynest pleiten voor een leeftijdsgrens van 16 jaar voor alle media waarbij verslavende algoritmes worden toegepast (vreemd criterium? van wie komt dit?). 'Het politieke getouwtrek zonder concrete actie toont vooral een pijnlijk gebrek aan moed en visie.'
Theo Compernolle kwam eerder al aan bod als boekenschrijver; zie Van brokkelbrein naar focus en Ontketen je brein.
Het debat over het voorgestelde verbod op sociale media voor jongeren is in geen tijd ontaard in een moddergevecht (wat polarisatie versterkt, want daar wil je niet middenin staan). Ondertussen stapelen de alarmerende signalen zich op. Denken we maar aan cyberpesten, eetstoornissen, zelfbeschadiging, online misbruik en kinderen die op veel te jonge leeftijd worden blootgesteld aan porno en geweld. Dit gaat al veel verder dan verslavende algoritmen. Slaapproblemen, concentratiestoornissen en zelfs schooluitval worden steeds vaker vermoedelijk gelinkt aan het verslavende karakter van appjes. OK. Niet elk kind wordt getroffen, maar het aantal dat wél slachtoffer wordt, groeit snel. Zie het rapport van The Lancet.
Toch krijgt Caroline Gennez, de minister die in deze zaak eindelijk initiatief toont (zie de interpellatie in het Vlaams Parlement op 21-01-2025, een artikel in Het Nieuwsblad dezelfde dag, een interview op Radio 1 en een vervolgartikel bij VRT NWS op 08-04-2025, en mijn bespreking hierboven in sectie 1), forse tegenwind (van Cieltje Van Achter, N-VA, zie sectie 2). Sommige opiniemakers spreken van "een lui sociale-mediaverbod", "niet de oplossing" of wijzen erop dat "kinderen en jongeren dit niet willen. In een vlammend opiniestuk in De Morgen (dezelfde tekst vind je bij de N-VA) wordt gesteld dat het uitstellen van sociale media voor jongeren is als schieten met een kanon op een mug. Maar laat ons eerlijk zijn: dit is allang geen mug meer. Deze problematiek banaliseren, komt neer op schuldig verzuim. Het politieke getouwtrek zonder concrete actie toont vooral een pijnlijk gebrek aan moed en visie.
Lees ook – Geen bewijs dat het verbod op smartphone het welzijn van leerlingen verbetert – Dit wordt hierboven besproken in sectie 4.
We vergeten daarbij iets cruciaals: er ís al een verbod. Sociale media zijn officieel pas toegelaten vanaf 13 jaar. Wat is anders het verschil tussen een leeftijdsgrens en een verbod? Die regel wordt echter amper gecommuniceerd, laat staan gehandhaafd. Volgens het Medianest-onderzoek uit 2023 gebruikt 48 procent van de 9- tot 12-jarigen sociale media, waarvan de meerderheid met een eigen account. De grens van 13 jaar wordt dus massaal genegeerd. Dat is niet verwonderlijk, aangezien sommige organisaties beschrijven hoe ouders de leeftijdsgrens kunnen omzeilen door te liegen over de leeftijd van hun kind – "omdat kinderen ook sociale contacten nodig hebben". Bovendien helpen de techbedrijven een beetje; zie hoger in sectie 3, "De kwalijke groei van Facebook"
De overheid en maatschappelijke actoren (ouders, leerkrachten, jeugdwerkers, leiders, coaches,…) laten kinderen massaal gebruikmaken van verslavende en ongefilterde platformen als TikTok en Snapchat en noemen dat vervolgens "de realiteit" en "leren omgaan met technologie". Maar het gaat hier helemaal niet om een realiteit, wel om een keuze. Een keuze voor laksheid in plaats van bescherming. Sociale media zijn op zich geen "technologie". Ook waar! Het zijn de socialemediabedrijven die nietsontziende verslavende methodes gebruiken om onze aandacht (!) en die van onze kinderen te gijzelen en er miljarden mee te verdienen. Het is uit winstbejag dat ze de potentiële mooie kanten van sociale media (!) geperverteerd hebben. De conclusie is helder; die kan iedereen trekken, mits wat gezond verstand. Voor wie niet begrijpt hoe die bedrijven geld verdienen: die laten zich dik betalen voor elke seconde reclame die ze kunnen pushen, en hoe langer gebruikers blijven hangen, hoe langer de kassa rinkelt. In feite ligt reclame dus aan de basis van het sociale-mediaprobleem. Ik begrijp niet waarom niet iedereen een adblocker installeert. Dan zou het allicht rap gedaan zijn met die miserie. Of met de adblockers…?
Sommige stemmen pleiten intussen om de bestaande 13-jaargrens te respecteren (zoals in veel Zuiderse landen: "als dat hier niet rap gedaan is gaan we de wet moeten toepassen…"), dat is een logische stap en een omkering van het huidige schuldig verzuim. Maar waarom is die grens überhaupt op 13 bepaald? Niet om kinderen te beschermen, zo blijkt.
In 2018 stelde Europa in het kader van de GDPR-richtlijnen, die de privacy van internetgebruikers beschermen, een minimumleeftijd van 16 jaar voor bij dataverwerking van minderjarigen. Lidstaten konden dit verlagen naar 13. Enkel België, samen met een vijftal andere landen, deed dat, simpelweg omdat grote technologiebedrijven deze grens al hanteerden en jongeren toch al op die platformen zaten. Het bedoelde schuldig verzuim. Een gemakzuchtige beslissing waarbij de bescherming van kinderen het onderspit moest delven voor implementatiegemak. Klopt. Waarom gooide België zo bereidwillig de gegevens van kinderen in de schoot van de Big Techplatformen? Hopelijk laksheid; anders is het erger.
Verlaagden de grens tot 13 jaar, samen met België (volgens ChatGPT, niet geverifieerd): Ierland, Zweden, Finland, Denemarken, Verenigd Koninkrijk, Estland, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Tsjechië, Slovenië. Op 14 jaar: Duitsland, Italië, Spanje, Oostenrijk, Griekenland, Kroatië, Roemenië. Op 15 jaar: Frankrijk (en mogelijk Tsjechië). Op 16 jaar: Nederland en een paar kleinere lidstaten.
Lees ook – Kleuters met een tablet en een koptelefoon op? Daar gaan we nog véél spijt van krijgen. – Schermverslaving begint tegenwoordig vaak al in de kleuterklas. "Daardoor zien vijfjarigen beelden die niet voor hen zijn bestemd en haperen hun motorische vaardigheden", schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar column De Zoetzure Dinsdag. Schrijnend verhaal.
De bestaande leeftijdsgrens van 13 jaar voor kinderen heeft dus niets te maken met hun bescherming. De impact van sociale media op jonge breinen vraagt om een grens die wél rekening houdt met hun ontwikkeling. Het rationele brein, het 'denkbrein', is neurologisch gezien nog volop in ontwikkeling tot ver na 13 jaar. Zolang dat niet gevormd is, is het voor kinderen veel moeilijker om aan sociale druk te weerstaan, zijn ze vatbaarder voor verslaving en hebben ze nog niet de capaciteit om manipulatie en fake news te doorzien. Zoals aangetoond in het boek Ontketen het brein van je kind: van schermverslaving naar digitale vrijheid wordt de kloof tussen het 'reflexbrein', dat onze impulsen volgt, en het denkbrein, pas kleiner rond 15 of 16 jaar. Ik veronderstel dat Big Tech dat ook weet, en daarom hard lobbyt tegen een verhoging tot 16 jaar. Ik zou hier bronnen kunnen geven, maar die kan je ook zelf vinden: vraag aan ChatGPT "Ken je voorbeelden van het lobbywerk van Big Tech tegen de verhoging van de leeftijdsgrens voor sociale media voor jongeren tot 16 jaar?", en houd een kommetje in de buurt bij het lezen.
We stellen leeftijdsgrenzen in voor alcohol (16, sterke drank 18), tabak (18), autorijden (18) en stemmen (federaal 18, Europees 16), net omdat jonge mensen die verantwoordelijkheden of uitdagingen nog niet aankunnen. Ze kunnen wel veel aan, maar hun gedrag wordt nog niet vertrouwd. Tiens, dat geldt in feite ook voor ChatGPT… Waarom zouden we hen dan wel toelaten tot een digitale jungle die ontworpen is om verslaving uit te lokken, en waarvoor je gewapend moet zijn (met veel technische skills en nog meer maturiteit) om er de positieve kanten uit te halen?
Critici zeggen dat we beter de techbedrijven reguleren. Absoluut. Maar dat zal traag en moeizaam gaan. Intussen verliezen we jongeren aan een wereld vol prestatiedruk, toxische inhoud en algoritmes die winst boven welzijn stelt. Ouders staan machteloos tegenover groepsdruk (!!), schoolverwachtingen en zelfs tegenstrijdige adviezen van mediawijsheidsorganisaties. Het is niet eerlijk om van hen (de ouders) te verwachten dat ze dit gevecht alleen voeren. Het doet altijd deugt als blijkt dat sommige mensen nog durven doordenken.
De verhalen die wij horen van ouders zijn schrijnend, zoals de vader die ontdekte dat een drugdealer via een Instagramgroep zijn zoon en tientallen andere veertienjarigen had toegevoegd en zijn waren aan hen verkocht. Of zoals de moeder die haar dertienjarige dochter plastische chirurgie uit het hoofd moet praten. Of het kind dat nog weigert naar school te gaan omdat de get-rich-quick "dropshipping"-verhalen op TikTok erg overtuigend zijn.
Daarom pleiten we voor een leeftijdsgrens van 16 jaar voor alle media waarbij verslavende algoritmes worden toegepast. Of kwalijke functionaliteit is ingebouwd (zie Facebook)? Vanaf 16 zijn jongeren mentaal klaar om zelfstandig weerstand te bieden aan de verleiding. En waarschijnlijk nog niet iedereen. Vóór die leeftijd leren we hun stapsgewijs en gesuperviseerd met digitale tools omgaan, zodat ze die geleidelijk aan meester worden. Da's de theorie; de praktijk is weerbarstiger.
De bezwaren die vaak worden opgeworpen, kunnen gemakkelijk ontkracht worden. Ten eerste, privacyzorgen over leeftijdscontrole zijn oplosbaar omdat Europa al werkt aan een Digitale Portefeuille die hiermee rekening houdt. Alhoewel…; dat "Digitale portefeuille" de ondertitel blijkt te zijn bij "Digitale Identiteit" geeft ook weer te denken over de kracht van de neoliberale economie: mensen worden gereduceerd tot portefeuilles…
Ten tweede, ouders willen graag dat hun kind bereikbaar is, maar daarvoor is geen smartphone nodig. Alstublieft! Een oude Nokia (of Samsung, of Sony, …; een GSM dus) volstaat om bereikbaar en veilig te zijn (met veel minder kosten), en misschien kan een smartphone, zónder sociale media, na 14 jaar. Inderdaad, waarom niet, zónder sociale media. Smartphones op zich zijn immers niet het probleem. Tot slot is er dit veelgehoorde tegenargument: een leeftijdsgrens is niet waterdicht, moeilijk te implementeren of te sanctioneren. Dat is correct, maar het is wel een belangrijke boodschap die de risico's duidelijk maakt. Wie nu rijdt zonder rijbewijs riskeert ook in het nieuws te komen, dankzij de wet. Ook de verplichting om een veiligheidsgordel te dragen, en het rookverbod op openbare plaatsen, zijn op zich niet afdoende, maar hebben toch bewezen een enorme impact op de samenleving te hebben. Voila.
Dit artikel zit m.i. goed in elkaar; hier is inhoudelijk en structureel aan gewerkt door personen met verantwoordelijkheidszin. Maar de vorige zin en de volgende waren vreemd genoeg samengenomen in een aparte paragraaf. Toch een serieuze misser, en anders een poging tot sabotage. Ik heb dat hier rechtgezet.
Mediawijsheid is essentieel en moet een centrale plaats krijgen, thuis en op school, gesteund door duidelijke, gefundeerde boodschappen van de overheid. Maar dat betekent niet dat kinderen ook onmiddellijk toegang moeten hebben tot sociale media. Integendeel, we moeten hun hun kindertijd teruggeven (zie ook sectie 7), zodat ze kunnen groeien, mentaal sterk worden en zodat hun 'denkbrein' de kans krijgt zich te ontwikkelen. Alleen zo kunnen ze op latere leeftijd weerbaar omgaan met de sociale media waar ze de baas en niet de slaaf van zijn. Logisch.
Dr. Theo Compernolle is neuropsychiater, consultant, spreker en schrijver. Hij was o.a. professor aan de VU-Amsterdam en de ULB. Hij schreef bestsellers zoals Stress: Vriend en Vijand, Ontketen je brein en recent Ontketen het brein van je kind.
Lies Craeynest is oprichter en bezieler van KidsUnplugged. De organisatie nam het initiatief voor het KidsUnplugged-pact: een vrijwillige belofte om smartphones uit te stellen tot minstens 14 jaar. Ze is mama van twee kinderen van 10 en 16 jaar, en woont in Brussel.
Lees ook:
– Wie houdt de kinderen weg van de smartphone? 'De overheid moet een dieet voor schermtijd ontwikkelen'– Volgens Kids Unplugged, een collectief van bezorgde ouders, doet de overheid onvoldoende om kinderen te beschermen tegen de negatieve effecten van de smartphone. "Goed gebruik van smartphones is een verantwoordelijkheid van ouders, scholen én overheden", zegt expert Lieven De Marez. De rol van de overheid ligt dan vooral bij het aansturen van scholen, want die zijn over het algemeen wars van beperkingen die ouders en kinderen kunnen afstoten.
– Weg met de smartphone? 'We hebben een ingrijpende culturele correctie nodig, en wel nu'– Excessief gebruik van de smartphone brengt ernstige schade toe aan het mentaal welzijn en de ontwikkeling van jongeren, aldus de vermaarde psycholoog Jonathan Haidt. Is zijn alarmkreet terecht? Knack vroeg het aan enkele experts. "Alles wat tijd en diepgang vergt, dreigt te sneuvelen." Maak hier tijd voor; dit moet je lezen. Geen toegang? Laat mij iets weten.
6 – "Het is zoals bij sigaretten: als de overheid er zich niet mee bemoeit, verandert er weinig": experts vragen strenger smartphonebeleid
17 experts en psychiaters vragen in een open brief aan de Vlaamse en federale regering een duidelijker en strenger beleid rond smartphonegebruik bij kinderen en jongeren. Onder hen grote namen zoals neuroloog Steven Laureys, psychiater Dirk De Wachter en kinder- en jeugdpsychiater Binu Singh. Ze pleiten ook voor een verbod op sociale media tot de leeftijd van 16 jaar. De experten benadrukken de negatieve impact van smartphones op het brein en emotioneel welzijn van kinderen en jongeren. (1) De gebrekkige aspectscheiding smartphones / sociale media is hier minder duidelijk. (2) Ik zie wel een vlag-en-ladingprobleem. De slug van dit artikel (de tekst in de URL) is "wetenschappers-vragen-strenge-regels-rond-smartphones". Klopt dat wel? Met wetenschappers, en zeker wetenschappelijk onderzoek, wordt vaak geschermd in mediaberichten, maar wie die wetenschappers zijn wordt er doorgaans niet bij verteld. Experten daarentegen zijn mensen die in hun vakgebied werken en ervaring opdoen, en expertise hebben opgebouwd. Zijn dat dan wetenschappers? Dat wetenschappers niet per se experten zijn is wel duidelijk. Ik denk dat we met 'expert' in een titel (als dat dan ook klopt!) wel een geloofwaardiger inhoud mogen verwachten. Het blijft wel vreemd en jammer dat verschillende 'experten' tegengestelde meningen kunnen hebben.
Laura Verhaeghe, Rik Arnoudt, VRT NWS, 06-05-2025
[..] Wij, een groep van wetenschappers en praktijkdeskundigen uit diverse disciplines, roepen op tot dringende actie tegen de groeiende gezondheids- en welzijnscrisis als gevolg van overmatig en ongepast scherm- en socialemediagebruik bij kinderen en jongeren. Interessante verwoording; de smartphone ligt niet direct in de vuurlinie, wel het schermgebruik (schermverslaving; kan inderdaad problematisch zijn, ook los van sociale media), en de sociale media zelf.
Zo begint de brief die vandaag gepubliceerd wordt in naam van 17 wetenschappers en psychiaters (dus De Wachter is geen wetenschapper?). Onder de ondertekenaars enkele bekende namen zoals psychiater Dirk De Wachter, neuroloog Steven Laureys, neuropsychiater Theo Compernolle en kinder- en jeugdpsychiater Binu Singh. Ook de Vlaamse vereniging van kinderpsychiaters ondertekent de brief. (1) Dat wil toch al iets zeggen, niet? Als 'wetenschappers' leggen die toch al wat gewicht in de schaal, zou ik denken. Ik stel mij voor dat hier vooral inzicht en praktijkkennis achter schuilt, eerder dan wetenschappelijke onderzoeken. (2) Een verschil tussen wetenschappers en experten blijft moeilijk hanteerbaar, omdat de termen niet eenduidig gedefinieerd zijn, en elkaar overlappen. Vlag-en-ladingprobleem in feite. Iemand die zich met wetenschap bezighoudt is al gauw een wetenschapper. Om een expert te zijn moet je echter veel kennis en ervaring hebben.
De brief is gericht aan de Vlaamse, maar ook de federale regering. Want volgens de ondertekenaars zijn de kwalijke effecten van smartphones en sociale media op het brein van kinderen en jongeren niet te onderschatten. Het leidt onder meer tot negatieve gevolgen voor hun schoolprestaties, en hun mentale en fysieke gezondheid, staat er te lezen in de brief.
BEKIJK – "Onze belangrijkste vraag is een debat", zegt kinder- en jeugdpsychiater Kristel Lauwers in VRT NWS Journaal. Het filmpje met getuigenissen door kinderen kan je alleen zien vanuit het originele artikel.
Het initiatief voor de open brief komt van de burgerbeweging Kids Unplugged. Die beweging ontstond bij 4 Brusselse ouders met kinderen in het vijfde leerjaar die zich zorgen maakten over het smartphonegebruik bij hun kinderen.
Geïnspireerd door de Britse beweging Smartphone Free Childhood willen ze ouders samenbrengen en motiveren om hun kinderen geen smartphone te geven tot de leeftijd van 14 jaar. Het gaat hier om het toestel, los van sociale media. Sinds de lancering op 14 december 2024 hebben ouders uit meer dan 200 scholen in Vlaanderen en Brussel actie ondernomen.
Negatieve gevolgen van overmatig smartphonegebruik
De afgelopen 10 jaar zijn tal van wetenschappelijke artikelen (oeps, toch…; dat zijn niet per se onderzoeken, maar het is te vrezen dat je tegenwoordig, als gevolg van metingenfixatie, geen wetenschappelijk artikel meer gepubliceerd krijgt als er geen onderzoek aan verbonden is) verschenen over de impact van sociale media en digitale technologieën op de geestelijke en lichamelijke gezondheid van kinderen en jongeren. Zo is er onder andere een toename van depressies, angststoornissen, obesitas, leerproblemen en slaapstoornissen door het smartphonegebruik bij jongeren. Ook hier wat jammer dat de referenties ontbreken, omdat vrij duidelijk is dat heel wat 'onderzoekers' die impact ontkennen. Die wordt bv. wel bevestigd door het eerder vernoemde rapport van The Lancet.
Losse bedenking: de tegenstelling tussen kwaliteit en kwantiteit is in beweging. Een oordeel van een expert, dat niet wordt ondersteund door een rapport met veel cijfermateriaal, kan je 'kwalitatief' noemen; dat is dan gebaseerd op ervaring en inzicht, iets typisch voor experten. Maar dergelijke kwalitatieve bevindingen worden minder en minder geloofd; tegenwoordig wil men voor alles een onderzoek doen, en opinies staven met numerieke rapporten. Dat is de 'kwantitatieve' benadering. Af en toe zie je nog eens een verfrissende tussenkomst, zoals die van Zuhal Demir in een interview met Trends, over het Nederlands op school: "Het mag eindelijk eens vooruitgaan. We hebben twintig jaar verspeeld. Het is gedaan met wachten op rapporten en aanbevelingen". Voor de kwantitatieve insteek zie ik twee grote nadelen: (a) die duurt veel langer, omdat je onderzoeken moet opzetten en moet zien gefinancierd te krijgen, en (b) de betrouwbaarheid van onderzoeken in sociale materies is eerder laag, omdat de grote variatie tussen menselijke capaciteiten en omstandigheden nauwelijks in onderzoeksparameters te vatten valt, waardoor de neiging bestaat (en bij sommigen niet alleen de neiging) om een onderzoek op te zetten om een specifieke opinie te ondersteunen. Zo krijg je verschillende onderzoeken die tegengestelde opinies 'bewijzen', en bijgevolg ook meta-onderzoeken die nergens meer uitkomen. Een beangstigend verband met andere maatschappelijke ontwikkelingen is dat 'kwaliteit' met uitsterven bedreigd wordt, op allerlei vlakken. En als we naast 'kwaliteit' ook denken aan 'respect', dan hebben we zowat alle wereldproblemen benoemd.
Dat merken ook de experts. Steven Laureys is neuroloog: "We weten nu dat overmatig gebruik van die schermen en sociale media ons brein gaat overprikkelen en dat leidt tot afleiding in plaats van focus en dat kan aandachtsstoornissen geven bij kinderen."
"Het kan onze slaap verstoren en een goede kwaliteit van slaap is net heel belangrijk bij kinderen. Het heeft ook een impact op onze emotionele netwerken. We zijn sociale dieren en internet en sociale media kunnen ons verbinden, maar als het te veel virtueel wordt, dan is dat opnieuw negatief. Kinderen moeten gewoon in de echte wereld met hun vrienden spelen." Moet er nog zand zijn?
Meta heeft al zowat 45 miljard dollar besteed aan zijn virtuele wereld of metaverse "Horizon World". Mark Zuckerberg ziet de Metaverse als het volgende grote computertijdperk, vergelijkbaar met de opkomst van mobiele apparaten. Hij heeft echt te weinig realiteitszin; wat zouden psychiaters dáárvan denken?
Ook neuropsychiater Theo Compernolle staat 100 procent achter dit initiatief: "Kinderen laten zich in alles wat ze doen onderbreken door hun telefoon. Volwassenen ook. Dat gebeurt tot 80 keer per dag. Dat voortdurend onderbroken worden in alle activiteiten, daar krijg je een 'brokkelbrein' van. Een specialiteit van Compernolle… Zie ook Van brokkelbrein naar focus. Mensen zijn daardoor niet meer in staat om onafgebroken hun aandacht te houden bij één taak. Het concentratievermogen wordt aangetast. Dat gaat dan niet enkel over de studies, maar ook over bijvoorbeeld genieten van dingen. Je doet dat nooit meer met de volle 100 procent." Als je stressbronnen bij kinderen zoekt, en bij jongeren, dit is een grote.
Sociale media verbieden tot 16 jaar
Omdat jongeren voornamelijk op de smartphone zitten om met sociale media bezig te zijn (!!!), vragen de ondertekenaars om sociale media te verbieden voor jongeren tot 16 jaar. Gewoon gezond verstand. Of expertise. Op die leeftijd zouden (de auteurs twijfelen?) jongeren beter in staat zijn om zichzelf te reguleren en kritisch om te gaan met de digitale wereld. Ze halen daarbij de voorbeelden van Frankrijk en Australië aan.
Vandaag ligt die leeftijdsgrens op 13 jaar en is die ook makkelijk te omzeilen, waardoor heel wat jongeren op erg jonge leeftijd op sociale media kunnen (zie hier). De experten vragen ook om de meest kwetsbare groep, zoals kinderen onder de 12, actief te beschermen. Actief, dus niet passief, zoals nu…
Theo Compernolle, neuropsychiater: "Theoretisch kan je zeggen dat het slim is om kinderen zo vroeg mogelijk te leren hoe met apps en sociale media om te gaan. De theorie van Cieltje Van Achter en de N-VA. Dat is een juiste aanpak (in theorie dan?), maar we moeten er rekening mee houden dat een jong kind dat gewoon niet kan. Dan is het toch geen juiste aanpak? Alvast niet voor een jong kind. Het brein ontwikkelt zich. In de puberteit gaat de ontwikkeling van wat je met je brein kan doen sneller dan de ontwikkeling van de controlemogelijkheden. Die moeten nog getraind worden, maar die kloof (tussen wat je brein kan en de controle die een kind heeft over zijn brein) is nog te groot tot de leeftijd van 16 jaar. Vanaf 16 jaar ben je in staat om dat echt meester te zijn, als je dat wil." Maar misschien zijn veel volwassenen zelf niet (of niet meer?) in staat om dat te begrijpen, mogelijk als gevolg van stress. En als die het voor het zeggen krijgen, wordt het natuurlijk moeilijk.
Neuroloog Steven Laureys vindt het moeilijk om een precieze ondergrens vast te leggen voor sociale media. Hij benadrukt ook de positieve effecten ervan zoals het op zoek gaan naar informatie en het stimuleren en ontwikkelen van de creativiteit: "Ik hou niet van een verbodspolitiek (hij wil niet beticht worden van steun aan een verbodspolitiek, mogelijk omdat verbieden stilaan verboden wordt ;-), maar we moeten er toch over nadenken. Het kinderbrein is anders dan het brein van een volwassene: we laten kinderen toch ook niet auto rijden? Daar trekt de overheid ook een grens."
"De lobby van de technologiebedrijven is heel sterk (ge moogt gerust zijn), dus we mogen niet naïef zijn en we moeten dus een voorzet geven. Als je die leeftijdsbeslissing overlaat aan de Elon Musks van deze wereld, dan krijg je niet het beste scenario. We moeten samen bepalen wat er verantwoord is voor welke leeftijd. Ook Europa heeft hier een grote rol in te spelen." Kan Europa niet zelf zorgen voor betere sociale media?
Ouders kunnen het niet meer alleen de baas
Volgens de initiatiefnemers van Kids Unplugged geven ouders zelf aan dat de verslavende mechanismen van sociale media en games voor veel ruzies en discussies zorgen in hun gezin, en dat opvoedingsvrijheid op dit onderwerp feitelijk niet bestaat: zowel games, sociale media als smartphones zijn zo sterk genormaliseerd en geaccepteerd dat het begrenzen, of zelfs weigeren ervan, vrijwel onmogelijk is. Jammer genoeg. De naam 'sociale media' is een aanfluiting van de dagelijkse inspanningen van zowat 8 miljard mensen om vredig samen te leven.
Dat bevestigt ook neuropsychiater en ondertekenaar Theo Compernolle: "Je kan het vergelijken met roken. Ziet ge wel. Mensen kunnen zelf stoppen met roken, maar doen het niet. Ook de vele individuele antitabakscampagnes brachten weinig zoden aan de dijk. Het aantal rokers daalde pas, toen de overheid zich ermee ging moeien (bv. met een verbod op roken in bedrijven en restaurants vanaf 2007). Dat is wat we nu ook nodig hebben bij smartphones (?) en vooral voor sociale media (!!)".
Daarom vragen de wetenschappers in de brief onder andere om dringend het officiële advies rond digitale media, smartphones en schermgebruik bij kinderen en jongeren te herzien met de nieuwe inzichten die er nu zijn. Ze willen ook dat er een strenge Europese regelgeving komt voor technologiebedrijven, waaronder het beperken van de volgens de wetenschappers verslavende algoritmes (ze kunnen al beginnen met die kwalijke functionaliteiten van Facebook) en een verhoogde aansprakelijkheid. Ik begrijp niet hoe buitenstaanders kunnen weten welke algoritmen worden gebruikt, en welke verslavend zijn. Maar misschien bedoelen de auteurs met algoritme iets anders dan ik.
De ondertekenaars benadrukken ook dat ze niet volledig tegen het gebruik van smartphones gekant zijn. Voila. Ze willen dus ook dat er verder ingezet wordt op sensibilisering van de ouders en duidelijke doelstellingen binnen het onderwijs over gezond scherm- en socialemediagebruik. Gezond verstand. Maar kijk nog eens naar de eerste zin van deze paragraaf. Die zegt dat de ondertekenaars niet helemaal tégen het gebruik van smartphones zijn (en ik denk dat "door kinderen" wordt bedoeld). Maar hebben de auteurs en de experts het wel over hetzelfde? We hebben een duidelijk vlag-en-ladingprobleem met 'smartphones', omdat velen daar wel sociale media bij zien, en anderen niet, terwijl dat een hemelsbreed verschil maakt voor de perceptie van de opinie van de experts door het grote publiek. Ik veronderstel dat de experts hier wel degelijk het toestel bedoelen, en niet de sociale media. Maar iemand die daar anders over denkt leest in die eerste zin dat de ondertekenaars niet volledig tegen sociale media zijn. Wat ons opnieuw brengt bij de gebrekkige aspectscheiding van basis- en toegevoegde functies van sociale media; zie hoger Facebook.
Extra lessen mediawijsheid onvoldoende?
Binnen de Vlaamse regering is er geen eenduidige visie van hoe er omgegaan moet worden met het gebruik van smartphones bij kinderen. Zuhal Demir (N-VA) als Minister van Onderwijs heeft ze al gebannen uit de scholen (vanaf september 2025); Cieltje Van Achter (ook N-VA)(?!) als Minister van Media wil geen verbod op sociale media tot 16. Voor wie moet je nog kiezen? De huidige (lakse) maatschappelijke aanpak steunt op het aanleren van mediawijsheid aan kinderen op school, via workshops of televisieprogramma's, maar deze aanpak schiet volgens de wetenschappers (experts) die de open brief ondertekenen tekort tegenover de kracht van de technologiebedrijven. Gelijk hebben ze. Too little, too late.
In zowel het Vlaamse als federale regeerakkoord staat er weinig over hoe het beleid de omgang met smartphones en sociale media wil aanpakken. Huidig Vlaams minister van digitalisering Cieltje Van Achter (N-VA) liet in april in een opiniestuk in De Morgen al weten geen voorstander te zijn van een socialemediaverbod tot 16 jaar. Zie hoger, sectie 2.
Volgens Van Achter hebben sociale media ook veel voordelen (de basisfuncties wel, de vuile trucs niet; ook een gebrekkige aspectscheiding, de zoveelste, en een zware), en is een verbod zinloos. Zij vreest dat jongeren hun gebruik bij een verbod zullen verbergen (kunnen ze immers niet zonder dat het opvalt; smartphone niet mee naar bed is wel een voorwaarde), waardoor er nog minder controle op is. Nóg minder? Van Achter roept wel op om in te zetten op mediawijsheid en een daadkrachtige aanpak op Europees niveau om de jongeren te beschermen. Zie hoger.
BEKIJK – Vlaams minister van digitalisering Cieltje Van Achter (N-VA): "Vandaag is er ook geen wetenschappelijke consensus dat een verbod, dat misschien leuk of makkelijk klinkt, de oplossing zou zijn". Alleen te bekijken in het originele artikel.
Zo moet de Europese Commissie volgens Van Achter de Europese digitale wetgeving strikt handhaven en paal en perk stellen aan de 'toxische uitwassen' van sociale media ten aanzien van jongeren. Van Achter is in dialoog met de socialemediaplatformen omtrent bijkomende maatregelen en initiatieven ter bescherming van minderjarigen. Ik denk niet dat Cieltje Van Achter, of gelijk welke Europese Minister van Media, "in dialoog is met de socialemediaplatformen", omdat daarmee geen dialoog mogelijk is; de mug prikt de olifant, in dit geval. Misschien zit ze in één of andere werkgroep die halfjaarlijks overlegt, maar het kan ook bluf zijn.
Vlaams minister van Welzijn Caroline Gennez (Vooruit) is wel voorstander van een hogere leeftijdsgrens voor sociale media. Ze wil ook strengere regels voor techgiganten en een debat hierover op Europees niveau. Gezond verstand.
"Deze open brief van experten is voor mij een belangrijk signaal dat we niet kunnen negeren", vindt viceminister-president Hilde Crevits (CD&V). Doet mij plezier. "De schade die sociale media bij onze jongeren kan aanbrengen, is daarvoor te groot. Vandaag ligt de grens om een account te maken op 13 jaar, dat is onvoldoende om kinderen te beschermen."
"We zullen ook werk moeten maken van het leren omgaan met de gevaren van sociale media. Daarnaast vragen we ook een totaalverbod op algoritmen (?)(en de kwalijke functies?) tot de leeftijd van 18 jaar, voor alle sociale media kanalen gaande van Facebook, TikTok tot YouTube", aldus Crevits. Wat ze met die 'algoritmen' bedoelen is mij niet duidelijk. Wat een algoritme is wel, maar wat ze precies willen verbieden heb ik nog nergens beschreven gezien. Omdat hier de leeftijd van 18 wordt genoemd denk ik dat ze met 'algoritmen' iets bedoelen dat los staat van sociale media.
De Vlaamse regering besliste ondertussen wel al over een absoluut smartphoneverbod op school in het basisonderwijs en in de eerste en tweede graad van het middelbaar onderwijs. In de derde graad van het middelbaar (+16) mogen leerlingen hun smartphone wél nog gebruiken in de speeltijd, als de school dat toestaat tenminste. Dit lijkt misschien een partiële maatregel, en t.o.v. de leerlingen is dat ook zo (zie het rapport van The Lancet; ze halen de schermtijd elders in). Maar het scheelt wel een pak voor de leerkrachten.
De experten die de brief ondertekenen, sluiten zich aan bij minister Gennez. Ze zijn unaniem: enkel door extra lessen mediawijsheid zullen we dit probleem niet de baas kunnen. Ook gezond verstand.
Steven Laureys: "Ik denk dat ons mensenbrein niet is opgewassen tegen die de artificiële intelligentie die permanent gaat gebruiken welke info ik doorgeef, waar ik naar zoek en waar ik op klik en dus moeten we ons ertegen beschermen."
"Ik ben blij dat we dit debat nu kunnen voeren en pleit ervoor om een expertengroep op te richten (nee, niet doen!!) om te bekijken samen met de regeringen hoe we dit het beste kunnen aanpakken. Met alle kennis die we vandaag hebben (die volstaat), kijken we nu naar de beleidsmakers voor duidelijke regels (verhoging minimum leeftijd tot 16; moeilijker is het niet). Dat kan je niet als burger of als ouder op je eentje doen."
De experten vragen in hun open brief om:
- Het officiële advies rond sociale media, smartphones en schermgebruik bij kinderen en jongeren dringend te herzien op basis van de nieuwe recente inzichten.
- Een expertengroep op te richten, met praktijkdeskundigen, die concrete beleidsmaatregelen uitwerkt op basis van bestaande onderzoeken en nieuwe inzichten.
- Strengere regelgeving voor technologiebedrijven te steunen op Europees niveau, samen met de federale overheid, waaronder het beperken van verslavende algoritmes en een verhoogde aansprakelijkheid.
- De leeftijdsgrens voor sociale media te verhogen, zoals in Frankrijk en Australië (tot 16 jaar).
- Een grootschalige sensibiliseringscampagne te organiseren om ouders bewust te maken van de risico's en hen te ondersteunen in een verantwoord schermbeleid.
- Doelstellingen over gezond scherm- en socialemediagebruik in het onderwijs op te nemen, zodat jongeren kunnen leren om hun gebruik onder controle te houden, ermee rekening houdend dat het brein van jonge kinderen en tieners dit nog niet kan.
- De meest kwetsbare kinderen actief te beschermen, zoals kinderen onder de 12 jaar, jongeren met een hoge deprivatiescore en genetisch kwetsbare kinderen.
Minister voor Digitalisering Vanessa Matz (Les Engagés) nodigt de experten uit voor gesprek. "We moeten zorgen dat sociale media een veiligere omgeving worden, zeker ook voor jongeren", zegt Matz. "Het is een centraal vraagstuk van onze tijd en dat vergt geen haastige maatregelen, maar wel een grondig maatschappelijk debat." Als daar maar niet te veel onderzoeken aan gekoppeld worden…
Die laatste paragraaf lijkt te bevestigen dat het vooral de politici zijn die moeilijk doen (die kunnen toch niet allemáál tech-aandelen hebben?). Het bestaan en de aanbevelingen van de expertengroep vind ik wel hoopgevend.
7 – 'Verbod op sociale media als opvoedkans: onze gezinnen zijn toch minstens even belangrijk als onze scholen?
Philippe Noens, Docent Gezinswetenschappen aan Hogeschool Odisee 06-05-2025
Vandaag verscheen een open brief van KidsUnplugged met een oproep aan de Vlaamse regering om de negatieve impact van schermgebruik en sociale media op kinderen daadkrachtig aan te pakken. De brief, ondertekend door zestien experten (volgens sectie 6 waren er dat 17), werd bezorgd aan de ministerraad. Philippe Noens legt uit waarom hij zeg (West-Vlaming?) als pedagoog achter deze oproep schaarde.
Mijn naam staat tussen die van artsen, psychiaters en neurowetenschappers — als één van de weinige pedagogen. Juist daarom vond ik het belangrijk om deze open brief mee te ondertekenen. En dus kende hij ook de publicatiedatum, anders kon hij niet op dezelfde dag ook een artikel gepubliceerd krijgen. Dit debat heeft nood aan een pedagogische stem: niet één die focust op al dan niet door media verstoorde breinprocessen of mentaal welzijn, maar één die radicaal vertrekt vanuit de opvoedingsrelatie. Interessant. Anders dan anders.
Schermen, en wat daarop gebeurt, maken nu eenmaal deel uit van onze hedendaagse opvoeding. Het wereldwijde web opent vensters naar ongekende mogelijkheden, maar roept tegelijk veel onzekerheid op bij ouders. De vraag is: is die angst altijd terecht? Gaat hij nu de technologie verdedigen?
Bigger, better, faster
Zorgen over nieuwe media zijn van alle tijden. Waar men zich nu druk maakt over de aantrekkingskracht van die vermaledijde smartphones, maakte men zich vroeger zorgen over boeken die het geheugen zouden vervangen, achteruit gespeelde grammofoonplaten waarmee je de duivel kon horen, radio of televisie die overprikkelden en dom houden.
De recente aandacht voor een serie als Adolescence versterkt dat gevoel. Maar zo'n fictieserie vertrekt vanuit een uitzonderingstoestand, een tienermoord, en is dus geen 'zwarte spiegel' van de dagelijkse leefwereld van onze jongeren. Of pubers in de manosfeer blijven hangen, hangt sterk af van wat ze daarnaast meekrijgen van thuis, vrienden en school. Ouders en andere rolmodellen die duidelijk maken wat ze belangrijk en wenselijk vinden, blijven een krachtig tegengif. 'Tegengif'. Gezien?
Lees ook – Adolescence is geen serie voor tieners, maar voor boomers. – Na Nederland en het Verenigd Koninkrijk willen ook Vlaamse politici de Netflix-serie Adolescence op school laten zien, schrijft redacteur Tex Van berlaer. "Maar wat moeten jongens die worstelen met hun beeld van mannelijkheid aanvangen met die serie?" Een verrassende kritische kijk op de hype rond de TV-serie Adolescence. Anders dan anders. En terecht. 'Adolescence' was ook vooral een filmtechnische hype.
Wat wél nieuw is: ouders van nu kunnen daarbij niet of nauwelijks terugvallen op eigen ervaring. De technologie verandert sneller dan onze opvoeding kan volgen. Wie vroeger met zijn sibling ruziede om een gedeelde pc die in de huiskamer stond, ziet nu zijn peuter moeiteloos swipen op een 5G-tablet. En grootouders groeiden nog op zonder internet; hun ouders keken nog naar een zwart-wittelevisie, als er al eentje ter beschikking was. Onze kinderen daarentegen kunnen 24/7 kinder- en jeugdprogramma's streamen. Media spelen dus een grotere rol dan vroeger in het opgroeien, simpelweg omdat het aanbod zo sterk en snel is toegenomen. (1) En omdat de ouders op hun werk worden uitgezogen, zodat ze geen energie meer hebben voor thuis. (2) De auteur hoort blijkbaar bij de jongere generatie: sibling, swipen, streamen, …
Meer scherm, meer zorgen?
De impact van sociale media wordt vaak overschat — of zelfs overdreven. Hij is een verstekeling?! Dat heeft veel te maken met de zichtbaarheid: jongeren met licht gebogen hoofd zie je overal (die krijgen later last van de levator scapulae, de trapezius, de rhomboideus of de korte nekspieren). Maar mediagebruik is slechts één opgroeifactor in een veel breder krachtenveld waarin gezin, vrienden, school, buurt en samenleving zweven (die allemaal aan het technologie-infuus hangen).
Onderzoek naar sociale media geeft ons bovendien gemiddelden (?), maar die zeggen weinig over het individuele leven van die jongere. Ja, een 13-jarige zit gemiddeld acht uur per dag voor een scherm. En dat is best veel. Absurd veel zelfs. Maar die 'acht uur' is een optelsom van extreem verschillende omstandigheden. De ene jongere krijgt twee uur schermtijd per week, de andere gamet hele nachten weg. De echte vraag is: wat doet een jongere met zijn schermtijd, waarom, en met wie? Sciensano heeft een onderzoek gedaan naar de schermtijd van jongeren van 10 tot 17, waarin een criterium "meer of minder dan 2 uur per dag" werd gehanteerd; daar hebben we niks aan (het rapport van het Amerikaanse CDC hanteert 3 categorieën). Hun onderzoek naar zittend gedrag (waar schermtijd een deel van is) zegt iets meer: 7u55 op weekdagen (allicht vooral op school), maar ook 7u07 in de weekends. Die zijn vergelijkbaar met die van andere bronnen, bv. Exploding Topics, Kutest Kids, Crown Counseling, of Wikipedia.
Neem nu de onderzoeksvraag of sociale media jongeren depressiever maken. Gemiddeld voelen jongeren die meer tijd online doorbrengen zich wat somberder. Maar dat zegt niets over oorzaak en gevolg. Misschien hebben die jongeren iets meegemaakt in het 'echte leven' en zoeken ze op sociale media afleiding of steun — net zoals een volwassene die face timet met een vriend na een moeilijke dag. Klopt wel. Er zijn zoveel parameters die meespelen dat het bepalen van oorzaak-gevolg relaties zeer moeilijk is. Maar dat betekent ook dat nieuwe onderzoeken niet noodzakelijk iets relevant bijbrengen.
Toegegeven, het oogt allesbehalve sociaal: mijn 14-jarige zoon, koptelefoon op, helemaal verdiept in zijn scherm. Maar veel van wat jongeren doen op hun telefoon is bij uitstek sociaal. De zoon zit te programmeren (dat gebeurt op een groot scherm, niet op een smartphone)(en digitalisering maakt de wereld minder sociaal), bezoekt daarvoor digitale gemeenschappen, kijkt YouTube tutorials (en andere verleidelijke filmpjes die voorbijkomen), en versterkt ondertussen de vriendschappen (?) met klasgenoten die op dat moment ook achter hun laptop bezig zijn. (1) Lijkt mij toch een inspannings- en verantwoordelijkheidsbeperkende vergoelijking. (2) Het hangt er vooral vanaf hoe die zoon zich gedraagt als hij niet onder zijn koptelefoon voor een scherm zit.
Lees ook – Creatief met social media: "Acht uur schermtijd maakt van jongeren nog geen zombies". – Jongeren die vergroeid zijn met hun telefoon en trots vertellen over meer dan acht uur schermtijd: ouders zien het met lede ogen aan. Maar heeft dat verhaal niet ook een andere kant? 'Onze basisvisie is: het internet is positief.' (1) Dit artikel draagt bij aan de verwarrende stellingname van deze docent gezinswetenschappen. (2) "Het internet" is weer een heel ander standpunt dan "technologie" of "sociale media".
Verbod als opvoedkans
Wellicht roept het bovenstaande vragen op: als het allemaal meevalt, waarom dan toch KidsUnplugged steunen? Ja, inderdaad. Omdat het initiatief vaak verkeerd begrepen wordt — deels door de naam, die doet vermoeden dat onze kinderen geheel 'off the grid' moeten. Maar het gaat niet om verbannen, wel om strikter begeleiden en duidelijker begrenzen. Daar zit iets in, maar dan moet je ook aspecten durven scheiden: groot scherm of smartphone, sociale media, andere toepassingen, influencers, bagger,… Een verhoogde leeftijdsgrens voor sociale media geeft ouders meer tijd om samen met hun kind(eren) goede mediagewoontes te ontwikkelen. Die gewonnen jaren (eerder de niet verloren jaren) vergroten de kans op bewuster gebruik later.
Tegen hun 14de weten de meeste jongeren best wel wat de nadelen zijn van overmatig schermgebruik, maar weerstand bieden tegen al die verleidelijke algoritmes blijft aartsmoeilijk. Een helpende ouderhand, hoe digitaal afgeleid die zélf soms ook is, blijft dus nodig. Daar heb je de algoritmes weer. Die kunnen we toch niet identificeren? Dit lijkt ook wel wat op een metafoor voor de ellende van sociale media, die niet alleen van algoritmes afhangt, maar meer nog van de verspreiding van rommel.
Net als een samenleving die ouders ondersteunt met heldere wetenschappelijke inzichten en duidelijke (inter)nationale richtlijnen. En ook niet onbelangrijk: vanaf 1 september 2025 zijn smartphones en slimme apparaten (bv. smartwatches) verboden in het secundair onderwijs. Als maatschappelijk signaal kan dat tellen. Waarom zouden we voor de thuisomgeving dan geen gelijkaardig signaal durven voorstellen? Onze gezinnen zijn toch minstens even belangrijk als onze scholen? De man blaast koud en warm tegelijk.
Lees ook – Sociaal experiment: ban jouw tiener van sociale media (tijdens de zomervakantie) – "Grijp in voor het te laat is, en vooraleer grote lappen van de zomervakantie online zijn verspeeld", schrijft pedagoog Philippe Noens in een pleidooi om het in de zomermaanden zonder sociale media te doen. "Ze ontnemen ons onze vrije wil, ze maken ons ongelukkig, en ze ondermijnen de waarheid". Met onderbouwing, en nu een duidelijker stellingname tégen sociale media.
Offline begint bij ons
Er is ook een meer persoonlijke reden waarom ik KidsUnplugged steun. Als ik zie hoe mijn kinderen – van 4 tot 14 – steeds meer schermtijd wensen en steeds minder buiten spelen of komen, voel ik als ouder frustratie en bezorgdheid. Waarom lijken zij niet te hunkeren naar echte ontmoetingen? Waarom verlies ik hoe langer hoe meer de strijd tegen al die schermpjes? Maar met alleen die ergernis voelen en verwoorden, komen we niet ver.
Het is onze verantwoordelijkheid als volwassenen om samen voor een wereld te gaan waarin buiten komen opnieuw aantrekkelijker wordt, en offline samenzijn vanzelfsprekend. Nu maken we het onze jongeren net té eenvoudig om zich terug te trekken achter hun schermen, want wat valt er daarbuiten nog te beleven?
Wie van ons laat zijn jonge kinderen nog alleen op pad gaan, de stad of de natuur in? Maar ook: wie krijgt geen kritiek als hij zo'n soloslim gedrag als ouder stimuleert? We kunnen beter. We kunnen kiezen voor een wereld waarin kinderen meer uitdaging en fysiek contact (terug)vinden, niet ondanks, maar naast technologie.
Lees ook:
– Kleuters met een tablet en een koptelefoon op? Daar zullen we nog véél spijt van krijgen– Schermverslaving begint tegenwoordig vaak al in de kleuterklas. "Daardoor zien vijfjarigen beelden die niet voor hen zijn bestemd en haperen hun motorische vaardigheden", schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar column De Zoetzure Dinsdag. Schrijnend verhaal.
– Geen bewijs dat verbod op smartphones het welzijn van leerlingen verbetert – Zie sectie 4.
– Wie houdt de kinderen weg van de smartphone? "De overheid moet een dieet voor schermtijd ontwikkelen" – Volgens Kids Unplugged, een collectief van bezorgde ouders, doet de overheid onvoldoende om kinderen te beschermen tegen de negatieve effecten van de smartphone. "Goed gebruik van smartphones is een verantwoordelijkheid van ouders, scholen én overheden", zegt expert Lieven De Marez.
8 – Strengste verbod ter wereld: geen Facebook, Instagram, Tiktok, Snapchat en Youtube meer voor Australische kinderen
Tot groot ongenoegen van Meta, Google en Tiktok kondigt Australië 's werelds strengste verbod af op sociale media voor kinderen. "Je kunt je kinderen niet leren zwemmen in een oceaan vol gevaarlijke stromingen en haaien."
Koen Vidal, De Standaard, 30 juli 2025
Ondanks hevig verzet van grote techbedrijven zet de Australische regering van de sociaaldemocratische premier Anthony Albanese haar verbod op sociale media voor min-zestienjarigen door. Op 10 december wordt een wet van kracht die Facebook, Instagram, Tiktok, Snapchat en Youtube oplegt om kinderen van hun platformen te weren.
Kinderen die toch accounts aanmaken, moeten geblokkeerd worden. Doen die bedrijven dat niet, dan riskeren ze een boete van 43 miljoen dollar.
"Sociale media zijn enorm schadelijk voor kinderen", motiveert Albanese zijn wet. "Australische ouders moeten weten dat ze op onze steun kunnen rekenen om die schade bij hun kinderen te voorkomen." Waar is Cieltje Van Achter?
Albanese besliste deze week om Youtube in de wet op te nemen. Dat gebeurde onder meer na een onderzoek bij 2.600 kinderen van wie vier op de tien aangaven dat ze via de site werden blootgesteld aan schadelijke inhoud. Youtube deed het daarmee het slechtst van alle platformen, blijkt uit het onderzoek.
Moederbedrijf Google klaagt het verbod aan met het argument dat Youtube niet onder sociale media valt (ja, gemakkelijk…) en bovendien "jonge Australiërs iets nuttigs en waardevols te bieden heeft" (zoals al die andere media). Australische media melden dat Google van plan is om de Australische regering te dagvaarden over de nieuwe wet. Good luck. De reactie is interessant: YouTube zou niet onder sociale media vallen. Meteen kunnen we ons afvragen of er nog andere internetkanalen zijn (dan Facebook, Instagram, Snapchat, TikTok, X én dus ook YouTube), waar onze kinderen beter van wegblijven.
Minister van Communicatie Anika Wells zegt dat de regering niet onder de indruk is van Googles "dreigement". "Er is een plaats voor sociale media, maar er is geen plaats voor roofzuchtige algoritmes die onze kinderen viseren." Wells zegt dat sociale media de gezonde opvoeding van kinderen bedreigt. "Wij willen dat onze kinderen eerst weten wie ze zijn, alvorens de sociale media bepalen wie ze zijn." Ook een visie. En een kwalitatieve! Je kan je niet voorstellen dat er eerst onderzoeken zouden gebeuren om die visie te formuleren.
Tijdens een persconferentie waarin ze de nieuwe wet aankondigt, vergelijkt Wells de techbedrijven met haaien. Ge moogt gerust zijn. "Kinderen toegang geven tot sociale media, is zoals hen leren zwemmen (áls ze al begeleid worden) in een oceaan vol gevaarlijke stromingen en haaien. Het lijkt me beter om kinderen te leren zwemmen in het lokale zwembad. Als regering kunnen wij de oceaan niet controleren, maar we kunnen de haaien wel bestraffen. We zijn dan ook niet geïntimideerd door de dreigementen van de haaien. Dit is een strijd voor het welzijn van Australische kinderen." Moet er nú nog zand zijn?
Frankrijk
Het ziet ernaar uit dat andere landen weldra het Australische voorbeeld zullen volgen. Ook in Noorwegen en Groot-Brittannië gaan steeds meer stemmen op om een verbod in het leven te roepen.
In Frankrijk bestaat sinds 2023 een wet die bepaalt dat kinderen onder de 15 jaar niet zonder expliciete ouderlijke toestemming socialemediaplatforms mogen bezoeken. Maar president Emmanuel Macron wil een stap verder gaan en staat op het punt om een verbod voor min-vijftienjarigen in te voeren (onafhankelijk van ouderlijke toestemming). Denemarken en Griekenland werken aan een soortgelijke wet.
Ons land
Ook in België zijn er steeds meer voorstanders om kinderen en jongeren te beschermen tegen de algoritmes van grote socialemediabedrijven. Waals minister Jacqueline Galant (MR) wil een verbod voor min-vijftienjarigen en ook Vlaams minister van Welzijn Caroline Gennez (Vooruit) steunt een strengere leeftijdsgrens (16). Ze baseert zich onder andere op een recente open brief waarin zeventien wetenschappers, onder wie psychiater Dirk De Wachter en neuroloog Steven Laureys, voor een groeiende gezondheids- en welzijnscrisis waarschuwen. Zie hoger, sectie 6. Maar Gennez ageert op 8 april, de open brief (of toch het VRT-bericht daarover) is van 6 mei.
Voorlopig is over een verstrenging nog geen consensus bereikt binnen de Vlaamse regering. Vlaams minister van Media Cieltje Van Achter (N-VA) vreest dat een verbod moeilijk te handhaven wordt. Ze pleit wel voor bewustwording en een wettelijke aanpak "van de toxische uitwassen van sociale media". Zie hoger, sectie 2.
Lees ook – Is een verbod op sociale media tot zestien jaar betuttelend, of net betrokken? – Niet elk verbod moet verboden worden, stelt François Levrau. Een ban op sociale media tot zestien jaar kan jongeren net helpen om zich te bevrijden van manipulatieve mechanismen die hun autonomie ondergraven. Een sociaalfilosofische benadering. Verrassend degelijk. Voor wie nog wat hersenwerk kan verdragen: lezen!
Terloops wil ik even aanklagen dat artikels als dit van Levrau, met een frisse kijk op serieuze maatschappelijke problemen, achter een betaalmuur terechtkomen. Wie bepaalt dat eigenlijk? Blijkbaar (volgens ChatGPT, sorry) is het "een algemeen beleid om inhoud met hogere journalistieke waarde (opinies, analyses, achtergrond) te reserveren voor betalende lezers". Dat mag dan een economisch interessant beleid zijn voor de krant, maar voor de maatschappij is het een gemiste kans. Kunnen we die betaalmuren niet verbieden (op zijn minst een interessante denkoefening)? Ze werken trouwens polarisatie in de hand.
9 – "Te weinig wetenschappelijk bewijs dat enkel sociale media welzijn schaden", zegt nieuw onderzoek van UGent
Er is vandaag te weinig wetenschappelijk bewijs dat sociale media slecht zijn voor het mentale welzijn. Dat blijkt uit een onderzoek van de UGent. De onderzoekers hebben 10 studies over het gebruik van sociale media geanalyseerd, en zelf de effecten gemeten. "Voor individuele cases kan er impact zijn, bijvoorbeeld bij jongeren. Maar, zeker niet voor iedereen."
Radio 2, Moonray Grunewald, 06-08-2025
De onderzoekers vonden dat de resultaten van bestaand onderzoek zeer gemengd zijn en er geen eenduidig oorzakelijk verband bestaat tussen socialemediagebruik en mentaal welzijn. "Er zijn net zoveel studies die negatieve, positieve als nul-effecten rapporteren", zegt hoogleraar klinische psychologie Ernst Koster (UGent). Stierenmest. Als de ene studie over het verband tussen sociale-mediagebruik en mentaal welzijn een negatief effect rapporteert, en een andere een positief effect, dan gaat het allicht om studies die totaal verschillende aspecten hebben onderzocht.
De onderzoekers van de UGent, onder leiding van Laura Lemahieu, analyseerden 10 recente studies rond de effecten van socialemediagebruik. Daarvoor werkten ze samen met onderzoekers van de Universiteit Antwerpen. Hun onderzoek werd gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Scientific Reports. Laura Lemahieu is ook één van de onderschrijvers van het bedenkelijke artikel op mensenkennis.be; zie hoger.
Uit het onderzoek bleek dat bij veel studies gekozen wordt voor een onderzoek van enkele dagen of een week, een duurtijd die volgens de onderzoekers te kort is om de effecten op lange termijn te meten. Dacht ik ook al. Probeer eens een maand.
"Er wordt ook te vaak uitgegaan van enkel een negatief effect van sociale media op het welzijn van bijvoorbeeld jongeren, terwijl dat effect meestal heel beperkt is of zelfs niet aanwezig is", zegt Koster. "Daarom hebben we ook aanbevelingen gegeven hoe onderzoek in de toekomst beter kan." Interessante benadering, maar tegelijk ook een voorbeeld van hoe je alles kapot kan onderzoeken. Maar ja, als gezond verstand je in de steek laat, als gevolg van overmatig socialemediagebruik, dan heb je weinig keuze.
Bovendien wordt in de studies vaak niet duidelijk gespecifieerd wat 'socialemediagebruik' inhoudt. "Vaak is het onduidelijk welke platformen, apparaten, functies, interacties en inhoud eigenlijk onderzocht worden en hoe dit gemeten wordt", zegt Koster. Inderdaad: vlag-en-ladingproblemen door gebrekkige aspectscheidingen bij de vleet. Het gewenste resultaat bepaalt dan de parameters.
Ook uit eigen onderzoek geen duidelijke effecten
De onderzoekers van de UGent voerden ook zelf een onderzoek uit, waar het socialemediagebruik bij de ene groep werd beperkt en bij de andere groep niet. Ook daar vonden ze na een maand geen uitgesproken negatieve of positieve impact terug. Natuurlijk is dat helemaal afhankelijk van die beperkingen. Smartphones verbieden op school is vooral positief voor de leerkrachten; de kinderen halen hun schermtijd later wel in.
"Er waren nauwelijks verschillen tussen de groepen, ze sliepen niet beter of ze voelden zich niet beter", zegt Koster. De onderzoekers waren zelf ook verbaasd over de resultaten van hun onderzoek. "We wisten eigenlijk van eerder onderzoek dat die studies niet zo'n heel sterk verband hadden gevonden." Waarom waren ze dan verbaasd?
"Maar we hadden zelf toch wel ergens gedacht dat er effecten zouden zijn, bijvoorbeeld een positief effect op de slaap of op het zelfbeeld van de deelnemers. Dat dan misschien een effect heeft op iets van psychische klachten zoals angst en depressie, maar dat was helemaal niet het geval." Lijkt het onderzoek van The Lancet te bevestigen.
Wel effecten op individueel niveau mogelijk
"Dat sociale media dé belangrijkste oorzaak zijn van psychische problemen bij jongeren, is een uitspraak waarvoor in het huidige onderzoek, dat zich vaak richt op groepen, dus weinig bewijs voor lijkt te zijn", zegt Koster. "Wat niet wegneemt dat er zich op individueel niveau wel effecten voordoen die we problematisch kunnen noemen."
"Bijvoorbeeld op het moment dat je zelfbeeld wat minder positief is", zegt Koster. "Als je net op dat moment vaak geconfronteerd wordt met beelden van je vrienden die op vakantie zijn, dan kan dat er natuurlijk wel aan bijdragen dat je je minder goed in je vel voelt."
Het zijn net die 'derde variabelen' of andere mogelijke invloeden waar in de studies vandaag te weinig rekening mee wordt gehouden. Zou wel eens kunnen kloppen. Maar begin daar maar eens aan. Vandaar het gevaar: als we alleen maar wetenschappelijke onderzoeken gaan geloven, waarbij het zeer moeilijk is om bruikbare resultaten te krijgen, dan zijn we nog verder van huis. Waar zijn gezond verstand en expertise naartoe?
Wat met ouders en overheden die sociale media willen beperken?
Heel wat ouders willen het sociale mediagebruik van hun kinderen beperken. En ook aan naar de overheid toe klinkt die vraag steeds sterker. Maar als er onvoldoende bewijs is voor een negatief effect op het mentaal welzijn, is die vraag dan onterecht? "Zeker niet", zegt Koster. Ah, toch niet?
"Het is een heel interessante discussie. Ja, blijkbaar. Al gaat het daarbij vaak over het brede gebruik van smartphones, en niet alleen over sociale media", zegt Koster. "Maar eigenlijk lopen beleidsinterventies die beperkingen willen opleggen voor op de bevindingen in de studies die vandaag zijn gepubliceerd." Misschien toch omdat de huidige bevindingen achterlopen op het gezond verstand?
"Communiceer met je kind over hoe ze sociale media gebruiken"
"Het effect verschilt van persoon tot persoon, daarom is het belangrijk om samen met de kinderen te kijken naar wat de positieve en negatieve zaken zijn van hun socialemediagebruik", zegt Koster, die dus ook wijst op de verantwoordelijkheid van ouders. Verantwoordelijkheid van de ouders, ja OK, maar dat is wel een gemakkelijkheidsoplossing. Bovendien is de nadruk leggen op individuele beleving dat evengoed, omdat dan geen verbod moet afgekondigd worden, een beslissing die veel moeilijker is, omwille van de te verwachten tegenwind langs alle kanten.
"Heel vaak is het een gemengd plaatje waarbij de communicatie langs de kant van de ouders belangrijk is, misschien wel belangrijker dan het idee dat ze zelf hebben over het gebruik van sociale media bij hun kind. Of bij henzelf, verdorie! Reden te meer om de overheid te laten beslissen. Omdat er vaak erg negatieve ideeën bestaan over sociale media." Ondertussen wel duidelijk terecht, niet dan?
"En die ideeën zitten de communicatie erover in de weg. De ideeën zelf niet zozeer; de verscheidenheid daarvan eerder wel, zeker als die zich ook bij de experten manifesteert. In plaats van beperkingen op te leggen of zaken te verbieden, is het belangrijker om er net heel goed over te communiceren", besluit Koster. Als bevestiging van de anti-verbod opinie.
Epiloog
Het herlezen van mijn schrijfsels was een uitdaging. Negen auteurs/teams schrijven over een specifiek probleem, maar allemaal met hun eigen insteek. Alle negen kiezen ze willekeurig drie of vier kenmerken, en daar gaat hun tekst over. Tussen de regels worden nog twee of drie andere kenmerken in bedekte termen aangehaald, en de rest wordt genegeerd. Probeer dan eens die negen teksten te lezen, en alle kenmerken eruit te halen. Dat was mijn indruk bij het begin van deze epiloog. Bij het herlezen dacht ik voortdurend: tiens, hier wordt gealludeerd op iets wat ik nog ergens gelezen heb, een beetje hoger, of nee was het lager? Niettemin doe ik een poging om de kenmerken of de thema's te identificeren, door uit elke tekst enkele kernpunten te destilleren (die ik je bespaar), die van verschillende teksten naast elkaar te leggen, en te zoeken naar de basale fouten (of wat dacht je anders?).
Als je deze blog wat volgt, dan heb ik je allicht al verteld dat een groot gevaar van basale fouten, en vooral vlag-en-ladingproblemen en gebrekkige aspectscheidingen, erin schuilt dat verschillende betrokkenen dezelfde informatie op een andere manier interpreteren, zonder dat van elkaar te begrijpen. Ook dát is een belangrijke oorzaak van opinieverschillen, omdat we eerder geneigd zijn een tegengesteld standpunt in te nemen dan geen standpunt, want stel je voor dat de tegenpartij wel een duidelijk standpunt heeft… Het is al moeilijk genoeg om maatschappelijke problemen op te lossen, als gevolg van opinieverschillen die volgen uit persoonlijke ervaringen; laat ons toch maar proberen om basale fouten te vermijden, om het niet nog moeilijker te maken.
Gebrekkige aspectscheidingen
Ze zijn er bij de vleet, en ze leiden gemakkelijk tot polarisatie. Dit zijn de grootste:
Smartphones vs. sociale media – De term 'smartphones' wordt regelmatig gebruikt als het over sociale media gaat en omgekeerd. Smartphones zijn de technische toestellen; zonder applicaties heb je daar niets aan. Van een smartphone op zich krijg je dus geen mentaal probleem. Sociale media zijn applicaties als Facebook, TikTok, Instagram, WhatsApp, YouTube (dixit de Australiërs), Reddit, Telegram, SnapChat, X, LinkedIn e.a.. Die zijn oorspronkelijk bedoeld om wereldwijd met andere mensen contact te leggen, wat doorgaans als positief wordt gezien. Maar gaandeweg zijn ze door kwaadwilligen, inclusief de techbedrijven zelf, gebruikt om berichten te pushen met het oog op politiek en financieel gewin, en zijn ze uitgegroeid tot een bron van mentale problemen, vooral bij jongeren. Het onderscheid tussen smartphones en sociale media wordt soms onvoldoende gemaakt, bv. als wordt beweerd dat smartphones bij veel jongeren mentale problemen veroorzaken. Vooral in titels van artikels is dat storend.
Positieve vs. negatieve kenmerken van een sociaal medium – Zie sectie 3, "De kwalijke groei van Facebook". De initiële kenmerken van deze applicatie waren positief, maar geleidelijk zijn er kenmerken toegevoegd die de 'sociale media' een slechte naam hebben bezorgd. Sommige andere applicaties hebben specifiek bijgedragen aan online pesten. Daardoor kan het voorkomen dat de ene zegt "Facebook is goed", en de andere zegt "TikTok is slecht", terwijl ze beiden ongelijk hebben als Facebook ook slechte kanten heeft, en TikTok ook goede.
Dat het gebruik van sociale media nadelen heeft kan je zelf merken om je heen, en in de media; gezond verstand volstaat om te concluderen dat er een probleem is. Het gevolg daarvan is echter ook dat sociale media meer en meer werden gelijkgesteld met een sociaal probleem, waardoor de potentieel mooie kanten naar de achtergrond werden gedrongen; mensen zijn nu eenmaal geneigd om maar één aspect van een fenomeen te zien. Het zal evengoed duidelijk zijn dat het benadrukken van de positieve kanten niet volstaat om de negatieve kanten aanvaardbaar te maken. Negativiteit wordt niet gecompenseerd door positiviteit (zie ook Toxic Positivity). De enige optie om het effect van negativiteit te verwijderen is de negativiteit zelf te verwijderen.
Veilige vs. gevaarlijke sociale media – Afhankelijk van de kenmerken van specifieke sociale media zou je kunnen proberen die onder te verdelen in veilige en gevaarlijke, hoewel dat ook weer een moeilijke definitie zou zijn. De mate waarin een medium wordt gebruikt voor ongewenste activiteit is immers niet noodzakelijk een goed criterium, want als je zo'n medium zou sluiten gaat die activiteit allicht naar een ander medium. Maar net zoals sociale media positieve en negatieve kenmerken hebben die meestal op een hoopje liggen, maakt de algemene term 'sociale media' geen onderscheid tussen veilige (Signal? SMS? LinkedIn? Bluesky?) en gevaarlijke media. Dit lijkt mij bij uitstek een onderwerp voor een training in mediawijsheid. Ik moet overigens toegeven dat ik weinig ken van gevaarlijke sociale media, omdat ik daar ver vandaan blijf. Sociale media allemaal afzweren omdat sommige daarvan kwalijke gevolgen hebben is dus niet per se een goed idee, wel een gebrekkige aspectscheiding.
Technologie vs. sociale media – Sectie 4 wordt ingeleid met deze vragen: "Is het verbieden van sociale media en smartphones wel haalbaar in onze gedigitaliseerde samenleving? Of moeten we jongeren vooral op een verstandige manier leren omgaan met deze technologieën?". Zijn sociale media ook technologie? Hier worden twee maatschappelijke vraagstukken vermengd. (1) Digitalisering is een toepassing van digitale technologie. Onze samenleving is in grote mate gedigitaliseerd (bv. gemeenten zitten online met de deuren dicht, klantendiensten van nutsbedrijven zitten verstopt achter een chatbot e.d.), en die evolutie gaat nog steeds verder. Maar is dat wel zo positief? Voorstanders en begunstigden van digitalisering zijn vooral de technologiebedrijven zelf, met efficiëntie op allerlei vlakken als het permanente argument, terwijl effectiviteit en het sociale weefsel worden vergeten. (2) Sociale media zijn eveneens een toepassing van technologie. Het zijn softwaresystemen die gebruik maken van informatie- en vooral communicatietechnologie of ICT. (1+2) Als we ons enerzijds afvragen of die technologisering wel zo positief is, en anderzijds of die sociale media wel positief zijn, dan zijn dat twee verschillende vragen. Nochtans worden beide in berichten regelmatig met elkaar verward. Het is echter niet omdat we technologie denken nodig te hebben om maatschappelijke problemen op te lossen, en al spreken van 'een gedigitaliseerde samenleving', dat we ook de nadelen van sociale media er zouden moeten bij nemen. 'Technologie' en 'sociale media' zijn geen synoniemen.
Sociale vaardigheden vs. online vaardigheden – Moet daar een tekeningetje bij? Wikipedia over sociale vaardigheden: "Sociale vaardigheid is de vaardigheid om met anderen om te gaan en te communiceren. Deze vaardigheid wordt aangeleerd door middel van opvoeding en onderwijs. In Vlaanderen is het vak sociale vaardigheden ook opgenomen als vakoverschrijdende eindterm in het basisonderwijs en het secundair onderwijs. Thema's die daarbij aan bod komen zijn onder meer: beleefdheid, assertiviteit, respect vragen en geven, complimenten geven en erop reageren, weerstand bieden aan groepsdruk".
Het zal duidelijk zijn dat sociale vaardigheden iets heel anders is dan online vaardigheden, maar die laatste trekken tegenwoordig zodanig de aandacht dat ze de eerste lijken te verdringen. Sociale interacties spelen zich meer en meer af via een schermpje en een toetsenbord; kijk maar eens rond in een restaurant. Dat daarbij stemtimbres en grimassen ontbreken heeft niet te onderschatten gevolgen voor die sociale vaardigheden. Bijkomend effect is dat 'gebruikers' (ik vergelijk inderdaad met drugs) denken dat de enige waarheid van hun schermpje komt, en dan ook heel gemakkelijk alle onzin geloven die daarop wordt verspreid.
Vlag-en-ladingprobleem
Cieltje Van Achter beweert dat er geen duidelijk causaal verband is aangetoond tussen sociale-mediagebruik en psychologische problemen; zie sectie 2. Dat kan vanalles betekenen.
– Wat is 'duidelijk'? Geen enkel onderzoek dat over mensen gaat geeft zwart/wit resultaten; er is altijd sprake van waarschijnlijkheid. Anders gezegd: duidelijkheid krijg je niet; duidelijkheid verlangen is daarom een handige methode om evolutie te blokkeren.
– Wat is 'causaal'? De term is duidelijk, maar ook hier is zwart/wit onmogelijk. Voor psychologische problemen zijn er altijd meerdere oorzaken. Stress is een belangrijke oorzaak, en sociale-mediagebruik veroorzaakt stress (doet het altijd, in zekere mate), maar er zijn wel meer omstandigheden en menselijke aspecten die stress veroorzaken, dus sociale-mediagebruik zal nooit de enige oorzaak zijn van psychologische problemen. Dat 'causaal verband' is dus rekbaar, en kan ook weer gebruikt worden naar believen. Als je iets wil blokkeren zeg je dat er geen duidelijk causaal verband is; als je iets wil verbeteren vertrek je van een partieel causaal verband, en neem je maatregelen, desnoods partiële.
Partiële oplossing of symptoombestrijding?
Die 'partiële maatregelen' staat wel dicht bij een basale fout, nl. de partiële oplossing, maar het effect is net omgekeerd. De partiële oplossing houdt verband met de 80/20 regel, waarbij 80% van een probleem wordt opgelost, en de overige 20% onder de mat wordt geveegd. Een verbod op smartphones in scholen is niet de volledige oplossing voor mentale problemen van scholieren, zoals het rapport van The Lancet bevestigt, maar wel een onderdeel daarvan. Bovendien is het smartphoneverbod wel degelijk een oplossing voor de afleiding door sociale media in de klas. Deze partiële maatregel houdt eerder verband met de basale fout symptoombestrijding. Het verbod op sociale media voor jongeren tot 16 is in feite symptoombestrijding, maar is niettemin noodzakelijk, omdat het basisprobleem, nl. de negatieve kenmerken van sociale media, niet oplosbaar is. Tenzij Europa eens zou beslissen om zelf een platform op te zetten zonder al die nadelen.
Onderzoeksparameters
We zijn met ruim 8 miljard mensen op deze aardkloot, en iedereen is uniek, naar het schijnt, dus de variatie in menselijke kenmerken is immens. Een onderzoek richt zich altijd op een piepkleine selectie daarvan. Het resultaat is dan ook in hoge mate afhankelijk van de parameters van het onderzoek. Met als gevolg dat het zeer verleidelijk wordt de onderzoeksparameters zodanig te kiezen dat ze leiden naar het gewenste resultaat. Gevolg: wetenschappelijke onderzoeken zijn niet altijd betrouwbaar. Als een wetenschappelijk onderzoek wordt aangehaald om iets te beweren dat tegen je gezond verstand ingaat, dan moet je misschien eens nagaan of je niet bedot wordt.
Een voorbeeldje. Sectie 4 vermeldt een meta-onderzoek van onderzoeken naar detox-kuren. In sectie 9 wordt gezegd dat de gebruikelijke periode van een week voor zo'n detox-kuur in feite te kort is; een maand is interessanter. Dus als je graag wil aantonen dat digitale detox niet werkt, kies je best een periode van een week. Nu zou het ook wel kunnen dat je voor langere perioden geen testkandidaten vindt…
Onderzoek vs. expertise vs. gezond verstand
In Vlaanderen op de bres voor het Nederlands op school betrouwt Zuhal Demir, Vlaams Minister van Onderwijs, regelmatig op haar gezond verstand, in tegenstelling tot wetenschappelijk onderzoek. In een interview in Trends zegt ze: "Het mag eindelijk eens vooruitgaan. We hebben twintig jaar verspeeld. Het is gedaan met wachten op rapporten en aanbevelingen". In deze artikelreeks wordt gezond verstand niet genoemd, maar de problematiek is er wel, meer bepaald in de vorm van 'wetenschappelijk' onderzoek dat door verschillende 'experten' naar believen wordt gebruikt om de eigen opinie te bewijzen, en daarmee die van andere experten te ontkrachten, of erger nog, het gezond verstand te onderdrukken.
In feite hebben we weer een gigantisch vlag-en-ladingprobleem, dat echter nauwelijks opvalt. Vermits onderzoeken niet altijd betrouwbaar zijn, is de term 'onderzoek' geen vlag meer voor een betrouwbare bron van informatie. Dan heb je 'expertise', dat is een combinatie van kennis en wijsheid, maar omdat die in het hoofd van een organisme zit (doorgaans een mens, maar dat kan ook een organisatie zijn), heb je ook daar weinig houvast; je vertrouwen in de expertise wordt volledig bepaald door je vertrouwen in dat organisme. We sluiten het rijtje met 'gezond verstand', dat in feite ook een soort expertise is, vooral in je eigen hoofd dan, altijd bij de hand, maar in feite niet heel betrouwbaar. Ook speciaal aan gezond verstand is dat het werkt als een referentie; indien iemands opinie, of het resultaat van een onderzoek, niet strookt met je gezond verstand (of met je eigen opinie, want die is daarop gebaseerd), dan hecht je daar minder geloof aan.
Snel vs. grondig
Bij het lezen van een tekst spelen twee aspecten een grote rol: (1) de snelheid waarmee je leest, en (2) de grondigheid waarmee je interpreteert. Hoe sneller de lezing, hoe minder grondig, en hoe grondiger, hoe trager. Als het audio betreft heb je geen keuze qua snelheid; bij een tekst wel (en "diagonaal lezen" is veel te snel voor een correcte interpretatie). Bij de interpretatie probeer je een zinvolle boodschap af te leiden uit het bericht, rekening houdend met de aangedragen bronnen en je eigen idee van de betrouwbaarheid daarvan. We staan er doorgaans niet bij stil dat dit evenzeer geldt voor de schrijver, die een tekst opstelt op basis van bronnen met verschillende betrouwbaarheid, die bronnen toetsend aan het eigen gezond verstand. Dat je voor gelijk welk onderwerp dan berichten vindt van verschillende strekkingen is dus niet verwonderlijk.
Interpretaties
Het rapport van The Lancet wordt door verschillende auteurs vermeld, een enkele keer slechts impliciet. Het wordt meer in detail besproken in sectie 4. Een test meet het mentaal welzijn van scholieren, in scholen met en zonder een verbod op smartphonegebruik tijdens de schooluren, maar vindt uiteindelijk geen relevant verschil. Twee belangrijke opmerkingen uit het rapport:
– "Een mogelijke verklaring voor dit gebrek aan waarneembaar verschil is dat het restrictieve telefoonbeleid op scholen niet heeft geleid tot een vermindering van de totale tijd die adolescenten aan hun telefoon/sociale media besteden"; m.a.w. wat ze op school niet mogen, halen ze elders wel in.
– "De negatieve verbanden die zijn gevonden tussen het toenemende gebruik van telefoons/sociale media en een verslechtering van de geestelijke gezondheid en het welzijn (!!), leveren echter wel bewijs voor de noodzaak om het gebruik van telefoons en sociale media door adolescenten aan te pakken (!!), en er moet schoolbeleid worden ontwikkeld als onderdeel van een meer holistische aanpak". M.a.w. het schoolbeleid gaat op zich weinig verbeteren aan het mentaal welzijn, maar is wel een onmisbaar onderdeel van een bredere aanpak.
Geloof het of niet: meerdere partijen gebruiken dit rapport in hun argumentatie, en duiden op het gebrek aan relevant verschil om te bewijzen dat een verbod geen zin heeft (!), waarbij andere conclusies worden genegeerd; zie ook sectie 4. Dus: altijd opletten voor conclusies uit wetenschappelijke rapporten; ze kunnen door vervolgauteurs gemanipuleerd zijn. Ook een soort vlag-en-ladingprobleem: het stukje vlag dat niet past in de argumentatie wordt afgeknipt.
Hieronder enkele voorbeelden van stellingen die je als lezer moet zien te interpreteren (uit secties 2 – 4 – 5 – 6 – 9). Probeer misschien eens na te gaan in hoever je vertrouwt op je gezond verstand om die te beoordelen…
2 – Er is geen verband tussen sociale media en psychische problemen.
4 – Detoxkuren hebben geen effect.
4 – Er is geen consensus over negatieve en positieve effecten van sociale media op welzijn.
4 – Eventuele problemen met sociale media zijn niet van psychologische aard.
4 – Er is geen relatie tussen totaal smartphoneverbod op school en welzijn van leerlingen.
5 – De kloof tussen het 'reflexbrein' en het 'denkbrein' wordt pas kleiner rond 15 of 16 jaar.
6 – Het kinderbrein is anders dan een volwassenenbrein.
9 – Onderzoek van enkele dagen of een week is te kort.
9 – Vaak wordt vertrokken van een negatief effect, maar dat is er meestal niet of beperkt.
Sociale media – Voordelen vs. nadelen
Wat de voordelen zijn van sociale media? Geen idee; die zijn in feite nergens aan bod gekomen…
Genoemde nadelen (secties 1 – 5 – 6): foute schoonheidsidealen, het aanpraten van depressies, fake gezondheidsnieuws, verslavende algoritmen, schadelijke inhoud, cyberpesten, eetstoornissen, zelfbeschadiging, online misbruik, blootstelling aan porno en geweld, slaapproblemen, concentratiestoornissen, schooluitval, angststoornissen, obesitas, leerproblemen, brokkelbrein. Sommige slaan op de gedeelde informatie, andere op de effecten daarvan op de gebruiker. Dat suggereert meteen twee processen voor verbetering: het weren van schadelijke informatie op de platformen, en het gebruik daarvan verbieden voor kwetsbare gebruikers. Die beide methoden kunnen en moeten los van elkaar gezien worden.
In sectie 8 zegt de Australische minister van communicatie "er is geen plaats voor roofzuchtige algoritmes die onze kinderen viseren", en de premier zegt "sociale media zijn enorm schadelijk voor kinderen". Australië neemt mogelijk iets gemakkelijker zware beslissingen omdat het geen directe buurlanden heeft, maar dergelijke uitspraken op dat niveau hebben m.i. wel veel gewicht. Australië toont dat het kan (in twee betekenissen; rara).
Uit sectie 2: "online netwerken zijn soms een reddingsboei". Ik vermoed dat hiermee bedoeld wordt dat minderheidsgroepen online gemakkelijker gelijkgestemden kunnen vinden.
Uit sectie 5: "de potentiële mooie kanten van sociale media zijn geperverteerd". Daar is iets van. Zie "De kwalijke groei van Facebook" in sectie 3. Wat daar beschreven wordt als de eerste functies kan je zien als de 'mooie kanten'; de pervertering bestaat uit de toegevoegde verslavende en vergelijkende functies die Facebook financieel rijk en de gebruikers mentaal arm maken.
In sectie 6 zijn het professionelen die wijzen op "een groeiende gezondheids- en welzijnscrisis als gevolg van overmatig en ongepast scherm- en socialemediagebruik bij kinderen en jongeren". Het feit dat ik dat hier herhaal, bij wijze van nadruk, toont nog eens hoe publicaties werken. Ik ben het eens met de strekking van sectie 6, dus ben ik geneigd de expertengroep te waarderen. Wie daarentegen een hekel heeft aan Dirk De Wachter of aan Theo Compernolle, is misschien net dáárdoor geneigd geen probleem te zien in sociale media voor kinderen. Dergelijke wisselwerkingen zijn onvermijdelijk en verschoonbaar; basale fouten zijn dat niet.
Uit sectie 9: "de negatieve ideeën over sociale media zitten de communicatie daarover in de weg". Vooral in de context van jeugd en scholen hebben sociale media een negatieve connotatie gekregen. Dat zal zijn redenen hebben zeker?
Uit dezelfde sectie: "in studies wordt vaak niet gespecifieerd wat sociale-mediagebruik is". En daar is ook iets van. Heen en weer berichten sturen over WhatsApp is iets heel anders dan cyberpesten met filmpjes op TikTok, maar waar het gaat over het verbieden van 'sociale media' wordt dat onderscheid nooit gemaakt. Het begrip 'sociale media' gebruiken is dus een gebrekkige aspectscheiding. Dat de meeste sociale media kunnen gebruikt worden voor kwalijke doelen maakt er één pot nat van. En daaruit ontstaat dan ook het idee om 'sociale media' te verbieden tot 16 jaar. Een alternatief zou kunnen zijn om elk platform afzonderlijk te beoordelen, en afhankelijk van de kenmerken te kiezen voor een aanpassing door de producent (voor zover dat lukt) of voor een gebruiksverbod, of beide uiteraard.
Verbod of begeleiding?
Moet er een verbod komen, of zetten we in op begeleiding naar mediawijsheid? Dat lijkt wel de vraag in zowat alle artikels in de media, en de aanleiding voor standpunten vóór of tégen een verbod. Maar is die tegenstelling wel terecht?
Er is al een verbod, maar het werkt niet
In feite ís er al een verbod tot 13 jaar, maar het wordt niet nageleefd. Waarom niet? Dit leek mij een interessante vraag voor ChatGPT. Het ding geeft mij 6 punten, waarvan er uiteindelijk maar één als oorzaak kan gezien worden (!!), nl. (1) sociale druk en groepsgedrag. Vier andere zijn geen oorzaken, maar gebreken die niet-naleving mogelijk maken, nl. (2) gemakkelijke omzeiling van de leeftijdsgrens, (3) gebrek aan toezicht van ouders/verzorgers, (4) gebrek aan handhaving door platformen, en (5) onderwijs en bewustwording schieten tekort. Het laatste punt is eerder een gevolg dan een oorzaak, nl. (6) culturele normalisering van jong online zijn. Interessante opsomming, maar duidelijk foutief antwoord (mogelijk als gevolg van gebrek aan begrip van het concept 'oorzaak', maar je moet al grondig lezen om daar niet overheen te kijken). Ik zou er nog een oorzaak kunnen aan toevoegen, naast het gebrek aan toezicht van ouders, nl. (7) het overschot aan opportunisme van ouders die sociale media voor hun kinderen zien als een compensatie voor hun eigen fysieke en vooral mentale afwezigheid (wat op zich dan weer een oorzaak heeft in een opgefokte neoliberale maatschappij). Een paar gevallen met oorzaak (7) zijn voldoende om in de betrokken groep (klas, school, sportclub…) een lawine te veroorzaken via oorzaak (1), met punt (6) als verschoning achteraf. Het gevolg is dat kinderen van 8 tegenwoordig ook al "op sociale media zitten"; zie hier. De enige manier om dat proces (7)-(1)-(6) te stoppen is een handhaving van het verbod tot 13 jaar; begeleiding is daar geenszins tegen opgewassen.
Diverse partijen vinden dat de minimum leeftijd voor sociale media moet opgetrokken worden tot 16 jaar. Ik ben geneigd die opinie te steunen, maar op basis van de vorige paragraaf moet ik dan ook beweren dat dát verbod ook niet gaat werken. Anders gezegd: het heeft weinig zin de minimum leeftijd op te trekken zonder de handhaving te verzekeren. Een belangrijk argument voor de mediawijsheid-adepten is net dat het verbod niet werkt. Wie mediawijsheid promoot doet dat vooral om het probleem van de handhaving niet te moeten oplossen; dat is immers veel moeilijker, omdat je daar de Europese wetgever voor nodig hebt, die de arm wordt omgewrongen door techsectorlobbyisten. Mediawijsheid daarentegen hebben we zelf in de hand (of zo lijkt het toch, tot je eraan begint…).
De verboden vrucht
Dit gaat niet over het gelijknamige bier van hoge goesting, wel over het idee dat het verbieden van sociale media voor jongeren averechts zou werken. Vanwaar komt het idee dat een verbod het verbodene net aantrekkelijker zou maken? Volgens ChatGPT is dat gebaseerd op, houd je vast, (1) de reactantietheorie, (2) cognitieve dissonantie, (3) sociale en culturele factoren, (4) filosofie en literatuur, en (5) neurowetenschappen en beloningssystemen. Nu, ik heb de bijkomende uitleg (langzaam :-) gelezen, en heb er weinig vertrouwen in, maar begin liever niet aan een analyse. Ik grijp terug naar mijn gezond verstand (omdat dat nu eenmaal voor het grijpen ligt), dat mij eraan herinnert dat elk kind in de puberteit grenzen aftast, en bijgevolg ook zal geneigd zijn tegen een verbod in te gaan. Dat uitgerekend de Gezinsbond (zie sectie 1) dit een argument vindt tégen het opleggen van een verbod gaat wel mijn gezond verstand te boven. We zijn in feite het normale kronkelige ontwikkelingspatroon van pubers aan het rechttrekken. Waar moet dat heen? Recht de afgrond in? De kromme argumentatie waarmee de Minister van Media de Gezinsbond hierin bijtreedt (sectie 2) is bovendien zonder meer vreemd, en lijkt te betekenen dat voor haar elk argument goed is, als er maar geen verbod komt.
Mediawijsheid voor ouderen
Volgens de tegenstanders van een verbod zou het probleem kunnen opgelost worden door de kinderen mediawijsheid aan te leren (secties 1 – 2 – 4 – 9), op school of thuis. Op school betekent dat weer extra lesuren (voor mediawijsheid) of minder lesuren voor iets anders, en allicht nog maar eens een wijziging van de eindtermen (zie hier; wel ingewikkelde boel). De inbreng van ouders thuis lijkt dan praktischer, maar wordt belemmerd (1) doordat de ouders zelf niet mediawijs zijn, of (2) hun mediawijsheid niet krijgen overgebracht. Zie sectie 6: "sociale media en games zorgen voor veel ruzies en discussies in het gezin, maar zijn zo sterk genormaliseerd en geaccepteerd dat het begrenzen, of zelfs weigeren ervan, vrijwel onmogelijk is binnen een gezin". Ik weet niet welk van beide, (1) of (2), het grootste probleem is.
Omdat ik denk dat een chatbot op gelijk welke onzinnige vraag ook een onzinnig antwoord zal bedenken, ben ik zo venijnig om dat uit te testen. Ik vraag aan MS Copilot: "Het aanleren van mediawijsheid aan kinderen, door hun ouders, stuit op twee problemen: (1) de ouders zijn zelf niet mediawijs, en (2) sociale media en games zijn zo sterk genormaliseerd dat begrenzen of verbieden bijna onmogelijk is. Welk van beide problemen is het grootst?". Het antwoord is verrassend. Het ding maakt wel degelijk een keuze. De argumentatie verdraagt weliswaar geen kritische blik (!), maar de conclusie wil ik wel meegeven: "De normalisering van digitale media is een contextuele uitdaging, maar het gebrek aan mediawijsheid bij ouders is een structureel probleem. Zonder kennis, inzicht en zelfreflectie kunnen ouders hun kinderen niet begeleiden, ongeacht hoe genormaliseerd de digitale wereld is". Op het eerste gezicht straf gedaan, hoewel je met de eerste deelzin alle kanten en nergens heen kan. Dat de neiging om geen kritiek te leveren op technologie is ingebakken (daar raak ik stilaan van overtuigd, op basis van antwoorden op kritische vragen) kan ook meespelen. Bovendien kan je je afvragen of een conclusie wel betrouwbaar is als de argumentatie dat niet is, maar de stelling dat een gebrek aan mediawijsheid bij ouders een structureel probleem is komt zodanig goed overeen met mijn gezond verstand dat ik geneigd ben te geloven dat er geen verband was tussen de argumentatie en de conclusie; je weet immers nooit waar die chatbots de pickles vandaan halen.
In elk geval: bij het bijbrengen van mediawijsheid door de ouders hebben we dus een groot probleem, in de mate dat (1) die ouders zelf niet mediawijs zijn, of, zoals ik hoger stelde, (2) sociale media voor hun kinderen zien als een compensatie voor hun eigen fysieke en vooral mentale afwezigheid. Ik zie geen oplossing. Wie wel? Ben Weyts zou wellicht kindergeld aftrekken van ouders die geen cursus mediawijsheid volgen.
Philippe Noens, de pedagogische verstekeling in sectie 7 had wel een interessante opmerking: "een verhoogde leeftijdsgrens geeft ouders meer kans om samen met de kinderen goede mediagewoonten aan te leren". Nog sterker zou zijn als we de ouders van die kinderen tot 16 jaar meteen ook een verbod opleggen… (even afwachten wat Australië doet ;-).
Nog van Noens:
– 'Adolescence' is een reeks voor boomers; pubers hebben rolmodellen nodig, maar ouders kunnen niet terugvallen op ervaring; daardoor spelen media een grotere rol.
– Het is onze verantwoordelijkheid als volwassenen om samen voor een wereld te gaan waarin buiten komen opnieuw aantrekkelijker wordt, en offline samenzijn vanzelfsprekend. Nu maken we het onze jongeren net té eenvoudig om zich terug te trekken achter hun schermen, want wat valt er daarbuiten nog te beleven?
Leeftijd 13 of 16?
Dat de leeftijd zou moeten opgetrokken worden van 13 naar 16 wordt vooral bepleit door professionelen die zeggen dat de hersenen van een 13-jarige nog volop in ontwikkeling zijn, en dus vatbaarder zijn voor kwalijke invloeden, dan die van een 16-jarige. Allicht zijn er tegenstanders van een verbod die het nuttig vinden om daaraan te twijfelen, maar die ben ik nog niet tegengekomen. Mocht je dieper willen graven, raadpleeg dan een AI-chatbot: "vind een referentie naar onderzoeken die aantonen dat 13-jarigen hun denkproces veel minder onder controle hebben dan 16-jarigen" (wel een beetje opletten met suggestieve vragen; een chatbot laat zich soms beïnvloeden daardoor). Ik kreeg een overtuigend antwoord. Als je het jezelf moeilijk wil maken vraag je vervolgens "vind een referentie naar onderzoeken die het tegendeel beweren". En dan blijkt dat jongeren van 12-13 jaar exploratiever zijn (ze proberen meer), flexibeler (dus minder standvastig) en creatiever (minder normafhankelijk). Wat de stelling uiteraard niet tegenspreekt, maar integendeel nog versterkt. Conclusie: opletten met AI-chatbots :-)
Dus de werking van de hersenen, of beter de evolutie daarvan, is volgens deze professionelen hét argument om de minimum leeftijd voor sociale media op te trekken tot 16 jaar. Nu zijn er verschillende strekkingen die dat niet nodig vinden, maar integendeel stellen dat begeleiding tot mediawijsheid dit probleem ook kan oplossen. Die tegenstelling verbod/mediawijsheid blijkt uit zowat alle artikels, maar niemand lijkt daar commentaar op te hebben. Wat zich echter ook niemand lijkt te realiseren is dat die begeleiding tot mediawijsheid evenmin verf pakt op 13-jarigen…
Manipulatie
Als er zelfs in het basisartikel al gemanipuleerd wordt, moet het wel met opzet zijn, zou ik denken; zie sectie 1. Caroline Gennez pleit wel degelijk voor een verbod op sociale media tot 16 jaar, maar in de titel en de inleidende paragraaf wordt dat volledig verhuld (!). Wie de rest niet leest wordt zonder meer op het verkeerde been gezet.
In sectie 2 worden meerdere metaforen gebruikt. Die kunnen handig ingezet worden als afleiding van het eigenlijk onderwerp. Immers, voor lezers/toehoorders volstaat het dat ze de metafoor begrijpen. Dat het gebruik van vergelijkingen in dezelfde tekst wordt gehekeld is wel komisch.
De tekst in sectie 7 is een onderkruiper tussen de andere, omdat de auteur wel de open brief ondertekent (sectie 6), maar verder bv. de angst voor schermen in twijfel trekt, een eigen invulling geeft aan sociale-mediagebruik, en technologie lijkt te vrijwaren van elke vorm van kritiek. Daardoor is de bijdrage hier en daar verwarrend, maar de pedagogische kijk blijft interessant.
Techsector
De techsector krijgt het in deze reeks te verduren. Terecht uiteraard, maar lees dat vooral zelf; zie secties 2 – 4 – 5 – 6 – 8. Bronnen die pleiten tégen een verhoging van de minimum leeftijd, pleiten vóór (1) strenger reguleren, of (2) het 'ter verantwoording roepen' van de sector, wat neerkomt op het handhaven van de wet. Ook dát zijn weer processen die los van elkaar kunnen staan: (1) bv. het blokkeren van schadelijke inhoud, waarbij de techbedrijven aardig tegenstribbelen, en (2) bv. zorgen dat kinderen jonger dan 13 effectief worden geweerd van de platformen.
Dat de sociale-mediabedrijven veel geld verdienen aan de maatschappij en daarbij veel ellende veroorzaken, is vergelijkbaar met het overhoop halen van het ecosysteem van de oceaanbodem voor het delven van mangaanknollen. Niets ontziend de mammon achterna.
Actie
Actiepunten vind je vooral in sectie 6, waar de experten zich aansluiten bij Minister Gennez. Zij vragen op zijn minst een debat, maar geven meteen ook concrete voorstellen, die ik hier graag herhaal:
- Het officiële advies rond sociale media, smartphones en schermgebruik bij kinderen en jongeren dringend herzien op basis van de nieuwe recente inzichten.
- Een expertengroep oprichten, met praktijkdeskundigen, die concrete beleidsmaatregelen uitwerkt op basis van bestaande onderzoeken en nieuwe inzichten.
- Strengere regelgeving voor technologiebedrijven steunen op Europees niveau, samen met de federale overheid, waaronder het beperken van verslavende algoritmes en een verhoogde aansprakelijkheid.
- De leeftijdsgrens voor sociale media verhogen, zoals in Frankrijk en Australië (tot 16 jaar).
- Een grootschalige sensibiliseringscampagne organiseren om ouders bewust te maken van de risico's en hen te ondersteunen in een verantwoord schermbeleid.
- Doelstellingen over gezond scherm- en socialemediagebruik in het onderwijs opnemen, zodat jongeren kunnen leren om hun gebruik onder controle te houden, ermee rekening houdend dat het brein van jonge kinderen en tieners dit nog niet kan.
- De meest kwetsbare kinderen actief te beschermen, zoals kinderen onder de 12 jaar, jongeren met een hoge deprivatiescore (socio-economische kwetsbaarheid) en genetisch kwetsbare kinderen.
De beste randartikels
– Weg met de smartphone? 'We hebben een ingrijpende culturele correctie nodig, en wel nu'– Excessief gebruik van de smartphone brengt ernstige schade toe aan het mentaal welzijn en de ontwikkeling van jongeren, aldus de vermaarde psycholoog Jonathan Haidt. Is zijn alarmkreet terecht? Knack vroeg het aan enkele experts. "Alles wat tijd en diepgang vergt, dreigt te sneuvelen." Maak hier tijd voor; dit moet je lezen. Geen toegang? Laat mij iets weten.
– Is een verbod op sociale media tot zestien jaar betuttelend, of net betrokken? – Niet elk verbod moet verboden worden, stelt François Levrau. Een ban op sociale media tot zestien jaar kan jongeren net helpen om zich te bevrijden van manipulatieve mechanismen die hun autonomie ondergraven. Een sociaalfilosofische benadering. Verrassend degelijk. Voor wie nog wat hersenwerk kan verdragen: lezen!
